De basisbaan kan in tegenstelling tot wat Anja Eleveld hier schreef wel degelijk oplossing bieden voor problemen op de arbeidsmarkt. Voorwaarde is dat beleidsmakers aanhaken op de ervaringen met de Melkertbanen in de jaren negentig (zie ook het pleidooi van Monique Kremer en Jelle van der Meer voor een betere bijstand).
Ondanks succes afgeschaft
Ter herinnering: Ad Melkert, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in kabinet Kok I, stelde in 1994 een plan op dat veertigduizend extra arbeidsplaatsen in de collectieve sector moest creëren. Reguliere banen, voor langdurig werklozen en ontvangers van een bijstandsuitkering, die tevens moesten bijdragen aan een betere dienstverlening in de publieke sector.
KerstdebatDe basisbaan staat onder andere centraal tijdens het kerstdebat van Movisie en het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Het aanstaande jaarboek van het tijdschrift is in zijn geheel gewijd aan een rechtvaardige bijstand, met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het boek ‘Streng maar onrechtvaardig, de bijstand gewogen’, verschijnt bij Van Gennep. |
Hoewel de aantallen Melkertbanen zich conform het uitgezette plan ontwikkelden, besloot het kabinet Balkenende I in 2004 desondanks tot afschaffing van de regeling. Dat had alles te maken met economische hoogconjunctuur en de toenemende populariteit van het marktdenken.
De regering maakte daarbij dankbaar gebruik van de conclusies van het rapport Aan de Slag. In dat rapport uit 2001 maakten hoge ambtenaren gehakt van het tot dan gevoerde arbeidsmarktbeleid: subsidieregelingen noch Melkertbanen zouden enig effect hebben gehad.
De Melkertbanen waren niet mislukt, integendeel
Onze huidige premier, Mark Rutte, toen staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nam de praktische ontmanteling van de regeling voor zijn rekening. Hij deed dat op een manier die het sociaal domein bekend moet voorkomen: hij droeg de gereserveerde middelen voor het arbeidsmarktbeleid, na een forse korting, over aan gemeenten. Met de nadrukkelijke boodschap dat het re-integratiebudget bedoeld was voor doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt.
In tegenstelling tot de toen veel gehoorde kritiek dat dat de Melkertbanen mislukt waren, betogen wij dat het omgekeerde het geval is, en dat de ervaringen van toen als bron van inspiratie voor nu kunnen dienen. Ze laten zien dat een baangarantie voor iedereen wenselijk en haalbaar is, en dat de basisbaan daartoe als instrument kan dienen.
Zeven inzichten om rekening mee te houden
De ervaringen met de Melkertbanen bieden zeven inzichten, waarmee bij het denken over basisbanen rekening gehouden moet worden.
- Stel duidelijke doelen, ook voor de langere termijn
Formuleer een grondige en concrete lange termijndoelstelling grondig en sluit daarover een akkoord met alle betrokken partijen – werkgevers, werknemers (SER) en gemeenten (VNG). Dat akkoord, naar analogie van het energieakkoord, moet verplichtend zijn voor toekomstige kabinetten, om daarmee het afbreukrisico van politiek-ideologische stemmingswisselingen verminderen. Het akkoord moet tevens de nodige flexibiliteit bevatten in verband met de onvermijdelijke conjunctuurwisselingen.
- Bied ruimte voor experimenten en evalueer goed
Dat gebeurt nu al bij de ‘Werkbrigade Amsterdam’, de STiP banen in Den Haag en het recent gestarte project Basisbanen Groningen. Een goede evaluatie is van belang om het project te kunnen bijsturen als de doeleinden niet worden gehaald en om maatschappelijke acceptatie van de basisbaan te bevorderen.
- Basisbanen moeten een permanent karakter kunnen hebben
Melkertbanen waren bedoeld voor langdurige werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor het merendeel van deze langdurig werklozen was een eventuele doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt onmogelijk.
De basisbaan moet er óók zijn voor mensen die geen werk kunnen vinden door een tijdelijk tekort van vraag naar arbeid. Ook voor hen moeten basisbanen worden aangeboden tegen het minimumloon. Als de arbeidsmarkt aantrekt, kunnen zij snel doorstromen naar banen die meer betalen.
- Werken moet lonen en doorstroom moet lonen
De beloning van een basisbaan moet financieel interessanter zijn dan een uitkering en financieel minder interessant dan een niet-gesubsidieerde baan op de reguliere arbeidsmarkt.
Komend vanuit een bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden kan het zijn, afhankelijk van het gevoerde armoedebeleid in de betreffende gemeente, dat werken tegen het wettelijk minimumloon niet of nauwelijks een financiële verbetering oplevert. Bij invoering van basisbanen dient hier uitdrukkelijk rekening mee gehouden te worden – wellicht moet het armoedebeleid worden herzien als er voldoende baangarantie wordt gegeven.
- Ander werk moet in andere banen
Er kunnen spanningen ontstaan als mensen in een basisbaan ervaren dat zij vergelijkbaar werk doen als collega’s in een niet-gesubsidieerde baan en dat die meer verdienen dan het minimumloon.
Als het gaat om werk dat structureel noodzakelijk is en meer ‘waard’ is dan het minimumloon, moet daar een passende beloning voor worden gegeven. Het gaat dan immers niet langer om een basisbaan, maar om een baan die moet worden aangeboden op de reguliere arbeidsmarkt.
- Veronachtzaam de uitvoeringsproblemen niet
Dankzij de toegenomen samenwerking tussen sociale diensten, sociale werkbedrijven en het UWV is de gemeentelijke en regionale expertise is veel expertise opgebouwd bij de re-integratie en plaatsing van werkzoekenden met een korte of overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt.
Vanwege de beperkte re-integratiebudgetten is minder expertise ontwikkeld voor de begeleiding van uitkeringsontvangers met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Uitvoeringsorganisaties moeten de doelgroepen van de basisbanen beter leren kennen om ze adequaat te kunnen ondersteunen en begeleiden. Daarvoor is een verruiming nodig van begeleidingsbudgetten en van een gedeeltelijke verschuiving van het re-integratiebudget naar het basisbaanbudget – zie ook de voorstellen van de commissie-Borstlap voor het opzetten van de zogenoemde loopbaanwinkel.
- Basisbanen horen thuis in de publieke sector
Melkertbanen moesten gerealiseerd worden in de publieke sector en konden niet bij het bedrijfsleven worden ondergebracht. Die eis moet ook gelden voor de basisbaan.
In beide gevallen gaat het om eenvoudige functies die weinig of geen vooropleiding vereisen, maar die wel nuttig zijn en de kwaliteit van de publieke dienstverlening verbeteren en niet concurreren met bestaande banen.
Basisbaan in Participatiewet
Het creëren van basisbanen moet ingebed worden in een tweesporenbeleid dat voorkomt dat tijdelijk werklozen en toetreders te lang aan de kant blijven staan en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt definitief afgeschreven worden. Voor dat beleid is een aanpassing van het sociale zekerheidssysteem nodig; van inkomensgarantie naar richting ‘werk boven inkomen.’
Ons voorstel is om de basisbaan als instrument op te nemen in de Participatiewet en onderdeel te maken van de financieringsgrondslag. Daarmee wordt de basisbaan een landelijk toepasbaar instrument en financieel acceptabel voor gemeenten.
Kees Mosselman is econoom, oud-directeur Regionale Dienst Werk en Inkomen KRH, senior onderzoeker Hanzehogeschool Groningen. Joan Muysken is emeritus-hoogleraar macro-economie, SBE, Maastricht University.
Dit artikel is een bewerkte en sterk ingekorte versie van het verhaal ‘Geef mensen recht op werk’ dat eerder verscheen in S&D, nummer 5, een uitgave van de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau voor de sociaaldemocratie.
De basisbaan staat onder andere centraal tijdens het kerstdebat van Movisie en het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Het aanstaande jaarboek van het tijdschrift is in zijn geheel gewijd aan een rechtvaardige bijstand, met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het boek verschijnt begin december bij Van Gennep, voorbestellen (prijs ongeveer 20 euro) kan via socialevraagstukken@movisie.nl.
Foto: peetiedijk (Flickr Creative Commons)