#5-De zakjapanner als breekijzer

Serie

Nabij is beter. Decentraal denken en doen

In samenwerking met KING (Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten) en de VNG halen Pieter Hilhorst en Jos van der Lans verhalen en ervaringen op over de vraag of de decentralisaties op de werkvloeren van de samenleving daadwerkelijk de vernieuwing op gang brengen die ze hebben beloofd. Elke twee weken rapporteren zij daarover op socialevraagstukken.nl en nodigen zij mensen uit om mee te denken.
Wie van de decentralisaties serieus werk wil maken, wie echt wil transformeren en meer maatwerk mogelijk wil maken moet vooralsnog met zijn zakjapanner als breekijzer voor stevige onrust blijven zorgen, betogen Pieter Hilhorst en Jos van der Lans in aflevering 5 van Nabij is beter.

Het begint te komen: het kostenbewustzijn. Er fungeren lijstjes met bedragen wat een maatschappelijk werker per uur kost (€ 65,-), wat een plaatsing in een beschermd woonvoorziening gaat kosten (€ 275,- per dag), wat een ontruiming aan maatschappelijke kosten veroorzaakt (ten minste € 10.000,-, maar waarschijnlijk een veelvoud daarvan), wat het de gemeente kost als iemand vanwege openstaande schulden niet zelfstandig kan wonen (ten minste € 25.000,- opvangkosten per jaar)[1]. Dat is nieuw, en te danken (sommigen zullen zeggen te wijten) aan de drie decentralisaties. Immers, nogal wat van die kosten moeten nu uit de gemeentekassen betaald worden en daar zijn de middelen beperkt. Dus zit de gemeente niet te wachten op dure oplossingen, zeker als niet duidelijk is of de dure oplossingen ook goede oplossingen zijn.

Nog niet zo heel lang geleden was dit not-done in hulpverleningsland. Politici, verweg-beleidsmakers, managers en bestuurders gingen over het geld. Professionals moesten niet gehinderd door kostenoverwegingen hun werk kunnen doen. Het zou toch schandalig zijn als een huisarts een medicijn niet voor zou schrijven omdat het te duur zou zijn? En geldt hetzelfde niet voor een therapie? Of voor een opvangplaats? Zorg en welzijn gaan vooral om deskundigheid en om medemenselijkheid, dat is mensenwerk waar je geen zakjapanner naast moet leggen.

Decentralisatie zorgt ervoor dat tariefonderhandeling dichtbij komt

Dat er achter de schermen stevig onderhandeld werd over tarieven, producten, inkoopprijzen, afrekenrelaties was doorgaans iets wat buiten het blikveld bleef van professionals en al helemaal van burgers/cliënten. Zij konden daar niets mee. Ze hadden er hooguit last van, omdat al dat financiële getouwtrek wel steeds hogere eisen stelde aan de verantwoording en elke interactie tussen professionals en cliënt wel in het juiste vakje geregistreerd moest worden, wilde deze ook afgerekend kunnen worden.

En nu komt het geld ineens heel dichtbij. Misschien (nog) niet in het dagelijkse handelen van professionals, maar wel op de (gemeentelijke) regietafels waar ingewikkelde (en dat zijn altijd dure) kwesties aan de orde komen. Verschillende gemeenten hebben zo’n gremium ingesteld; het is een plek waar complexe casussen besproken worden waar meerdere organisaties en zelfs gemeentelijke afdelingen bij zijn betrokken.

Liever een slechte, dure oplossing, dan een optimale goedkopere oplossing

Bijvoorbeeld in het geval waar een wijkteam stuit op twee samenwonende mensen, Tim (32) en Lisa (29), met een licht verstandelijke beperking. Tim heeft aangepast werk, Lisa heeft een uitkering. Toen zij vier jaar geleden bij hem in trok had ze dat moeten melden bij de Dienst Werk & Inkomen. Dat heeft ze niet gedaan, niet uit onwil, maar uit onwetendheid. Daar is de Dienst inmiddels achter gekomen en die staat erop dat er ruim 20.000 euro wordt teruggevorderd en de uitkering wordt stopgezet. Het wijkteam heeft de situatie met het stel in kaart gebracht en geconcludeerd dat ze het samen in de nieuwe situatie zonder haar uitkering met veel hangen en wurgen net met elkaar kunnen redden. Dat zou het beste zijn, want het alternatief is dat Lisa het huis uit moet en naar een voorziening voor beschermd wonen verhuist. De kosten: een slordige 48.000 euro. Dat is een alternatief waar niemand gelukkig van wordt. Maar dan moeten we dus wel anders met die schuld omgaan, zegt het wijkteam.

In dit verhaal komen alle uitdagingen van de decentralisaties samen. Want de ambtenaren van de Dienst Werk & Inkomen beroepen zich op de Participatiewet en die kent volgens hen maar één regel: bij fraude terugvorderen! En als de Dienst daar een millimeter van zou afwijken dan is het hek van de dam, krijgen ze de inspectie op hun dak, geven de accountants geen goedkeuringsverklaring en is Leiden in last, kortom: het kan niet, het mag niet. Liever een slechte, dure oplossing volgens de letter van wet, dan een optimale goedkopere oplossing volgens de geest van de decentralisaties.

Instellingsstandaarden maken maatwerk onmogelijk

Vroeger was daarmee de kous af. Het spannende nu is dat zulke casuïstiek toch blijft doorzeuren. Want als gemeenten maatwerk moeten leveren en ook nog eens het voortouw moeten nemen voor het realiseren van goedkopere oplossingen, waarom zouden ze dan niet met eigen oplossingen mogen komen? Menig wethouder probeert hier een slimme uitweg te zoeken, maar hij voelt daarbij wel voortdurend de hete adem van de rijksinspecteurs, controllers en accountants in zijn nek. Zo kan het gebeuren dat het realiseren van menselijk maatwerk in bestuurlijk opzicht soms bijna een illegale daad lijkt.

Toch is dit wat er moet gebeuren en kostenoverwegingen spelen hierin een steeds prominentere rol. Elke oplossing gaat immers om een som geld, waarvan je steeds kunt afvragen of die niet ook op een andere manier besteed kan worden. Je kunt in een schuldsaneringstraject via de bijzondere bijstand jaarlijks 1500 euro geven aan een bewindvoerder, maar je kunt je ook afvragen of je die bewindvoering niet in eigen kring zou kunnen organiseren en het uitgespaarde geld gebruiken om een deel van de schuld af te lossen? Je kunt regelen dat een gezin dat uit huis wordt gezet vanwege huurschulden standaard in de maatschappelijke opvang terecht kan (kosten 25.000 euro), maar misschien zijn er wel goedkopere oplossingen te bedenken. Familie die het huurcontract tijdelijk overneemt, garantiestellingen, pleegopvang, verzin het maar.

Daar zit ook een risico aan vast. Zorg- en welzijnsinstellingen bestaan bij de gratie van standaarden, omdat die calculeerbaar en organiseerbaar zijn en voor beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit zorgen. Daar rolt een prijs uit, waarin dit alles meeberekend is. Wie buiten deze standaarden mede vanwege lagere prijzen geïmproviseerde arrangementen mogelijk maakt, ondermijnt op termijn het economische bestaan van deze instellingen en daarmee ook de beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van zorg. Dat is een spanningsveld dat zich beweegt tussen standaarden, routine, regelvastheid aan de ene kant en improvisatie, creativiteit en onorthodoxie aan de andere kant. De kunst is nu om daar nieuwe evenwichtigheden in tot stand te brengen. Zover is het nog lang niet. Wie van de decentralisaties serieus werk wil maken, wie echt wil transformeren en meer maatwerk mogelijk wil maken moet vooralsnog met zijn zakjapanner als breekijzer voor stevige onrust blijven zorgen.

Pieter Hilhorst is politicoloog en publicist, tot maart 2014 was hij wethouder in Amsterdam; Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Samen schreven zij: Sociaal doe-het-zelven. De idealen en de politieke praktijk. (Amsterdam: Atlas Contact, 2013).

[1] Deze cijfers zijn gebaseerd op de maatschappelijke prijslijst als onderdeel van de Effectenalculator.