Omarm en benut diversiteitsongemak

Een rechtvaardige en veerkrachtige samenleving vereist dat we diversiteitsongemak leren omarmen. Docenten en wetenschappers uit het Amsterdamse hoger onderwijs roepen op dit ongemak niet langer te vermijden, maar te benutten.

Mijn manager maakt alweer een discriminerende opmerking over een collega, zal ik daar wat van zeggen? Zal ik op de buurtborrel vragen of buurtbewoners een petitie voor Gaza willen ondertekenen? Een vriendin laat haar kind niet vaccineren, zal ik haar vragen waarom? Ik ben het écht niet eens met mijn vaders stelling dat vrouwenemancipatie voltooid is.

Ga je gesprekken uit de weg om wrijving te voorkomen?

Misschien herken je deze momenten van ongemak. Wellicht ervaar je die zelf ook in interactie met mensen met andere ervaringen of perspectieven. En heb je ook de reactie, net als wij: laat maar, ik ga dit gesprek uit de weg. Of word je zo geraakt dat je niet meer naar de ander kúnt luisteren.

Verlammend

Ongemak over meningen of personen werkt vaak verlammend. Je bent bang iets fout te zeggen, de ander pijn te doen, kritiek te krijgen of in een conflict te belanden. Diezelfde angst kan ook leiden tot een verstarrende stelligheid. Diversiteitsongemak zorgt er soms voor dat we ons onvoldoende openstellen voor de mening van anderen en gesprekken uit de weg gaan. Dat herkennen we bij de media, de politiek, en bij onszelf.

In ons werkveld, het onderwijs, deinzen docenten er geregeld voor terug om gevoelige politieke onderwerpen te bespreken in de klas. Ook bestuurders vinden het lastig om in te spelen op beladen onderwerpen waarover meningen verschillen, zoals over Gaza of Paarse Vrijdag. Te vaak gaan ze de dialoog uit de weg.

Dat is onwenselijk omdat het onderwijs een belangrijke plek is voor de vorming van veerkrachtige burgers en professionals. Idealiter is het een plaats waar studenten en docenten met uiteenlopende anderen leren samenwerken en waar ze kunnen ervaren dat eenieder de wereld ervaart vanuit de eigen positie.

We kunnen het ongemak niet langer uit de weg gaan

We leven niet alleen in een steeds complexere en dynamischere wereld, maar ook in een tijd van polarisatie en groeiende ongelijkheid. Een wereld waarin veel communicatie is verplaatst naar de sociale media waar geïnteresseerde uitwisseling nauwelijks plaatsvindt.

Een democratische, rechtvaardige en verbonden samenleving vraagt om een maatschappelijke verschuiving: van stelligheid en individualisme enerzijds naar openheid en wederzijdse interesse anderzijds. Die verschuiving vráágt om het omarmen van diversiteitsongemak. We kunnen het ongemak niet langer uit de weg gaan.

Kans

Als we diversiteitsongemak blijven vermijden, blijven we allen in onze bubbels hangen, die onze eigen ideeën en identiteiten bevestigen maar ons niet helpen om te komen tot de broodnodige verbinding en verrijking. Als we verandering willen, moeten we ongemak leren signaleren, omarmen en benutten.

Stap 1. Signaleren

Ongemak is onplezierig. Je voelt je onderhuids uitgedaagd in je opvattingen, uitgangspunten en identiteit.

Ongemak is het signaal dat de automatische piloot even uitgeschakeld moet worden

En dat is dus een prachtig moment om even stil te staan. De kritische antropoloog Sara Ahmed leert ons: ‘We have to stay with the feelings that we might wish would go away.’ Pas dan ontwikkel je nieuwe inzichten.

Ongemak is het signaal dat de automatische piloot even uitgeschakeld moet worden. Het is een intern signaal: ‘Wacht even. Dit is nieuw. Adem in, stel je open.’

Stap 2. Omarmen

De volgende stap is het omarmen van ongemak. Dit is al een gangbaar uitgangspunt in het onderwijs, in theorie althans. Leren gaat namelijk vaak gepaard met verbreding van je eigen perspectief. Dat kan ongemakkelijk zijn en je buiten je comfortzone brengen: echt leren. Ongemak moeten we leren verwelkomen als een kans om te leren.

Stap 3. Benutten

Het is belangrijk dat we in ongemakkelijke situaties op een constructieve manier weten te reageren. Als we oprecht geïnteresseerd zijn en open willen luisteren naar de ervaringen en perspectieven van anderen, vraagt dit zelfreflectie; het besef dat ook jouw perspectief gekleurd is.

Daarvoor is het nodig dat we een pas op de plaats maken en onze eigen opvattingen en emoties even parkeren, in wat hoogleraar Halleh Ghorashi in de Participatielezing van 2025 vertraagde tussenruimtes noemt. Ook vereist het dat we onze angst en trots even parkeren. Of beter gezegd: dat we onze trots halen uit inleven, reflecteren, verrijken en verbinden in plaats van uit stelligheid, onfeilbaarheid en overtuigingskracht.

Oproep

Onze oproep is vooral gericht aan degenen die het diversiteitsongemak niet zo gewend zijn. Het gaat hierbij om mensen binnen de normgroep, die doorgaans minder ongemak ervaren dan wie regelmatig buiten de norm valt, bijvoorbeeld door huidskleur, religie, gender of een functiebeperking. Schrijver en antropoloog Sinan Çankaya verwoordt het als volgt: ‘Wie tot de norm behoort, hoeft niet over zichzelf na te denken.’

Voor de gewenste verandering moeten juist normgroepen ongemak niet langer uit de weg gaan

Mensen uit de normgroep, met meer Luyendijk-vinkjes, hebben meer mogelijkheden om ongemak uit de weg te gaan. Hun positie stelt hen in vaker staat het gesprek, de les of de (bedrijfs-) communicatie te sturen. Degene wier lichaam of perspectief afwijkt van wat gangbaar is, is vaak wel gewend aan ongemak. Voor hen zit er vaak weinig anders op dan doorlopend ongemak te verdragen. Voor de gewenste verandering moeten dus vooral mensen uit de normgroepen ongemak niet langer uit de weg gaan.

Wij willen bijdragen aan een samenleving waarin mensen diversiteitsongemak durven aan te gaan. Het aangaan en benutten van ongemak blijkt in de praktijkpraktijk namelijk lastig. Met steun van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek gaan we komende jaren in het hoger onderwijs onderzoeken hoe dat het beste gedaan kan worden, zodat diversiteitsongemak uiteindelijk kan bijdragen aan een inclusieve en verbonden samenleving.

Marieke Slootman werkt als associate lector bij Hogeschool Inholland. Lieve de Coninck werkt als senior onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam. Hülya Kosar-Altinyelken werkt als universitair hoofddocent bij de Universiteit van Amsterdam. Anouk Wouters werkt als universitair docent bij Amsterdam UMC Vrije Universiteit. Rashmi Kusurkar is hoogleraar Inclusie en Motivatie bij Amsterdam UMC Vrije Universiteit. Amrita Das werkt als programmamanager bij het Centre for Teaching & Learning van de Vrije Universiteit. Marette Ebert werkt als docent-onderzoeker bij Hogeschool Inholland.