COLUMN Als een Nederlander in Frankrijk

“Nadat God Frankrijk had geschapen, zag hij dat het wel een beetje erg mooi was geworden. Iets té mooi eigenlijk. Om dit te compenseren schiep hij de Fransen” lees ik op de cover van het boek van Ilja Gort over levensgenieten in Frankrijk, wijn maken en lekker eten.[1]

In al zijn beknoptheid wordt hier de spanning tussen Nederlanders en Frankrijk treffend getypeerd. “Frankrijk is een mooi land, het is jammer dat er Fransen wonen” zei ooit onze onvolprezen minister Jorritsma, die zich beledigd voelde omdat ze toch heel behoorlijk Frans sprak en toch nog werd verbeterd. [2]

Ondanks de aanwezige Fransen is Frankrijk de favoriete bestemming voor de zomervakantie[3] en ook veel Nederlanders hebben er een tweede huis of zijn er permanent gaan wonen. Wat maakt Frankrijk zo geliefd, en de Fransen zo vreselijk?

Een eigen Frans huisje

Du moment dat ik deze column schrijf, kijk ik vanuit het venster over een groene vallei. Nou ja, geel-groen, de hitte en droogte eisen ook hier hun tol. We verblijven in een echt oud Frans huis, met dikke muren en luiken voor de ramen, in een gehucht van hooguit 20 huizen, de weg houdt hier op. De Franse buurman ziet en weet alles, tegenover ons hebben Belgen een huisje gekocht dat al 30 jaar leegstond. Ze moeten het in feite opnieuw bouwen.

Natuurlijk dromen ook wij al jaren van een eigen Frans huisje en omdat we hier al zo ongeveer ingeburgerd zijn, vragen ook de Fransen of wij niet eens een huis gaan kopen. En hoe verleidelijk ook, hoe aantrekkelijk ook de droom van eigen luikjes en gordijntjes, een eigen toevluchtsoord in de rust, ver weg van alle Nederlandse drukte, lawaai, vliegtuigen over ons huis, meer buren in de straat dan hier in de wijde omgeving wonen, hebben we wijselijk besloten dat er tussen droom en werkelijkheid een kloof gaapt.

Verticale cultuur

Dat ligt niet zozeer aan de Fransen. Als je (zoals wij) de taal behoorlijk goed spreekt en je best doet om bij te leren, blijken ze altijd bereid je te helpen. Verbeteren is in Frankrijk geen agressieve daad, zoals dat bij ons wordt opgevat. De Franse cultuur is verticaal, zoals de socioloog Norbert Elias beschreef in Het Civilisatieproces. Door deze verticale samenlevingsstructuur konden in de afgelopen eeuwen de gewoonten en omgangsvormen van het hofleven doorsijpelen naar de laagste regionen. Iedereen kon, door het toepassen van deze normen (welsprekendheid, eetcultuur) laten zien een goede Fransman/vrouw te zijn.

De Fransen gaan er daardoor van uit dat je ernaar streeft het beste Frans te spreken en willen je daarbij graag helpen. Ook leerde ik bijvoorbeeld van de buurvrouw dat het onbeleefd is om het zachte middenpuntje van de brie af te snijden. Dan laat je immers de ander met de korst zitten? Nee, het is beleefd om een taartpuntje brie te snijden. Ze zei dit op zo’n lieve, behulpzame manier dat ik me op geen enkele manier beledigd hoefde te voelen. Ik kon het immers niet weten? En nu weet ik het wel.

Dat is in Nederland echt anders. In het horizontale Nederland waren adel en hofcultuur afgescheiden van de rest van de samenleving en waren de omgangsvormen van de handelsburgerij toonaangevend. Geen verfijnde smaken in Nederland, geen favoriete filosofen voor onze minister-president. Bij ons is gelijkheid of in ieder geval de illusie daarvan het devies. Hoe krom iemand ook Nederlands spreekt, je houdt je mond. Door iemand te verbeteren plaats je de ander in een positie van domheid en schaamte en jezelf als beter, hóger dan de kromprater. En dat is in ons horizontale landje een doodzonde.

Gastvrij en geïnteresseerd

Nederlanders blijven mekkeren over die vreselijke Fransen, maar wij komen vooral heel vriendelijke, gastvrije en geïnteresseerde mensen tegen. Van de buurman van de camping waar wij al jaren komen, krijgen we meteen eieren, tomaten, courgettes en sla uit eigen tuin. Natuurlijk hebben wij Nederlandse kaas en de gespaarde lege eierdozen van enkele maanden voor hem.

We worden uitgenodigd voor de “apéro” en verschijnen om half zes, waarna we in hun keuken aan een tafel met een plastic zeil plaatsnemen. De lekkere hapjes (tomaatjes uit eigen tuin, toastjes met zalmmousse en schijfjes worst) verschijnen op tafel, evenals wijn of fris. Fransen investeren liever in streekproducten en eten van goede kwaliteit dan in elke 5 jaar een nieuwe keuken. Gezelligheid is voor hen samen aan tafel zitten, de entourage is minder belangrijk.

Onze buurman is bijna tachtig, maar evengoed nog actief als loco-burgemeester van het dorpje dat 240 inwoners, een kerk, een kroeg, een garage en een schooltje omvat met een schoolmeester en vijftien leerlingen tussen de 2,5 en 6 jaar. Echt, het is precies als de film “Être et avoir”.  Daarnaast is er nog een café waarin ook om 8 uur `s morgens al mannen achter een glas bier zitten. Het staat er blauw van de rook, controles zijn er toch niet.

Nederlandse inwoners

Buurman vertelt dat er in het dorp 20 huizen in Nederlandse handen zijn. Daarvan worden er 2 permanent bewoond, de rest is vakantiehuis. Hij kent alle inwoners, ook de Nederlandse. Enkelen wonen er al meer dan 20 jaar, zonder een woord Frans te spreken. Anderen komen bij hem op de apéro. Buurman vertelt dat de Nederlanders hem steevast vragen hoe de Fransen dat nou vinden, zoveel Nederlanders in hun streek. Waarop hij even steevast antwoordt dat het hem niets uitmaakt, dat het aardige mensen zijn. En dat hij het fijn vindt als ze een woordje Frans proberen te spreken.

Hij verbaast zich over deze telkens terugkerende vraag, maar ik vermoed -ik vertel het hem maar niet- dat het juist de Nederlandse vooroordelen over Fransen zijn (stug, ongastvrij, te beroerd om Engels te leren) die maken dat wij bang zijn voor hun oordeel. Ten onrechte, al zullen er heus wel knorrige Fransen zijn zoals er ook heus wel hufterige Nederlanders zijn.

Bijkomtijd

Waarom ik dan toch niet… een huisje in ‘ons dorp’ wil? Voor prijzen tussen de 15 en 90 duizend euro vind je hier de fijnste huisjes met spectaculaire uitzichten en vooral veel rust en ruimte. Waarom dan niet? Het antwoord is simpel. Mijn wederhelft is een gelukkige ziel met een vaste baan en werk waar hij van houdt. Het is fysiek werk, zodat hij in zijn vakantie ook wel eens even wil zitten en niet meteen aan de slag wil in de tuin of reparaties wil uitvoeren aan het huis. Vakantie is voor hem de nodige bijkomtijd, anders dan bij kantoormensen voor wie fysiek werk juist heerlijk kan zijn in de vakantie.

Ook heeft hij alleen het wettelijk verplichte aantal vakantiedagen, dus geen compensatiedagen, arbeidstijdverkorting of hoe het ook mag heten. Bijna 30 dagen, dus net genoeg voor 2 of 3 keer per jaar naar Frankrijk. De reis van ruim 800 kilometer maakt dat je dat niet doet voor een weekendje. Het huren van een huisje is voor ons zowel goedkoper als vooral veel aantrekkelijker. Je pakt je spullen uit en je zit, of wandelt.

Daar komt nog iets bij. Volgens mij is het hebben van een tweede huisje in Frankrijk over zijn hoogtepunt, of zelfs houdbaarheid heen. Jarenlang hadden de zogenaamde babyboomers in Nederland het goed voor elkaar, met hun arbeidstijdverkorting en vooral de riante VUT-regelingen. Met de groeiende overwaarde op hun huis konden ze zich makkelijk een tweede huisje in Frankrijk veroorloven en daarin van het voorjaar tot ver in de herfst vertoeven.

Voor zover de huidige vijftigplussers nog een baan hebben, zit vervroegd uittreden er voor hen niet meer in. Ze moeten doorwerken tot hun 67e of nog langer. Degenen zonder baan moeten solliciteren tot ze een ons wegen of in ieder geval te oud en ziek zijn om nog te verkassen.

Geblokte gordijntjes

De generatie Zwitserlevengevoel is nu oud aan het worden in hun Franse tweede huis, maar hun kinderen hebben inmiddels echt geen zin meer om elke vakantie naar Frankrijk te gaan. Die gaan voor hetzelfde geld liever met het vliegtuig naar elke keer weer een ander ver land. Wat wel nog werkt is het verhuren van je zomerhuis (wat wel lastig is als dat huis zover weg is, in verband met het tussendoor schoonmaken en repareren, en het bewaken in de winter) of het runnen van een camping of chambre d’hotes, maar dat is dus vanaf april tot oktober echt flink aanpoten.

Geen wonder dus dat er de laatste jaren in ons dorpje geen huizen meer verkocht zijn aan Nederlanders. Steeds vaker worden de huidige huizen verhuurd in de zomer, aan vakantiegangers. Die hebben geen contact met de dorpelingen, ze komen en gaan.

En ik? Ik blijf dromen van een eigen huisje, met dikke muren, luikjes en rood geblokte gordijntjes. Van een tafel met zeil en pluchen stoelen. Van vlinders in de struiken en de schaduw van grote bomen. Maar elke ochtend een vers croissantje en een baguette van de bakker, met koffie en de Franse krant, dat kan ook in een gehuurd huisje, in ons eigen dorp. Het beste van twee werelden.

Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog en columnist van Sociale Vraagstukken.

Foto: Sandrine Neél (Flickr Creative Commons)

Noten:

[1] http://www.slurp.nu/caroline/coverchateauslurp.html

[2] https://www.trouw.nl/home/jorritsma-chirac-is-engerd~a0800fd3/

[3] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/27/frankrijk-blijft-favoriete-bestemming-zomervakantie

Dit artikel is 4489 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (5)

  1. Beste mw. Van Stigt, ik ontving uw artikel omdat ik een bedankbriefje wilde schrijven en de preciese uitspraak zocht van mw. jorritsma over Frankrijk. ” Frankrijk is een mooi land, jammer dat er enz..” Ik schrijf dit vanuit een huis in het gebied ban de Dordogne en de Lot waar ik een huis gehuurd heb van een Nederlandse eigenaar. Al vele jaren geleden toen ik voor de eerste keren naar Frankrijk reed keek ik steeds rond naar mogelijkheden om ook ergens een vaste verblijfplaats te kopen. Een vakantiehuisje dus. Inmiddels had ik een eigenhuis en een apart gelegen gebouw waaruit ik werkte. Beide moesten ook onderhouden worden, mijn vrouw wilde helemaal niet een vast vakantiehuis ergens, ze huurde liever telkens iets anders. Dat doen we inmiddels al tientallen jaren, met genoegen. Dus wij zijn het helemaal met u eens en hebben geen moeite met Fransen Italianen Spanjaarden enz.

  2. Informatief stuk.
    Ik vroeg me af waar ik iets zou kunnen vinden over wat Fransen zoal van Nederlanders vinden – dit ivm een roman. Ik ga het ook nog zelf uitzoeken, d.w.z. aan Fransen vragen, onderweg van Sedan naar Marseille. Er gaan zo’n miljoen Nederlanders elk jaar voor vakantie naar Frankrijk, dus het moet wemelen van de ervaringsdeskundigen.

  3. Vanuit ons gratis huisje in Bourgondië dat ons naar believen al sinds 2004 ter beschikking staat reageer ik (na vanochtend) nogmaals beamend. Ook wij hebben meer vrienden in het frans dan in Nederland. Ze zijn hartelijk en trouw. En hun correcties zijn inderdaad behulpzaam bedoeld.
    DROMEN van zo’n eigen huisje blijft geweldig. Maar na alle kansen die we daartoe kregen zijn we daar nu waarschijnlijk wat te oud voor geworden. Ook wij arriveren, we pakken uit, en we zitten, of we wandelen. Heerlijk.
    Ik vind uw columns een heerlijke ontdekking, en ik ga ze achterstallig met plezier lezen!

  4. Geachte Heer/ Mevrouw
    Waar kan je in Frankrijk een verklaring van goed gedrag krijgen .
    Vr groet
    D Niemarkt

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.