COLUMN Hoe moeilijk het is om de waan de waan te laten

Er zijn veel cliënten in de ggz en de ouderenzorg met een eigen perceptie van de werkelijkheid. Uit de reacties op het besluit van zorgverzekeraar Menzis om depressiezorg op resultaten af te rekenen, blijkt dat gebrekkig inzicht ook bij werkers en managers in de ggz een groot probleem is. Er is nog hoop, maar daar is veel liefde voor nodig. Al is die soms moeilijk op te brengen.

Fabuleren

Tijdens het werk aan mijn boekje over de grenzen van zelfredzaamheid stuitte ik op het verschijnsel ‘fabuleren’. Een cliënt die fabuleert, gebruikt flarden van herinneringen om een samenhangend verhaal te construeren waarvan alle anderen door hebben dat het niet klopt. In de wondere wereld van het world wide web vond ik een overzicht van definities. Ik moest meteen aan mijn dementerende moeder denken toen ik las dat ‘confabulation is a neuropsychologic condition in which patients offer implausible explanations in a sincere, forthcoming, and typically jovial manner’. Ach jongen, wij gingen altijd met de tent op vakantie. En de komende tijd ga ik de financiën regelen, want je vader kan dat niet meer.

In mijn speurtocht op het web las ik ook dat naasten van fabulerende patiënten heel lang blijven proberen om de patiënt tot inzicht in hun vergissingen te brengen. In het verpleeghuis van mijn vader zag ik het vaak gebeuren: ‘nee Jan, we gaan de zolder niet verbouwen, want je hebt helemaal geen zolder hier’. Je kunt er met je verstand vaak niet bij wat er in de bovenkamer van je zieke vader of partner gebeurt; tegen beter weten blijf je hopen dat je met de juiste informatie toch helderheid kan scheppen.

Meegaan in de waan

Pas na lang zoeken vond ik een paar artikelen van behandelaars die het over een andere boeg gooien. Ik wilde dat ik dit gelezen had voordat het drama van de aftakeling van mijn ouders begon, want met de kennis van nu weet ik wat ik al die jaren verkeerd heb gedaan. Hans Pijp adviseert om vooral te werken aan acceptatie door de patiënt (en dat lukt niet door te doen of je het beter weet) en samen te kijken naar kleine, haalbare doelen uit het gewone leven. ‘Zullen we eerst maar eens een paar sokken kopen?’ Dezelfde gedachte is ook uitgewerkt in LEAP (Listen Empathize Agree Partner-methode), een door Xavier Amador ontwikkelde methode waarover Veruschka Meijer een helder artikel schreef.

Het is mijn vak niet helemaal, maar ik denk dat een nog minder cognitief ingestoken methode uitgewerkt zou moeten worden waarin een flink deel van de gesprekken wordt vervangen door samen-doen-zorg. Als ik terugkijk naar laatste jaren met mijn ouders denk ik dat Amador een beter recept heeft dan het Acht-fasen-model dat nog steeds dominant is in de gereedschapskist van veel begeleiders (zie bijv. het methodische overzicht op de site van Kwintes). Sowieso blijft het me verbazen hoeveel cognitieve inspanning gevraagd wordt van mensen met hersenproblemen, je laat iemand met een gebroken been toch ook niet de marathon lopen? Gelukkig speelde ik regelmatig viool en piano voor mijn moeder, dat waren achteraf gezien onze beste momenten.

Blijmoedig verwarde managers

Eerlijk gezegd dacht ik bij het Engelse citaat hierboven niet alleen aan mijn moeder. In mijn inmiddels dertig jaar durende veldtocht in het publieke domein ben ik heel wat managers tegengekomen die oprecht, tegemoetkomend en opgewekt de meest ongeloofwaardige verklaringen gaven voor verschijnselen waarvan elke weldenkende tiener snapt dat ze niet kloppen. Hoe gekker de sector, hoe blijmoediger de dolgeworden bestuurders. Zo was er geen aangenamer corporatiedirecteur in Nederland – en dat zeg ik zonder ironie –dan de man die in 2009 200 miljoen besteedde aan de modernisering van een stoomboot.

Er werken ontzettend lieve, hardwerkende mensen in het sociaal domein en in het hoger onderwijs, en ook op het snijvlak van die twee, waar ik een deel van mijn boterham mag verdienen. En ik vermoed dat ook in de wondere wereld van de geestelijke gezondheidszorg vooral oprechte, tegemoetkomende en opgewekte managers aan het stuur mogen draaien. Maar hun wanen zijn vaak net zo hardnekkig als die van de patiënten die er behandeld worden. In het handboek van de psychiatrie noemen we die aandoening anosognosie: ontbreken van ziekte-inzicht.

De boze buitenwereld

Het probleem ontstaat pas als de buitenwereld een andere analyse maakt van de werkelijkheid dan degene die aan de knoppen zit. Wanneer de wal het schip keert. Zo nam ProRail  als niet-hulpverlener het initiatief tot zelfmoordhulplijn 113 (ook hier kunnen we ons trouwens de vraag stellen waarom we zo zeker denken te weten dat praten helpt). Het was de politie die de noodklok luidde over de begeleiding van verwarde personen. Het zijn huisartsen en buurtcoaches die de ambulante begeleiding van psychiatrische patiënten tekort zien schieten. Nabestaanden van suïcidale cliënten schrijven boeken en artikelen over hun onvrede over de kwaliteit van de zorg. Een hoogleraar wetenschapsgeschiedenis schreef een bestseller over de depressie-epidemie die gaande is.

En nu vindt zorgverzekeraar Menzis dat we wel lang genoeg hebben betaald voor eindeloze behandeltrajecten. Van nu af betalen ze behandelingen van depressies alleen op grond van de behaalde resultaten. De reacties vanuit de hulpverlening op deze beslissing zijn allemaal even afwerend als je bij anosognose patiënten zou verwachten. Wat weten ze bij Menzis of ProRail nu eigenlijk van zorg? Het komt louter voort uit bezuinigingsoverwegingen. Wij doen het niet voor het geld, maar alle anderen wel. Cliënten en journalisten zijn duidelijk in de war, maar hoe wij het doen, doen we alles goed.

Vrienden blijven

Als de mensen waar je van houdt uit hun nek kletsen is je eerste reflex om ze tot inzicht te brengen. Ik heb nu al veel spijt van mijn reacties op Linked-in, waar ik me boos maakte over de totale afwezigheid van zelfkritiek bij alle professionals die zich boos maken over Menzis. Maar als ik Amador (wiens naam trouwens zoveel betekent als ‘minnaar’) beter had gevolgd, zou ik hebben geschreven dat ik er niet over kan oordelen of het besluit echt door de bezuinigingen komt. ‘Als jij dat zo voelt moet ik dat maar accepteren.’ Ik zou me dan hebben opgesteld als de laatste echte vriend van behandelaars die door niemand naar waarde geschat worden. En we hadden samen een haalbaar praktisch doel kunnen stellen.

Maar als je elke dag weer wordt geconfronteerd met leed dat wordt veroorzaakt wordt door een groep professionals die in een eigen werkelijkheid leeft, dan is het moeilijk om de waan de waan te laten. Ik hoop - voor depressieve mensen, hun naasten en hun vaak machteloze behandelaars – dat het niet te laat is om het contact met de GGZ te herstellen. Want als de boze buitenwereld zelfs maar een klein beetje gelijk heeft, dan moeten we keihard aan het werk om effectievere methoden te ontwikkelen. We zullen beter moeten worden in stille hulpverlening. En ik denk overigens ook dat de sector zich meer moet richten op een effectieve strijd tegen ziekmakende omgevingen (het internet, de school, de wijk, de slijterij, de arbeidsmarkt), want anders blijven we dweilen in een volle badkuip.

Of daar zelfinzicht en zelfkritiek voor nodig is, misschien niet. Misschien kunnen we beter gewoon gaan werken aan nieuwe haalbare doelen. Of, als dat niet lukt, dan kom ik toch gewoon piano of viool voor u spelen?

Klaas Mulder is zelfstandig adviseur en docent aan de Hogeschool Utrecht.

Foto: Sloan Poe (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 4292 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Mooi verhaal! Je stuk deed me denken aan het Dunning-Kruger effect: “Het dunning-krugereffect is een psychologisch verschijnsel. Het treedt op bij incompetente mensen die juist door hun incompetentie het metacognitieve vermogen missen om in te zien dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn,” aldus wikipedia.nl. De meeste mensen overschatten hun eigen vaardigheid en denken bijvoorbeeld veel beter te kunnen autorijden (of behandelen) dan de gemiddelde automobilist (of collega). Hoe geringer de vaardigheid, des te sterker de overschatting. Ook interessant in dit verband is het artikel van Tracey et al. in de America Psycholgist (2014). Zij gaan nog verder door psychiaters en psychotherapeuten weg te zetten als professionals zonder expertise. Maar ze weten dit goed te beargumenteren in een mooi opgezet betoog. Expertise bouw je op door te leren van ervaringen die je opdoet. Daartoe moet je de resultaten van je handelen bestuderen en dus uitkomsten meten. Leren van feedback, en daar ontbreekt het -op gunstige uitzonderingen na- grotendeels aan in het ggz veld. De reacties vanuit de psychiatrie bij monde van de voorzitter van de vereniging (Damiaan Denys: “Behandeluitkomsten kan je niet meten”) spreken boekdelen en geven weinig hoop voor een ontwikkeling van het vak in de goede richting…

  2. Als aankomend oudere van dagen, 65+ en ervaringsdeskundige in opleiding, lees ik graag diverse artikelen over ‘mijn onderwerp’. Door een opeenstapeling van sociale tegenslagen, onder andere een echtscheiding, geraakte ik ook tot client van de ggz. Overigens heb ik daar toen zelf toe besloten, of het initiatief genomen om professionele hulp te vragen. Eenmaal ‘gek’, blijft een groot deel van je omgeving je met argusogen bekijken, hetgeen ook belemmerend werkt voor herstel. Dat wil ik graag vertellen…..

  3. Prima verhaal, maar wat kritische opmerkingen:

    – Als je als Prorail een CEO hebt die bij politie en in de zorg werkte is 113 uitvinden niet zo moeilijk. Wat zegt dat je ook professioneel gesproken er goed aan doet multiculti in je bedrijf te hebben.
    – Ik zelf schreef in 1981 in MGV al over het probleem verwarde mensen en politie.
    – De plannen van Menzis is methodologische en statistische kwakzalverij. Punt uit. Het echte probleem is dat ze dat daar niet begrijpen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.