The usual suspects gaven uiteraard marktwerking de schuld. Hoe eenvoudig is je leven als er een probleem in de zorg is en je alleen maar ‘marktwerking’ hoeft te roepen? Het probleem van Charlotte heeft weinig met marktwerking te maken, is een symptoom van veel diepere problemen en kent vele andere verschijningsvormen, lichter en zwaarder.
Overzichtelijk
Vroeger was de wereld overzichtelijk. Ouderen werden in bejaardenhuizen geparkeerd, psychiatrische patiënten in instellingen in bosrijke omgevingen en dan waren er ook nog de zuil en het gezin als sociale achtervang voor de relatief eenvoudigere gevallen.
Veranderingen
Op al die domeinen is de wereld enorm veranderd. Nieuwe wetenschappelijke inzichten leerden ons dat het beter is als mensen zoveel mogelijk in de wijk of in hun eigen sociale omgeving blijven wonen, ook als ze kwetsbaar zijn. Tegelijkertijd is de rol van de zuil en het gezin verdund. De combinatie van deze maatschappelijke ontwikkelingen leidt tot vier fundamentele problemen die elkaar verergeren.
Overheid
Ten eerste kijkt iedereen naar de overheid om in te grijpen als er ergens in de samenleving een probleem ontstaat. Nu heeft de overheid uiteraard een belangrijke rol te spelen, maar het teveel naar de overheid kijken, verkleint de zelfredzaamheid en leidt onherroepelijk tot teleurstellingen. En omdat de overheid een euro maar één keer kan uitgeven, leidt het ook nog eens tot wachtlijsten, waar de Charlottes van deze wereld vervolgens de dupe van worden. Let wel, ik claim niet dat mensen met ernstige psychische klachten minder beroep op de overheid moeten doen. Het is een algeheel te groot beroep op de overheid dat het systeem platgooit waardoor de gevallen die echt geholpen moeten worden de dupe worden.
Geen zorg
Het tweede probleem is dat een stijgende groep mensen zorgvragen heeft terwijl de oorzaak en de oplossing vooral buiten het domein van de zorg plaatsvinden. Denk aan jongeren met schulden, thuiswonenden met dementie, mensen met obesitas, ouderen met verhoogde kwetsbaarheid, mensen met multi sociale-economische problematiek en verminderende zelfredzaamheid. Deze groep is groot en wordt elke dag groter.
Medisch model
In veel gevallen is er wel een concrete gezondheidsklacht waar iets aan gedaan moet worden. Maar de onderliggende redenen en fundamentele oplossingen liggen in het sociale domein. De zorg kan daar als stelsel niet goed mee uit de voeten. Artsen en verpleegkundigen zijn opgeleid om mensen beter te maken. Daarnaast worden burgers steeds mondiger en vragen om panklare oplossingen die er niet zijn. Het medisch model wordt dan maatgevend, ook in situaties die daar helemaal niet om vragen.
Dementie
Neem dementie als voorbeeld. Het beeld is al lange tijd die van een ziekte waarvoor een ‘oplossing’ moet komen, bijvoorbeeld in de vorm van een magische pil. De dominantie van het medische model, het aanbod-denken en het bijbehorende hulpverlenersperspectief is nog altijd diepgeworteld. Ondertussen geven mensen met dementie aan niet meer voor vol te worden aangezien, maar als ontmenselijkte, wilsonbekwame patiënten. Het medische aanbod dat mensen met dementie krijgen sluit niet aan op de vraag om ondersteuning op universele menselijke behoeften die door de ziekte onder druk komen te staan. Door de impact op de persoonlijke leefwereld van mensen met dementie en hun naasten te veronachtzamen, verliezen we een enorme berg aan sociaal kapitaal en bezorgen we tegelijk mantelzorgers onnodig veel hoofdpijn.
Sociaal domein
Ligt de oorzaak van problemen in het sociale domein, begin daar dan. Het uitgangspunt van interventies is dan de sociale context van de mensen. Het heeft geen enkele zin een maagverkleiningsoperatie bij een obees persoon te doen als de sociale context waar de obesitas door is ontstaan niet wordt meegenomen. Het leidt tot herhaling van zetten, teleurstellingen, onnodige kosten en geestelijk leed. De dominantie van het medische model is in vrijwel al die gevallen contraproductief. Deze doelgroep is gebaat bij zorg als een sluitstuk van een bredere analyse, geen begin.
Industrie
Het derde probleem is dat de zorgsector zelf een prikkel heeft om het systeem in stand te houden. Stel dat er iemand met een geestelijke klacht een beroep doet op de GGZ. Op zo’n moment gaat de industrie draaien en heeft de sector nauwelijks prikkel om te wijzen wanneer effectievere aanpakken buiten het domein van de zorg beschikbaar zijn. Door aanbod-denken en financiële prikkels houdt het systeem zichzelf in stand. En dat geldt niet alleen voor de GGZ maar voor vrijwel alle domeinen van de zorg. Alleen huisartsen sturen patiënten soms terug naar huis om het een paar dagen aan te zien, al lijkt ook dit gedrag op zijn retour te zijn. En als huisartsen doorverwijzen is dat vaak naar een medisch specialist, minder vaak naar een sociaal wijkteam of een maatschappelijk werker.
Schotten
Het vierde en laatste probleem is dat mensen vaak tussen het institutionele wal en het schip vallen. Is de zorgverzekeraar aan zet, de gemeente of toch de zorginstelling ? Iedereen kijkt naar iedereen en niemand bedenkt dat dit probleem eenvoudigweg niet op het bord van kwetsbare burgers mag worden gelegd. Als het ingewikkeld wordt (en ‘grensgevechten’ zullen er altijd zijn in dit domein) dan moet er één instantie de regie pakken en verhinderen dat burgers in een administratief moeras zakken.
Giftige cocktail
De combinatie van overspannen verwachtingen wat de overheid vermag, het medische model, de medische industrie en de schotten leidt tot een giftige cocktail. Je hebt een probleem, kijkt naar de overheid, je wordt onterecht gemedicaliseerd en in de zorg gezogen en belandt ook nog eens tussen het kastje en de muur. Niet alleen wordt op deze manier enorm veel geld verspild en lopen de wachtlijsten op, ook krijgen kwetsbare groepen niet de behandeling waar ze het meest bij zijn gebaat. Hierdoor verergeren de klachten en belanden we in een spiraal naar beneden. Niet voor niets staan de kranten vol met berichten dat ouderenzorg of de GGZ onbeheersbaar worden.
Ontzorgen
Het zorgstelsel is ingericht voor goed diagnosticeerbare gevallen. Je breekt je been of je hebt een hartaanval: de industrie gaat draaien en is behoorlijk efficiënt en kwalitatief op orde. Maar voor de genoemde doelgroepen is het stelsel niet ontworpen. Dat betekent niet dat we het hele stelsel overhoop moeten gooien, want dan gooien we de baby met het badwater weg.
De enige remedie is dat we de mensen uit deze doelgroepen goed identificeren en hen vervolgens fundamenteel gaan ontzorgen, met als resultaat niet alleen een hogere kwaliteit van leven maar ook een prettige zak geld om dat te financieren.
Marcel Canoy is distinguished lecturer Erasmus School of Accounting and Assurance, en columnist voor www.socialevraagstukken.nl.
Foto: Pexels.com