COLUMN Helpt het strafrecht tegen pesten?

Pesten op scholen is een hardnekkig probleem en richt bij slachtoffers veel en langdurige schade aan. Scholen zijn weliswaar sinds 2015 verplicht om beleid te ontwikkelen om pesten tegen te gaan, maar hoe ze dat invullen is aan de scholen zelf. Dit leidt tot versnippering, een echt effectieve aanpak ontbreekt, aldus Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer in NRC-Handelsblad van 27 september j.l.

Zij wil de neiging doorbreken om ernstige pesterijen af te doen als plagen. Nog te vaak wordt tegen slachtoffers gezegd pesten nu eenmaal bij opgroeien hoort en dat zij maar wat weerbaarder moeten worden. Kalverboer wil dit aanpakken door het inzetten van het strafrecht. Pesten moet strafbaar worden, zodat daders van pesten echt kunnen worden aangepakt en er een duidelijk signaal is van de ernst van pesten. Pesters hoeven voor haar niet meteen de cel in, een leerstraf zal meestal wel afdoende zijn.

Levenslange gevolgen

Natuurlijk stuit dit idee op flinke weerstand. In het genoemde artikel komen experts aan het woord die terecht stellen dat pesten soms moeilijk te bewijzen is en dat het strafrecht zware gevolgen heeft voor de rest van het leven van de vaak nog jonge pesters. Dat is terechte kritiek, waarbij wel wordt vergeten dat pesten voor slachtoffers vaak levenslange gevolgen heeft, voor zowel gezondheid als carrière.

De echte knelpunten van het strafbaarheidsdenken zitten echter op andere plekken. Om pesten goed aan te kunnen pakken, is het noodzakelijk om een heldere visie te hebben op pesten en de oorzaken daarvan. Pas dan kunnen we kijken of het strafrecht een toegevoegde waarde heeft.

Pesten is een groepsprobleem

Om te beginnen moet pesten echt gezien worden als een groepsprobleem. Ik heb pesten als eens geherdefinieerd als het 'doelbewuste en structurele proces van uitsluiting en beschadiging door een groep'. Pesten is beschadigend of uitsluitend gedrag waarvan iedereen weet dat het niet oké is: schelden, spullen kwijt maken, rare bijnamen geven, uitlachen en belachelijk maken, met een passer in de rug prikken, buitensluiten (enzovoorts). Deze gedragingen worden onmiddellijk herkend als pijnlijk of als onaanvaardbaar gedrag als dit tegen een geliefd persoon wordt gericht. Mensen, ook kinderen, weten en voelen dat het niet in orde is. Het eerste alarmsignaal is dan ook dat iemand met dit gedrag wegkomt (of zich zelfs populair maakt) en niet gecorrigeerd wordt. Dat zegt iets over de groep: deze is onveilig en zoekt naar een slachtoffer.

Pesten kan dan ook niet verklaard worden vanuit eigenschappen van het slachtoffer, ook al heeft deze nog zulke grote oren, rode haren, extra kilo’s of wat dan ook. Het pestgedrag is het probleem, in een normale, gezonde groep heersen immers de gezonde omgangsvormen van respect en inclusie. Daar vaart immers iederéén wel bij. Dat vereist ook dat wangedrag in de kiem wordt gesmoord en structureel pesten dus niet ontstaat. In die zin kun je zelfs stellen dat pesten ook niet verklaard kan worden vanuit de dader: het is immers de omgeving die dit gedrag beloont, ondersteunt of in ieder geval niet corrigeert.

Een keiharde aanpak slaat meestal de plank mis

Pesten kan soms ernstige vormen aannemen, waarvan sommige gedragingen (van seksuele aard of fysieke mishandelingen) inderdaad onder het strafrecht geschaard zouden kunnen worden. De vraag is echter, omdat pesten zo’n complex proces is, of ook werkelijk de daders daarmee bereikt worden. Immers: de meeste pestkoppen zijn de populaire kinderen op school: knap, redelijk slim en leuk om te zien. Die weten het pesten echt wel zodanig te vermommen dat het niet gauw opvalt of geloofd wordt. Degenen die in het oog lopen zijn kinderen die zowel dader als slachtoffer zijn, die pesten omdat ze zelf ook gepest worden of in het verleden werden. Die sociaal onhandig zijn en geen steun hebben van een pestende groep. Die vooral ook op minder sympathie van de docenten kunnen rekenen. Bij een keiharde aanpak van pesten zijn zij als eerste de klos, de populaire pesters komen nog steeds overal mee weg.

En er is nog een gevaar: als een populair kind zwaar gestraft gaat worden, kan dit in een onveilige school enorme repercussies hebben voor het slachtoffer. Die is immers de klikspaan die ervoor zorgde dat X levenslang een notitie bij zijn naam heeft? Ik zie niet hoe dit de veiligheid voor het slachtoffer gaat verbeteren.

Signaal van onveiligheid

Het is de onveiligheid op scholen die daadwerkelijk aanleiding en brandstof geven aan pesten, en juist scholen kunnen niét strafrechtelijk worden aangeklaagd of vervolgd. Zelfs de inspectie gaat niet in op individuele gevallen en er is geen onderzoek naar onveilige scholen of leerkrachten in het basisonderwijs die aan het eind van het schooljaar steevast een pestende klas bij de volgende leerkracht afleveren. Scholen zijn nu weliswaar verplicht om “iets met pesten te doen”, maar als er gepest wordt geldt nog steeds dat pesten voor de school zelf een natuurverschijnsel blijft. Het voorstel van Kalverboer gaat hier precies niets aan veranderen maar maakt individuele kinderen verantwoordelijk voor het falen van hun school.

De primaire denkfout aangaande pesten zit namelijk verstopt in de woorden van Kalverboer: 'Gepeste kinderen krijgen nu te vaak te horen dat pesten hoort bij opgroeien en dat ze maar wat weerbaarder moeten worden.' Dat klopt, dat krijgen ze inderdaad te horen. Maar van wie krijgen ze dat te horen? Juist, op school. Van de docenten. En anders wel van ouders, hulpverleners en weerbaarheidstrainers. Zo lang scholen gepeste kinderen als hét probleem zien in plaats van dat ze het pestgedrag als problematisch zien, zal er niets veranderen aan pesten op scholen.

Pas wanneer scholen pesten zien als signaal van onveiligheid en dús als hun eigen tekortkoming – met alle respect voor de complexiteit van hun taak!- pas dan is een begin van een veilige school mogelijk.

Mieke van Stigt is pedagoog en socioloog.

 

Foto: Daniel Horacio Agostini (Flickr Creative Commons)

 

Dit artikel is 4035 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Goedemorgen,

    Ik ben zelf een vrouw van 41 die al jaren het doelwit is van, volgens mij mensen met een cluster b persoonlijkheidsstoornis. Na bijna tien jaar en met hulp van mensen die hun ervaringen op internet zitten kan ik dit toch redelijk met zekerheid zeggen. Ik vermoed dat pesters een persoonlijkheidsstoornis hebben en/of dat er iets niet deugt in hun karakter. Als je er zo naar kijkt dan lijkt een pester niet cool maar ziek. Zieke mensen hebben hulp nodig. Wat als het zo benaderd wordt? Maar ja, het zijn zieke mensen die op machtige posities terecht komen. Narcistisch gedrag wordt beloond. Zolang als dit gebeurd verandert er niks en wordt het alleen maar erger? Wat mij betreft wordt pesten strafbaar. Iemand die dit doet dient onderzocht te worden en geholpen. Ook als ze zelf niet willen en als ze doorgaan met het pestgedrag dan via het strafrecht. Het heeft mij sterker gemaakt en bijna mijn leven gekost. Nooit weer gaat ze dit lukken. Een kind kan nog niet omgaan met het gepest worden. Dus moeten ze hierin beschermd worden. Vriendelijke groet

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *