COLUMN Xandra van Gelder: Hoelang doe ik nog mee?

In een zandbak trappen ze met meer finesse elkaars taartjes in elkaar. Als ik naar de debatten voor de verkiezingen kijk verlang ik naar kleine jongens met oprechte woede. Die aan elkaars haren trekken, rake klappen uitdelen, tranen van vernedering inslikken en ongegeneerd uitkomen voor hun wens om te winnen.

Op diverse podia – van de Libellezaal tot Carré – zie ik mannen (m/v) die een spel spelen. Het spel dat ze betrouwbaar en verstandig zijn. Diederik Samsom, de slimste van het stel, is het meest rolvast met zijn stralende lach, rustige dictie en oneliners die zelden ingaan op de vraag. Tijdens het Carrédebat op dinsdagavond was een strenge schooljuf ingehuurd -vermomd als sexy journalist -  die het de knapen moeilijk maakte met scherpe vragen. Dat lukte vrij goed. Ik lette op degene die niet aan de beurt waren. Je zag ze op de achtergrond verwachtingsvol kijken. Wat zou, via de rode loper, terugkeren: een concurrent of een loser? Roemer, zelf schoolmeester geweest, trok zich steeds dieper in zijn angstige lijf terug.

Een paar weken geleden vroeg ik me nog af wanneer de verkiezingscampagne zou beginnen. Het was zo stil. Wat verlang ik nu naar die stilte. Hoe meer ik de lijsttrekkers volg, hoe meer ik me afvraag wat ze in hun mars hebben. Werkervaring bijvoorbeeld, hoe zit het daarmee? Rutte (1967) zit al tien jaar in de politiek en deed daarvoor personeelswerk. Samsom (1971) was zes jaar bij Greenpeace. Buma (1965) werkte ruim tien jaar als jurist en ambtenaar. Sap (1963) heeft de meeste ervaring: acht jaar onderzoeker en vijf jaar directeur van het expertisecentrum LEEFtijd. Roemer (1962) zat zestien jaar in het basisonderwijs. Voor hoeveel personeel en geld waren ze verantwoordelijk? Laten we het runnen van een land vergelijken met het leiden van een onderneming. Geen politicus zou in de verste verte voldoen aan de eisen voor de baas (CEO) en zijn managementteam - waar je een premier en een regering toch best mee kan vergelijken. Geef mij maar types als Hans Wijers, Herman Wijffels en Neelie Kroes. Die hebben zoveel ervaring dat ze zich met de inhoud bezig kunnen houden en niet hoeven te wennen aan het hebben van macht.

In deze tijd waarin geen econoom kan aangeven wat de oplossing is voor de crisis, zijn er leiders nodig die vertrouwen op hun eigen ervaring. Die de moed hebben onpopulaire maatregelen te nemen en deze willen verdedigen. Die in staat zijn hun handelen te relativeren en duidelijk te maken dat het gaat om keuzes en niet om een vermeende waarheid die alle problemen in één klop oplost. Die ‘waarheidsretoriek’ lijkt in deze campagne heilig. Ik heb gelijk, jij bent een leugenaar.

Als ik naar het optreden van de lijsttrekkers kijk, vraag ik me af wie in de dierentuin zit. Kijk ik naar een troep bavianen die nog moet uitmaken wie de alfa-aap is? Of ontmoeten zij een volk waarvan ze nog steeds geloven dat het genoegen neemt met dit niveau van democratie? Het volk voldoet aan hun verwachting. Het consumeert oneliners, laat zich gewillig peilen en gaat in meerderheid stemmen. Zolang we dat doen, tolereren we hun onwaarachtig optreden.

Xandra van Gelder is journalist, ze schrijft o.a. een column voor het Parool.