De coronapandemie hield ons de afgelopen twee jaar in de greep. We kennen allemaal de beelden en verhalen van mensen die thuis moesten werken en mensen die dat niet konden. Het maakte de kloof tussen verschillende groepen in de samenleving goed zichtbaar. Onderzoek onder bijstandsgerechtigden en professionals in het hoger onderwijs tijdens de eerste golf van de pandemie, maakt deze kloof nog beter zichtbaar. Vooral verschillen in ervaren welbevinden, regie, autonomie en toekomstperspectief kwamen hierbij aan het licht.
Bijstandsgerechtigden hadden het zwaar
We spraken voor ons onderzoek met bijna zeshonderd bijstandsgerechtigden, zonder werk en met parttime werk en aanvullende bijstand. Het overgrote deel van hen had angstklachten. De meesten hadden last van sociale en emotionele problemen, zoals eenzaamheid en sombere gevoelens. Eentje voelde zich ‘depressief en afgesloten van buiten’ en een ander waande zich thuis in ‘een gevangenis’.
Bijstandsgerechtigden zonder werk hebben de lockdown ervaren als een zware psychische last. Bij bijstandsgerechtigden met werk was de last minder. De last was het hoogst bij bijstandsgerechtigden zonder werk en met schoolgaande kinderen. Vooral het thuisonderwijs en de toegenomen drukte in huis speelden daarin een grote rol. Gezinnen zaten soms de hele dag met z’n allen in dezelfde kamer, vanwege het gebrek aan ruimte in hun kleine huizen. Dit zorgde voor stress omdat mensen slechts minimale controle hadden over hun leefomgeving. Bovendien interpreteerden ze de coronamaatregelen vaak letterlijk, waardoor ze in veel gevallen alleen buiten kwamen als dat echt noodzakelijk was.
Ze ervoeren hun arbeidssituatie als een houdgreep
Bijstandsgerechtigden met parttime werk hadden andere zorgen, vooral over het behoud van hun werk. Ze waren bang ziek te worden en niet meer te kunnen werken. Ze waren bang om te zeggen dat ze zich zorgen maakten over hoe collega’s omgingen met de coronamaatregelen. En ze vreesden dat ze vanwege gebrek aan werk naar huis gestuurd zouden worden. Door hun precaire situatie ervoeren zij een gebrek aan autonomie en zeggenschap, maar bleven zij ‘loyaal’ aan hun werkgever. Vragen om meer autonomie en zeggenschap (voice) of weggaan als dat ontbrak (exit), zagen zij niet als optie. Ze ervoeren hun arbeidssituatie als een houdgreep.
Door hun precaire situatie ervoeren zij een gebrek aan autonomie en zeggenschap
Onder bijstandsgerechtigden was de hoop op het vinden van werk of werk met een vaste aanstelling met voldoende uren laag. Onzekerheid over contractverlengingen zorgde voor ‘ellende’, zoals een bijstandsgerechtigde dat formuleerde.
Onderwijsprofessionals zagen kansen en uitdagingen
Bij de professionals van een grote onderwijsinstelling bleek vooral de werktevredenheid significant verslechterd (Ballafkih, 2021). Door de lockdown was hun werk intensiever, veeleisender en daarmee stressvoller geworden. Het gebrek aan face to face contact met studenten en collega’s en de toegenomen schermtijd viel hen zwaar. Daarentegen verbeterde door het wegvallen van reistijd hun werk-privé balans. Hun arbeidsrelatie en de mogelijkheid om volledig thuis te werken verminderden hun angst om besmet te raken of hun baan te verliezen. Met hun welbevinden was het daarom toch ook redelijk gesteld.
Door de lockdown was hun werk intensiever, veeleisender en daarmee stressvoller
De lockdown verschafte onderwijsprofessionals bovendien meer autonomie en regie in hun werk. Ze zagen het als een kans om hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Ze hoopten daarom het vertrouwen van het management te krijgen om zelf de keuze te kunnen maken tussen thuis of op locatie werken. Meer autonomie en zeggenschap past naar hun idee beter bij het ‘nieuwe werken’ (werken waar, wanneer en hoe je dat wilt). Tijdens de lockdown hadden ze laten zien dat thuiswerken niet per se leidt tot minder productiviteit. Sociale controle op locatie vinden zij daarom onnodig.
Veerkracht verschilt
De verschillen tussen bijstandsgerechtigden en onderwijsprofessionals staan voor een bredere kloof in de samenleving. De coronacrisis heeft mensen in de kwetsbare situaties, zoals laagopgeleiden, mensen met gezondheidsproblemen, werkende armen en mensen met een flexibel dienstverband, het hardst geraakt (Bosch & Van Horsen, 2021). Gevoelens van angst en verlies van grip op inkomen, werk en leven staan centraal in de ervaringen.
De verschillen leren ons dat kwetsbare groepen zich in onzekere tijden nog kwetsbaarder voelen en dat minder kwetsbare groepen juist veerkracht tonen. We zien dat de gepercipieerde persoonlijke macht van de kwetsbare groepen laag is omdat zij in onzekere tijden nog minder het gevoel hebben zelf te kunnen beslissen over en in hun arbeidsrelatie. Ze moeten en willen aan het werk, maar voice en exit zijn geen optie en loyaliteit naar werkgevers betaalt zich niet altijd uit in meer uren of een vast contract.
Goed werk zorgt voor afleiding en relativering
Bij professionals betaalt voice zich wel uit in meer autonomie en zeggenschap, wat de loyaliteit versterkt. Hun feitelijke en subjectieve onderhandelingsmacht wordt ondersteund door hun arbeidsovereenkomsten en arbeidsmarktposities.
Huidige krappe arbeidsmarkt biedt kansen
De resultaten van onze onderzoeken laten ook zien dat goed werk zorgt voor afleiding en relativering en minder goed werk juist bijdraagt aan verlies van hoop en perspectief. Goed werk is werk waarin mensen zich vrij kunnen ontwikkelen en uitdrukken, zich sociaal, maatschappelijk en economisch gerespecteerd, gewaardeerd en ondersteund voelen, zodat zij een waardig en zeker bestaan hebben).
Uit onze onderzoeken blijkt bovendien dat ons sociale zekerheidstelstel onvoldoende grip geeft op inkomen, werk en leven (zie ook WRR, 2020). Het kabinet heeft met de huidige krappe arbeidsmarkt een kans om de positie van kwetsbaren mensen te verbeteren, want ook zij hebben recht op veerkracht.
Judith Elshout is senior onderzoeker bij The Work Lab van de HvA. Zij doet daarnaast onderzoek naar het Amsterdamse Experiment met de Bijstand. Hafid Ballafkih is lector Arbeid en Menselijk kapitaal in Transitie bij The Work Lab van de HvA. Hij doet onderzoek naar arbeidsmarktmechanismen en de rol van menselijk kapitaal daarin.
Foto: Dylan Ferreira via Unsplash