Het was maar een klein bericht in de Volkskrant, 26 september jongstleden. Onderzoek van het Amsterdam UMC liet zien dat bewoners in verpleeghuizen er tijdens de eerste lockdown eerder op vooruit dan op achteruit waren gegaan. Uit het artikel: 'Het aantal conflicten tussen bewoners en tussen bewoners en personeelsleden halveerde. Er was minder kalmeringsmedicatie nodig.' Hein van Hout, hoogleraar ouderenzorg: 'We waren verrast, we hadden verwacht het omgekeerde te zien.'
Floortje Scheepers, hoogleraar innovatie van de GGZ aan het UMCU, toont een vergelijkbare verbazing. Zij zag het aantal aanmeldingen voor opname tijdens de lockdown met ‘minimaal’ veertig procent afnemen. ‘Dat had ik niet verwacht. Mijn zorg was juist dat mensen zouden vastdraaien in hun eigen gedachten, dat ze geïsoleerd zouden raken.’ Scheepers ziet sindsdien ook geen ‘boeggolf’ van nieuwe aanmeldingen.
Kwetsbaren die beter gedijen
Het onderzoek van het Amsterdam UMC en de observatie van Floortje Scheepers passen bij anekdotes van professionals in het sociaal domein. Sarah Voss, wijkggd-er in de regio Den Bosch: ‘Een meneer vertelde me dat hij zijn eigen hulpverlener miste, maar dat hij begrepen had dat hij met zijn buren contact mocht zoeken. Dat heeft hij toen maar gedaan. Hij zei: “Als ik niemand zie, dan ziet niemand mij meer en dan weet niemand het als het niet goed gaat.”
Harold Brouwer, sociaalpsychiatrisch verpleegkundige bij de gemeente Heerenveen: ‘De dagbesteding viel weg voor mensen, maar ook de thuiszorg. Ik zag bij sommigen dat ze toen hun eigen huis gingen bijhouden. Dat deden ze eerst niet, want ze hadden thuiszorg.’
We werden tijdens de lockdown ontzettend inclusief
Temidden van alle begrijpelijke zorgen over de impact van de corona-maatregelen is het een intrigerende ontwikkeling: een substantiële groep kwetsbare mensen gedijde juist beter in de lockdown-maanden. Waarom? En wat zegt dat over de hulpverlening aan hen? Betrokkenen zien twee mogelijke verklaringen.
De eerste is dat met de eerste lockdown tijdelijk een ‘ontzettend inclusieve samenleving ontstond’, zoals lector Lilian Linders (InHolland) het noemt. Waar voor de lockdown de samenleving een confronterende spiegel voor het eigen leven was, met mensen die allemaal succesvoller waren, viel dat nu weg. Floortje Scheepers hierover: ‘Het is met de lockdown des te duidelijker geworden dat hoe wij denken en voelen erg bepaald wordt door interactie met anderen.’
Voor sommigen was het wegvallen van de hulp een verlichting
Ten tweede bleek het plotsklaps wegvallen van dagelijkse hulpverlening voor sommige mensen een verlichting. Verpleegkundige Harold Brouwer zag dat voor cliënten ‘de stress van professionals’ er niet meer was. Ggz-lector Jaap van der Stel constateert dat hulpverleners te vaak instrument zijn van de strategie van hun cliënten. ‘Cliënten maken slim gebruik van professionals. Als er ergens iets in hun leven misgaat, weten ze dat er hulpverlening in de buurt is. Maar nu was die professional er ineens niet meer. En dan doen ze het dus zelf.’
Volgens Lilian Linders liet de lockdown zien dat op het moment dat mensen voelen dat ze er echt bij horen, onderdeel zijn van de samenleving, positiever en actiever in het leven staan. ‘Hulpverleners hebben na te denken over hoe ze dat vertalen in de relatie. Voor je het weet, zeg je “meneer, u zit al zolang binnen”, dat is echt anders dan “ik zou het fijn vinden met je te wandelen”.’
Hulpverlener heeft te weinig oog voor de omgeving
De lockdown afgelopen voorjaar toonde aan dat in het sociaal domein de nadruk van de hulpverlener te veel op de cliënt zelf ligt, op het individu, en te weinig op de omgeving, de context waarin diegene leeft. Juist door die context ten positieve te beïnvloeden, gaan kwetsbare mensen individueel beter functioneren.
Het is een besef dat in het sociaal domein en de geestelijke gezondheidszorg al terrein aan het winnen was en met de lockdown extra bewijs krijgt. Dat besef geldt ook voor het ideaal van de participatiesamenleving. ‘Meedoen' is de norm en wordt ook door hulpverleners als positieve interventie voorgesteld. Maar meedoen waaraan? Floortje Scheepers: ‘Proberen we mensen te empoweren om mee te kunnen rennen of accepteren we dat mensen het op een andere manier ook redden in het leven?’
Veel mensen die hulp krijgen vanuit ggz en of sociaal domein hebben geleden onder de lockdown en de gevolgen daarvan. Dat leed wordt begrijpelijkerwijs breed uitgemeten in landelijke media. Maar juist de veerkracht van een deel van hen is nader onderzoek waard en mogelijk leerzaam voor de professionals die in dat sociaal domein werken.
Piet-Hein Peeters is journalist.
Dit is een bewerkte en ingekorte versie van het artikel 'Kwetsbaren die gedijen dankzij corona' dat verscheen in het najaarsnummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.
Foto: Adrian Black (Flickr Creative Commons)