We hebben juist geen idee wat afkomst en covid-19 met elkaar te maken hebben

Dankzij IC-directeur Armand Girbes vragen we ons sinds het vorige weekend af of mensen met een migratieachtergrond meer kans lopen op besmetting, ziekte en sterfte door covid-19. Dat de wetenschap nog geen antwoord heeft, bevestigt het bestaan van een diepe sociale ongelijkheid.

Vorige week zondag vertelde IC-directeur Girbes in zijn audiodagboek dat het hem opviel dat er vooral patiënten met een ‘niet-westerse’ achtergrond op de intensive care van het VUMC liggen. Navraag bij collega’s in Den Haag, Rotterdam en Utrecht leerde dat zijn afdeling geen uitzondering is. Girbes’ observatie kwam mede in de spotlight te staan vanwege een racistische tweet van PVV-voorman Geert Wilders die beweerde dat deze groep patiënten behalve een taalachterstand ook ‘lak aan de regels’ hebben.

Een dag later claimde de voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) dat er ‘steeds meer onderzoeken wijzen op uitbraken […] onder migranten.’ Dezelfde dag rapporteerde RTL Nieuws over besmettings- en testcijfers van 39 wijken en stadsdelen in de vier grote steden, waaruit zou blijken dat de besmettingsgraad hoger is in wijken met een sociaaleconomisch zwakke populatie. Wijken waar ook veel mensen met een migratieachtergrond wonen. In de media kwam direct een zoektocht op gang naar de mogelijke verklaringen voor de oververtegenwoordiging van coronapatiënten met een migratieachtergrond.

Wat we níet weten

Uit de rondgang onder experts komt vooral naar voren dat we niet weten of mensen met een migratieachtergrond disproportioneel besmet raken, ziek worden of overlijden door covid-19. Het beeld op ic’s is niet eenduidig. Drie grote ziekenhuizen in Rotterdam zeggen desgevraagd het beeld van Girbes niet te herkennen, andere ziekenhuizen willen er niets over kwijt vanwege taboe of privacy.

In tegenstelling tot wat KHN-voorzitter beweerde, is er in Nederland nauwelijks wetenschappelijk onderzoek verricht naar afkomst en covid-19. Internist Marcel Levi – tot 2017 bestuursvoorzitter van het AMC en tegenwoordig CEO van het University College London Hospitals – schreef in juli in Medisch Contact dat Nederland ‘vrijwel het enige land in de wereld’ is dat weinig aandacht besteedt aan ongelijkheid naar afkomst. ‘Niet omdat het hier niet zou bestaan, maar vooral omdat we het niet registreren.’ Volgens Levi lopen we daardoor belangrijke informatie mis om kwetsbare groepen te identificeren en ‘te behoeden voor onheil’.

Er is alle reden om zulk onderzoek wel te doen, omdat de coronacrisis bestaande sociale ongelijkheden uitvergroot en de gezondheidsverschillen symptoom zijn van complexe ongelijkheid. Het is een stapeling en interactie van factoren.

Vooral sociaal kwetsbare groepen betalen de tol

Deskundigen vertelden deze week – onder meer in het AD, het NRC en RTL Nieuws – dat er meerdere factoren zijn die verklaren waarom vooral sociaal kwetsbare groepen te duchten hebben van het coronavirus. Zorgbestuurder Suzanne Kruizinga zei in ‘Goedemorgen Nederland’ dat Girbes’ observatie ‘iets bloot legt wat we al veel langer weten’. Dat bijvoorbeeld een taalachterstand van belang kan zijn, werd in augustus al opgemerkt door twaalf hoogleraren die adviseerden over betere communicatie over coronamaatregelen.

De regering benadrukt het belang van thuiswerken en beperkt reizen, maar het is allang duidelijk dat dit voor veel mensen in laagbetaalde en laaggeschoolde beroepen geen optie is.

Ook al langer bekend is dat hogere gezondheidsrisico’s onder migranten vooral een ‘armoedekwestie’ zijn, aldus vier hoogleraren in het NRC. Karien Stronks, hoogleraar aan het Amsterdam UMC, schreef in 2019 in het Parool dat ‘steeds meer onderzoek laat zien dat afkomst er wel degelijk toe doet’ hoewel onze kennis nog beperkt is.

Stronks wijst op de rol van sociaaleconomische ongelijkheid: ‘Armoede, stress door discriminatie, een omgeving waarin roken heel gewoon is, wonen in een onveilige buurt: het zijn allemaal factoren die schadelijk zijn voor de gezondheid.’

Registratie naar afkomst

Gezondheidsinstellingen in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië registeren patiënten naar afkomst. Daardoor was in die landen al vroeg in de coronacrisis bekend dat zwarte Amerikanen en Britten met een migratieachtergrond een veel grotere kans hebben om te overlijden dan hun witte landgenoten. In Engeland en Wales was in mei al duidelijk dat mensen in laagbetaalde sectoren – bouw, schoonmaak, persoonlijke verzorging, winkelpersoneel – een grotere kans hebben om dood te gaan aan covid-19.

In Nederland moesten we het doen met één analyse van het CBS, van sterftecijfers in de eerste zes weken van de coronacrisis. Uit dat onderzoek blijkt dat de sterfte hoger was onder mensen met een migratieachtergrond dan onder mensen met een Nederlandse achtergrond.

Pas afgelopen woensdag werd iets bekend over lopend onderzoek van het CBS en het Amsterdam UMC waaruit blijkt dat Nederlanders met een Surinaamse achtergrond harder getroffen lijken te worden door het coronavirus dan andere groepen met een migratieachtergrond. Begin november verschijnen de resultaten van een onderzoek van het Amsterdam UMC naar ‘etniciteit en covid-19’, waarbij specifiek wordt gekeken naar besmetting, ziekteverloop en effect van coronamaatregelen.

'Idiote privacyredenen'

Gelet op het buitenlands onderzoek naar covid-19 en de vermoedelijke rol van afkomst en sociale achterstand bij besmetting, ziekteverloop en sterfte dringt zich de vraag op waarom er in ons land niet meer en eerder onderzoek is gedaan naar de rol van afkomst en sociale achterstand.

Levi wijst op ‘idiote privacyredenen’ waardoor ziekenhuizen en zorgverleners in Nederland geen afkomst van patiënten mogen registreren. Volgens Corrette Ploem en Jeanine Suurmond, beiden verbonden aan het Amsterdam UMC, mag dit wél. Voorwaarden zijn dat het onderzoek bijdraagt aan het verminderen van gezondheidsongelijkheden en dat de privacy is gewaarborgd. Gelet op wat mogelijk is, kun je je afvragen of ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen wel de noodzaak inzien van registratie. Het antwoord van het Diakonessenhuis in Utrecht op de vraag wie er op hun ic liggen – ‘een ic-patiënt is een ic-patiënt’ – in die context verontrustend.

Het besef dat dit anders moet

We hebben het afgelopen jaar veel gediscussieerd over ongelijkheid, discriminatie en racisme. Het is een feit dat gegevens over afkomst op vele manieren worden gebruikt ten nadele van mensen met een migratieachtergrond – zoals het afgelopen jaar nog duidelijker is geworden: door onder meer de politie, belastingdienst, overheid, werkgevers en makelaars.

Het is tegelijkertijd ook zo dat er in dit geval weinig moeite wordt gedaan om gegevens over afkomst en sociale achterstand op een verantwoorde manier te verzamelen en gebruiken ter bescherming van mensen met een migratieachtergrond – om ongelijkheden op het gebied van gezondheid tegen te gaan. Te hopen valt dat de observatie van IC-directeur Girbes leidt tot een besef dat dit anders moet.

Gwen van Eijk is criminoloog en stadssocioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze doet onderzoek naar sociale ongelijkheid in beleid en praktijk.

 

Foto: Dmitry Osp  (via Pexels)