De waarde van bijverdienen in de bijstand is meer dan geld alleen

Naast je bijstandsuitkering werken levert amper iets extra’s op. Wat je bijverdient gaat immers grotendeels van je uitkering af. Docent-onderzoeker Judith Elshout legt uit dat bijverdiensten echter ook een sterke immateriële, symbolische betekenis hebben. Alleen al daarom moet bijverdienen mogelijk worden.

Als bijstandsgerechtigden parttime werken en aanvullend bijstand ontvangen dan worden de inkomsten uit werk verrekend met de uitkering. Netto houden zij er dus niets aan over. Steeds meer mensen zien dat dit anders moet. Gelukkig experimenteren verschillende gemeenten met de mogelijkheid om bij te verdienen in de bijstand.

Zo ook Amsterdam. Parttime werkenden mogen daar 30 procent van hun maandelijkse inkomen houden tot een maximum van 219 euro per maand. Deze ‘bijverdienpremie’ wordt twee keer per jaar uitgekeerd en heeft daarom geen invloed op inkomstenverrekeningen en huur- en zorgtoeslagen.

Het gaat hier niet alleen om geld in de platte, financiële zin

Het werk van deze parttime werkenden loont. Niet alleen vanwege de centen, maar bovenal als blijk van waardering. Het gaat hier niet alleen om geld in de platte, financiële zin, maar zoals ik in mijn proefschrift Roep om respect (2016) schreef, vooral om de immateriële, symbolische betekenis van een geldelijke beloning. Loon staat namelijk ook voor waardering en erkenning. En wel om vier redenen.

Minder afhankelijkheid en meer zelfrespect

Ten eerste staat een zelf verdiende beloning voor onafhankelijkheid. Als bijstandsgerechtigden een deel van hun verdiende inkomen mogen houden, biedt dit hen iets meer financiële zelfstandigheid. Ze zijn minder afhankelijk van de staat.

Ten tweede is de premie belangrijk voor zelfrespect, omdat de beloning laat zien dat een werkgever een beloning overheeft voor zijn of haar diensten. Daardoor leidt het werk tot meer voldoening. De beloning voegt waarde toe aan het werk.

Meer wederkerigheid en geen vernedering

In het verlengde daarvan staat een beloning op de derde plaats voor wederkerigheid. Een werkgever beloont een parttimer voor inspanningen die, op zijn of haar beurt, zich verplicht voelt afspraken over zijn inzet na te komen. Een beloning is daarmee een schakel in de wederkerigheid. Houden parttimers aan hun inspanningen niets over dan ontbreekt een dergelijke relatie.

Als vierde en laatste weerspiegelt een beloning iemands bijdrage in vergelijking tot anderen. Het doet ertoe wat anderen voor een vergelijkbare inspanning ontvangen. Als anderen wél betaald krijgen voor hetzelfde werk en bijstandsgerechtigden niet, dan ervaren zij dat als vernederend, zo bleek uit mijn promotieonderzoek.

Uitkering is geen loon

Nu hoor ik u denken: ‘Bijstandsgerechtigden krijgen toch een uitkering in ruil voor het werk dat ze doen? Een uitkering kan toch worden gezien als loon?’ Nee. En wel om de vier symbolische betekenissen die ik hierboven beschreef. Een uitkering symboliseert afhankelijkheid van de staat. Bijstandsgerechtigden ‘verdienen’ hun bijstandsuitkering – in figuurlijke en in letterlijke zin – niet zelf.

Een uitkering symboliseert afhankelijkheid van de staat

Ook ontbreekt de wederkerigheid omdat ze niet worden betaald voor hun diensten door een werkgever. Ze leveren het geld in bij de gemeente. Ten derde heeft het ontvangen van een uitkering geen betrekking op de waardering voor iemands inspanningen. Het is bovendien niet bevorderlijk voor hun eigenwaarde als ze werk doen waarvoor anderen wel beloond worden.

Participatiewet herzien

In het coalitieakkoord is opgenomen dat in de bijstand de bijverdiengrenzen verruimd moeten worden. Daarom is nu het moment om de Participatiewet te herzien.

Als we parttimers in de bijstand willen motiveren, dan mag financiële erkenning daarin niet ontbreken. Want ook bijstandsgerechtigden verdienen het om gewaardeerd te worden voor hun inzet en om trots te zijn op hun werk en op zichzelf.

Judith Elshout is socioloog en senior onderzoeker en docent Social Work bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Dit artikel is ook te lezen op www.koepeladviesradensociaaldomein.nl.

 

Referentie

Elshout, J. (2016). Roep om respect. Ervaringen van werklozen in een meritocratiserende samenleving. Stichting de Driehoek.

 

Foto: Hartwig HKD (Flickr Creative Commons)

 

Dit artikel is 1477 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Wie een keer vanaf 1 januari via ‘dezelfde’ website zoals van een krant, een beetje zou volgen hoeveel geld de mensheid beweert te ‘hebben’ gaat na een jaar, dus het laatste getal vul je in op 31 december, van schrik beseffen dat er genoeg middelen zijn voor een prettig bestaan. Arbeid is dan een manier om ons te voorzien van wat nodig is. Dus kan ‘iedereen’ van het leven iets aardigs maken.

    Werk is dan niet meer de norm. Maar een keuze voor als je meer wil verdienen of meer met je talenten wil doen. Maar als meedoen ook een waarde heeft, dan is dat ook een mogelijkheid. Er is geen enkel besef meer over het geld wat de mensheid zou ‘hebben’. Er is kennelijk wel genoeg om naar een andere planeet te gaan, maar niet genoeg om de mensheid van een aardig bestaan te voorzien. Een basisinkomen is dus volledig haalbaar en betaalbaar. Maar dan eerst voor de mensen die nu bezwijken onder het systeem waar ze nu in vast zitten. Want een basisinkomen is bedoeld als basisbedrag, wie zelf ‘genoeg’ geld kan verdienen gaat het dus ook niet krijgen. Als dat niet kan, door ziekte of andere redenen, dan mag je een basisbedrag ontvangen omdat het nodig is. En dan krijgt ook vrijwilligerswerk een logische waarde, omdat je iets doet voor jezelf en anderen.

  2. Ik zou hier uit eigen ervaring wel n keer met mevr J. Elshout over willen babbelen hoor.

  3. Mensen werkzaam in de sociale werkvoorziening ontvangen, voor zover ik weet, geen vergoeding voor hun werkzaamheden waar de “werkgever” wel een factuur stuurt naar de opdrachtgever.
    Is dit niet een moderne vorm van slavernij?

    Voornoemde mensen verrichten werk waar een commerciële waardering tegenover staat terwijl de participatie wet zeer bescheiden ruimte in geld en in tijd toestaat. In de praktijk, mijn bekende praktijk, is de relatie inspanning beloning nihil…

    Nu dit duidelijk ter sprake brengen en oplossen scheelt excuses in de toekomst….

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.