Gelijkere arbeidsmarkt: mannen moeten meer zorgen

Genderstereotiepe opvattingen onder jongvolwassenen beïnvloeden hun keuzes rond leren, werken en zorgen. En dat geldt met name voor jonge mannen, blijkt uit onderzoek van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Onderzoeker Paula Thijs heeft beleidsaanbevelingen.

Gelijkheid in arbeid en inkomen tussen mannen en vrouwen is een van de centrale doelstellingen van het Nederlandse emancipatiebeleid. Die situatie is echter nog steeds verre van bereikt. Ondanks de enorme toename van het opleidingsniveau en arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, en ondanks diverse beleidsmaatregelen, is er nog steeds sprake van een sterke scheiding tussen mannen en vrouwen in studierichtingen en beroepssectoren, werken vrouwen minder vaak fulltime en dragen zij meer verantwoordelijkheid voor zorgtaken dan mannen. Deze verschillen beginnen al op jonge leeftijd.

Er is steeds meer aandacht voor de rol van (geïnternaliseerde) genderstereotypen in het verklaren van deze hardnekkige verschillen. Genderstereotypen kunnen een vrije keuze in de weg staan. Empirisch onderzoek naar dit verband in de Nederlandse context is echter nog schaars.

Een ambitieuze vrouw lijkt meer te worden geaccepteerd dan een zorgzame man

In ons onderzoek hebben wij gekeken in hoeverre de eigen stereotiepe denkbeelden de keuzes van jongvolwassenen in Nederland belemmeren en hoe dit verschilt tussen mannen en vrouwen. Ook hebben we onderzocht in hoeverre door werkgevers aangeboden regelingen daar iets aan kunnen doen. De resultaten zijn gebaseerd op een enquête onder ruim 1300 jongvolwassenen tussen 25 en 35 jaar in Nederland en twee groepsinterviews met jonge ouders.

Stereotiepe denkbeelden bij jongvolwassenen

In het onderzoek keken we naar verschillende metingen van stereotype denkbeelden. We zien dat jongvolwassenen ‘daadkracht-kenmerken’ vaker toeschrijven aan mannen, en ‘gemeenschapszin-kenmerken’ vaker aan vrouwen. . Gemiddeld 42 procent van de jongvolwassen mannen, en bijna 32 procent van de vrouwen associeert eigenschappen als ambitieus, besluitvaardig, moedig en agressief vooral met mannen. En bijna 60 procent vrouwen en ruim de helft van de mannen vindt de eigenschappen warm, meelevend, sensitief en emotioneel vooral iets voor vrouwen. Gemeenschapszin-kenmerken worden sterker met vrouwen geassocieerd dan daadkracht-kenmerken met mannen. Een ambitieuze vrouw lijkt dus meer te worden geaccepteerd dan een zorgzame man.

Ook laat het onderzoek zien dat jongvolwassen mannen vaker dan vrouwen denken dat gender bepalend is voor iemands karakter en dat dit onveranderlijk is. Zo’n 30 procent van de jonge mannen is het hier (helemaal) mee eens, tegenover 20 procent van de jonge vrouwen.

We zien weinig steun voor traditionele genderrolopvattingen, waarbij de moeder voornamelijk verantwoordelijk voor de kinderen zou moeten zijn. Jonge mannen onderschrijven dergelijke opvattingen wat vaker dan jonge vrouwen.

Keuzes rond studie en werk

Geïnternaliseerde stereotiepe denkbeelden over gender werken bij jongvolwassen mannen door in hun gedrag met betrekking tot studierichting en werk. Mannen met genderstereotiepe denkbeelden en een traditionele moederschapsideologie kiezen vaker een studierichting in de techniek of ICT, werken vaker in deze sectoren en werken vaker voltijds.

Mannen en vrouwen noemen het werk van de man als grootste obstakel voor ideale taakverdeling

Bij jonge vrouwen vinden we in het onderzoek gemiddeld genomen geen directe invloed van de eigen genderstereotiepe opvattingen op de studierichting, beroepssector en arbeidsduur. Jongvolwassen vrouwen werken weliswaar vaker in deeltijdbanen dan mannen, maar dit hangt vooral samen met de sector waarin zij werken (zoals zorg of onderwijs) en de studierichting die daaraan vooraf is gegaan. Bij vrouwen spelen gendernormen in hun sociale omgeving mogelijk een grotere rol.

De keuzes die mensen op jonge leeftijd bewust of onbewust maken, hebben grote invloed op de levensloop. De studiekeuze is sterk bepalend voor de beroepssector en schept daarmee belemmeringen en mogelijkheden later in het leven. De sector waarin iemand werkt, hangt weer sterk samen met of iemand fulltime of parttime werkt. Zelfs als mannen wel graag parttime willen werken, dan is het afhankelijk van de sector of dat een mogelijkheid is. Eenmaal een (stereotiepe) pad ingeslagen is het lastig om daarvan af te wijken.

Liever gelijk(er) verdelen

Eenzelfde patroon zien we bij de taakverdeling in het huishouden. Hoe sterker de genderrolopvattingen van jonge mannen, des te kleiner hun aandeel in het huishouden. Jonge vrouwen dragen steevast meer verantwoordelijkheid voor zorgtaken dan mannen, ongeacht hun opvattingen en of zij betaald werk doen. Na de komst van kinderen is 70 procent van de jongvolwassen vrouwen minder gaan werken en ruim 80 procent meer gaan zorgen.

De meeste jongvolwassen mannen bleven daarentegen evenveel werken of zijn zelfs meer gaan werken. Iets minder dan de helft van de mannen zegt meer zorgtaken op zich te hebben genomen, maar slechts 10 procent is ook minder gaan werken.

Zowel vrouwen als mannen geven aan de taken liever gelijk(er) te willen verdelen. En beide noemen het werk van de man als grootste obstakel voor de ideale taakverdeling.

Werkgeversregelingen houden ongelijkheid in stand

Vanuit de overheid en werkgevers zijn diverse beleidsmaatregelen ingesteld om werk en zorg beter te kunnen combineren. In ons onderzoek vonden we bij vrouwen echter geen effect van het gebruik van regelingen die werkgevers aanbieden (zoals flexibele werktijden, verlof of aanvullende kinderopvang) op de arbeidsduur en de taakverdeling in het huishouden. Vrouwen die gebruik maken van regelingen werken niet vaker fulltime en hebben geen gelijkere taakverdeling in het huishouden dan vrouwen die hier geen gebruik van maken.

Daarnaast zien we dat jongvolwassen mannen die voltijds werken vaker gebruikmaken van flexregelingen, maar het gebruik van dergelijke regelingen blijkt bij mannen geen effect te hebben op een meer gelijke verdeling van zorgtaken met de partner. Gebruik van flexregelingen door mannen hangt dus samen met meer werken, maar niet met een groter aandeel in hun zorgtaken. De bestaande regelingen lijken daarmee weinig effectief voor het doorbreken van genderongelijkheid.

Implicaties voor beleid

Het emancipatiebeleid heeft de afgelopen decennia vooral ingezet op maatregelen om meer vrouwen aan het (voltijds) werk te krijgen. De bevindingen van ons onderzoek laten zien dat het tijd is om de lens eens op mannen te richten. Vooral mannen hebben last van hun eigen normatieve denkbeelden over gender en ervaren daardoor minder ruimte om voor een studie of beroep in de zorg of het onderwijs te kiezen, om minder te gaan werken en de zorgtaken thuis eerlijker te verdelen. Zij lijken weinig andere opties te zien dan voltijds werken.

Dit houdt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt en in het huishouden in stand. Wanneer mannen meer verantwoordelijkheid gaan nemen voor zorgtaken, stelt dit vrouwen ook in staat om meer te (blijven) werken.

Beleid zou daarom gericht moeten zijn op het doorbreken van genderstereotypen op jonge leeftijd, en het stimuleren van jongens en mannen om hun zorgende kwaliteiten meer te ontwikkelen en te omarmen.

Paula Thijs werkt als onderzoeker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis.

Het onderzoeksrapport 'Vrij om te kiezen? Genderstereotypen en de levensloop: implicaties voor emancipatiebeleid' dat op 24 mei 2022 is gepubliceerd, is onderdeel van de alliantie Werk.en.de Toekomst. De alliantie zet zich in voor het doorbreken van genderstereotypering in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en het verbeteren van de mogelijkheden om werk, zorg en leren met elkaar te combineren. Werk.en.de Toekomst is een samenwerking van: Atria, Emancipator, VHTO en de NVR en wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

 

Foto: Marcin Jozwiak via Unsplash

Dit artikel is 1972 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. “Het emancipatiebeleid heeft de afgelopen decennia vooral ingezet op maatregelen om meer vrouwen aan het (voltijds) werk te krijgen.”

    Merkwaardig dat hier arbeidsdeelname door vrouwen gelijkgesteld wordt aan de ‘emancipatie’ van vrouwen. De kwaliteit van arbeid blijft hier buiten schot hetgeen een groot maatschappelijk probleem vormt. Zo is thans de chaos op Schiphol hier rechtstreeks het gevolg van: werknemers worden onderbetaald door slecht en zwaar werk te verrichten.
    Dat de sociale ‘verheffing’ van vrouwen slechts door arbeid kan geschieden lijkt me discutabel.
    Veel vrouwen hebben voor zichzelf die keuze al gemaakt: zijn willen thuis de kinderen kunnen opvoeden en daarvoor kun je geen fulltime baan hebben.
    Dat vrouwen toch meer gaan werken heeft vooral te maken met het tekort aan (koop)woningen waardoor mensen een torenhoge hypotheek met de bank moeten sluiten.
    Deze motivatie om als vrouw te (moeten?) werken is vooral financieel ingegeven en heeft weinig met vrouwen emancipatie te maken.
    Voor mannen is er helemaal weinig keuze aangezien zij het grootse deel van het gezinsinkomen (moeten? verdienen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *