COLUMN Voor kinderverzorgers is een moederhart niet genoeg

Eisen stellen aan kinderverzorgers is geen luxe, maar een noodzaak, zegt socioloog Rineke van Daalen in reactie op een NRC-column van Rosanne Hertzberger.

Kinderopvang is een zwakke schakel in de Nederlandse verzorgingsstaat. Onderwijs is goed verankerd, maar de behoefte aan collectieve zorg voor kleine kinderen ontstond op een ongelukkig moment. In de jaren zeventig en tachtig wilden moeders in toenemende mate de arbeidsmarkt op en politici stimuleerden hen daarin.

Maar de verzorgingsstaat werd als ongeveer klaar beschouwd en politici raakten bezorgd over de hoge kosten. Het was de tijd van bezuinigingen en van hoge verwachtingen van het particulier initiatief. Ouders werden gesubsidieerd voor de kinderopvang die ze nodig hadden als beide ouders gingen werken, hedge funds werden de organisatoren van deze nieuwe opvangorganisaties. De toeslagenaffaire is de treurige oogst van een weigering om van de kinderopvang een publieke voorziening te maken, zoals het onderwijs dat is.

Traditie van onbezoldigd moederen

Kinderbelangen waren niet aan de orde. Ja natuurlijk, Nederland zou Nederland niet zijn, als experts geen regels zouden formuleren waaraan voorzieningen moesten voldoen. Regels over gezondheid en veiligheid van de ruimten bijvoorbeeld. Maar hoe die verzorging eruit zou moeten zien, en wat het professionele gehalte van de verzorgers zou moeten zijn – dat bleven problemen, net zoals dat het geval was bij het werk van overblijfkrachten tussen de middag op school.

Alle collectieve kinderverzorging heeft te kampen met een oeroude traditie van onbezoldigd moederen. Die verzorging werd nooit als ‘echt werk’ bekeken. Hadden moeders niet eeuwenlang met hart en ziel voor hun kinderen gezorgd, zonder opleiding, zonder betaling? Dat was toch altijd prima gelopen? Nou dan.

Haperende professionalisering

Een echo daarvan klinkt door in de column van Rosanne Hertzberger (NRC 26/27 maart 2022): ‘Een babyverzorger hoeft niet foutloos te schrijven’. Hertzberger maakt zich boos over de taaleisen die vanaf 1 januari 2025 aan kinderverzorgers worden gesteld. Eigenlijk vindt ze alle eisen overbodig. ‘Alsof de kinderopvangbranche ook maar enigszins de luxe heeft om eisen te stellen’, zo stelt ze verontwaardigd en ze denkt aan de grote tekorten in de zorg.

Wie goede kinderverzorging wil, moet goede kinderverzorgers opleiden

Zelf zie ik een haperende professionalisering als een van de oorzaken van een verzorgingstekort, maar dat tekort is een slecht argument om eisen als luxe af te doen. Dan loop je als snel in de val van het goede moederhart.

80 procent onzin

Hertzberger probeerde een paar ‘werkloze, maar capabele vrouwen’ aan een baan in de thuiszorg of de kinderopvang te helpen, maar ze stuitte daarbij op wat zij de ‘BBL-hel’ noemt , de ‘Beroepsbegeleidende leerweg’ waarin studenten vier dagen werken combineren met één dag naar school. En die ene dag besteden toekomstige oppassers aan toetsen, opdrachten en verslagen, waarvan naar Hertzbergers schatting 80 procent als onzin kan worden afgedaan.

Ik vind dat te gemakkelijk. Eisen stellen aan kinderverzorgers is geen luxe, maar een noodzaak. Wat moeten kinderverzorgers weten en kunnen? Welke kennis en vaardigheden hebben ze nodig om een reeks kinderen van 0 tot 4 te verzorgen? Dat zijn belangrijke vragen en een antwoord is niet op voorhand te geven. Het getalsmatige verschil met de verzorging van eigen kinderen is al genoeg om de een of andere vorm van professionalisering noodzakelijk te maken.

Het is goed mogelijk dat de huidige opleiding tot kinderverzorger niet goed op de praktijk aansluit, en d’s en t’s op de goede plaats zetten, lijkt ook mij geen eerste vereiste – trouwens evenmin voor de meeste andere beroepen.

Werk aantrekkelijker maken

Kinderverzorging is een vak en daarom zijn ‘papiertjes’ een belangrijk onderdeel van de professionalisering van verzorgers. Wie goede kinderverzorging wil, moet goede kinderverzorgers opleiden. Die moet de kwaliteit van de opleidingen en de arbeidsvoorwaarden verbeteren en zo de condities scheppen om het werk aantrekkelijker te maken.

Bekijk wat verzorgers voor hun vak moeten weten en kunnen, stel op basis daarvan eisen, richt de opleidingen daarop in, verbeter de werkomstandigheden, en zorg op die manier dat dit werk voor meer mensen aantrekkelijk wordt.

Gemakkelijker gezegd dan gedaan, zult u zeggen, maar wanneer de verzorging van kinderen nu eens eindelijk op waarde geschat zou worden, is dit de enige weg. Ik ben ervan overtuigd dat er meer mensen kinderverzorger willen worden wanneer ze de gelegenheid krijgen om zich tot goede vakmensen te ontwikkelen en wanneer ze hun werk onder betere omstandigheden kunnen doen.

Rineke van Daalen is socioloog en werkte aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Foto: Herald Post (Flickr Creative Commons)