Goed politiewerk bij aanpak lastige jeugdgroepen is betrokkenheid tonen

De politie speelt een belangrijke rol bij de aanpak van lastige jeugdgroepen. Soms kiest ze voor een harde lijn waarbij ze de groepsleden dicht op de huid zit. Andere keren kiest ze voor een zachtere werkwijze door met hen in gesprek te gaan. Wanneer doet de politie het goed?

Bij het beoordelen van politiewerk wordt vaak gekeken naar effectiviteit, bijvoorbeeld afgemeten aan de ontwikkeling van criminaliteitscijfers. In het geval van de aanpak van een jeugdgroep kan dit betekenen, enigszins kort door de bocht, dat de politie haar werk goed doet wanneer het aantal inbraken daalt, los van de aanpak die zij hanteert om dat voor elkaar te krijgen.

De politie moet in haar werk echter rekening houden met meerdere waarden. Het is voor haar bijvoorbeeld van belang dat burgers haar optreden accepteren. Alleen rekening houden met effectiviteit biedt daarvoor geen garantie.

Politiewerk beoordelen aan de hand van waarden

In mijn proefschrift heb ik daarom, geïnspireerd door de oratie van Jan Terpstra1 waarin hij de maatschappelijke opdracht van de politie beschrijft, een alternatief kader geformuleerd om het werk van de politie te beoordelen: een waarde(n)volle politie. Daarin staan drie waarden centraal: effectiviteit, legitimiteit en betrokkenheid.

Bij effectiviteit gaat het er naast het beheersen van criminaliteit over dat de politie de problemen van burgers (die lang niet altijd gerelateerd zijn aan criminaliteit), zo goed mogelijk probeert op te lossen in een zo vroeg mogelijk stadium. Hierbij past dat de politie analyses maakt van wijkproblemen en dat zij maatregelen neemt waarbij de inzet van dwangmiddelen beperkt blijft.

Legitimiteit gaat over de vraag of burgers vertrouwen hebben in de politie en haar optreden accepteren. In mijn onderzoek keek ik of politiemensen proberen het vertrouwen van jongeren uit de problematische jeugdgroepen te behouden en te versterken door hen respectvol en eerlijk te benaderen. De derde waarde betrokkenheid, en die tonen bij burgers in een woonwijk, bleek cruciaal bij de aanpak van jeugdgroepen en hangt nauw samen met de andere twee waarden.

In de nabijheid van jeugdgroepen verkeren

De politie kan op verschillende manieren betrokkenheid laten zien. Ten eerste door in nabijheid van burgers te verkeren. In het geval van een jeugdgroep betekent dit dat politiemensen de straat opgaan om met jongeren uit de groep een praatje te maken. Niet alleen wanneer er wat aan de hand is, bijvoorbeeld wanneer zij zien dat een jongere een overtreding begaat, maar ook als zij jongeren per toeval treffen.

Op één locatie waar ik onderzoek deed had de politie een speciaal team vrijgemaakt dat als belangrijkste taak had om aanwezig te zijn op straat en in gesprek te gaan. Op die manier leren politiemensen en jongeren elkaar kennen en kan de afstand tussen beide, zowel in letterlijke als in figuurlijke zin, worden verkleind.

Oog hebben voor de individuele jongere

Een tweede manier waarop de politie betrokkenheid kan tonen, is door oog te hebben voor de individuele situaties waarin jongeren zich bevinden. Hoewel de aanleiding voor een aanpak doorgaans is dat een groep voor problemen zorgt, is het belangrijk dat de politie aandacht blijft houden voor het feit dat een jeugdgroep bestaat uit individuele jongeren die elk kampen met eigen problemen.

Betrokkenheid betekent dat politiemensen bereid blijven om jongeren ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld door hen aan te moedigen mee te doen aan een werk- of coachtraject, ook al weten ze dat deze jongeren onderdeel uitmaken van een problematische jeugdgroep. Een politieman sprak in dit kader over de ‘twee gezichten’ van de politie. Het ene is hulp bieden, het andere is meewerken aan aanhoudingen in het kader van bijvoorbeeld een inbrakengolf.

Politiemensen moeten ook enige afstand bewaren

Betrokken politiemensen houden dus ook afstand. Als jongeren over de schreef gaan, worden zij aangepakt, bijvoorbeeld met dwangmiddelen of de opbouw van een dossier ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek.

Die afstand is ook nodig om te voorkomen dat leden van een politieteam, door de geringe afstand tussen hen en groepsleden, niet meer ‘bruikbaar’ zijn voor de recherche, zoals Eric Bervoets en Monique Bruinsma concluderen in hun onderzoek naar opsporingswerk binnen ‘hechte gemeenschappen’.

Jeugdgroepen eerlijk en respectvol benaderen

Een derde manier om betrokkenheid te tonen heeft te maken met de informele regels en normen die politiemensen hanteren in hun omgang met burgers, meer in het bijzonder het belang van een eerlijke en respectvolle benadering. In mijn onderzoek trof ik grofweg twee categorieën politiemensen aan. De eerste categorie vertelt dat zij ‘jongeren behandelen zoals de jongens hen behandelen’ en dat zij ‘respect hebben voor mensen als zij dat ook voor de politie hebben’. Andere politiemensen zeggen over deze politiecollega’s dat ze op een verkeerde manier met jongeren omgaan door ze ‘in de lampen te zetten’.

De tweede categorie zegt het belangrijk te vinden jongeren eerlijk, respectvol en rechtvaardig te behandelen, ondanks de wijze waarop groepsleden zich ten opzichte van de politie gedragen. Deze politiemensen zijn in staat om boven het gedrag van jongeren uit de jeugdgroep te staan. Zij laten zich niet leiden door het gedrag van de jongeren bij de keuze om bijvoorbeeld wel of geen contacten te leggen en te onderhouden. Hoewel beide categorieën politiemensen het woord respect gebruiken, is de laatste werkwijze een voorbeeld van wat ik met het tonen van betrokkenheid bedoel.

Betrokkenheid tonen is cruciaal

Mijn onderzoek laat zien dat het tonen van betrokkenheid het kernonderdeel is van een waarde(n)volle politie. Het helpt bijvoorbeeld bij het maken van een probleemanalyse. Als de politie in nabijheid van jongeren uit de jeugdgroep verkeert, krijgt zij tijdig en beter zicht op de verschillende problemen binnen de groep en op de problemen van individuele groepsleden. Zij kan dan maatregelen nemen wanneer problemen nog niet al te ernstig zijn. Bijvoorbeeld door de jongere en het gezin waarin hij opgroeit in contact te brengen met een gezinscoach.

Betrokkenheid is ook belangrijk voor de maatregelen die de politie neemt. Politiemensen die oog hebben voor de situatie van individuele jongeren en die het belangrijk vinden op een eerlijke en respectvolle manier met hen om te gaan, kiezen er doorgaans voor dwangmiddelen beperkt in te zetten. Tot slot zijn, volgens politiemensen zelf, eerlijkheid en respect cruciaal om ervoor te zorgen dat jongeren de politie legitimiteit toekennen.

Aanbeveling voor politiepraktijk: structureel aandacht voor contact

Het leggen en onderhouden van contacten blijkt een belangrijke rol te spelen bij de verschillende manieren waarop politiemensen betrokkenheid tonen. De Nationale Politie zou daarom structureel aandacht moeten hebben voor contacten met leden uit jeugdgroepen (en ook met andere wijkbewoners overigens).

Dat gaat verder dan het organiseren van één of twee bijeenkomsten, want die veranderen weinig aan de manier waarop politiemensen werken. Dat lijkt wel te gebeuren wanneer er structureler aandacht komt voor het belang van contact, wanneer politiemensen hiermee ervaring opdoen en zo ontdekken dat hun werkwijze de relatie tussen hen en de jongeren verbetert.

Anne van Uden is bestuurskundige en docent aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Dit artikel is gebaseerd op haar proefschrift ‘Jeugdgroepen en goed politiewerk. Een empirisch onderzoek naar de aanpak in Nederland’. Daarin zijn ook literatuurreferenties terug te vinden.

 

Noot

  1. Terpstra, J.B. (2010). De maatschappelijke opdracht van de politie. Over identiteit en kernelementen van politiewerk. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

 

Foto: Kevin (Flickr Creative Commons)