INTERVIEW Community organizer Lee Staples: Agiterende vragen

Agitatie en sociale actie – het zijn woorden die zonder ironie en moeiteloos uit de mond rollen van Lee Staples, hoogleraar in Boston, maar vooral sinds veertig jaar community organizer in de VS, net als Obama voorheen. ‘Je begint met iets kleins, als twee mensen klagen over rondscheurende auto’s, dan heb je een issue.’

Lee Staples houdt zich als hoogleraar aan de Boston University intensief bezig met community organizing. Opbouwwerk in Nederland lijkt daarop, maar de Amerikaanse community organizer is veel meer dan de Nederlandse opbouwwerker een agitator. Hij brengt mensen bij elkaar die ontevreden zijn, opdat ze van hun buurt een leefbaarder plek maken. Vaak is ook ‘sociale actie’ onvermijdelijk: eisen stellen, de media bespelen, een protestbijeenkomst organiseren, het stadhuis bezetten. In de woorden van Staples gaat het om ‘het  uitoefenen van macht’. President Obama was een community organizer, en Staples voelt zich met hem verwant. Meer nog dan een professor, is Staples een man uit de praktijk. Sinds midden jaren zestig werkt hij in de meest gedepriveerde buurten van de VS; zijn hoogleraarschap was een erkenning van alle kennis die hij daar opdeed.

Het is merkbaar aan zijn manier van opereren. Op een zonnige zaterdagochtend in maart is hij te gast bij de weekendschool voor middelbare scholieren in de Bijlmer. Een groep van veertien 15-jarige jongeren van Ghanese afkomst vertelt hem – ze spreken probleemloos Engels – over het zaterdagprogramma van huiswerk maken, debatteren en luisteren naar een spreker. Staples is authentiek geïnteresseerd. ‘Ik werk in Chelsey, dicht bij Boston, met zwarte jongeren. Die worden aan de lopende band door de politie gefouilleerd op wapens, hoe is dat bij jullie?’ ‘Hier net zo’, reageert een van de jongens. Staples: ‘Wat zou je daaraan kunnen doen?’ De jongen: ‘Wat kún je?’ Staples: ‘Je kan een bijeenkomst organiseren, iemand aanwijzen die als leider optreedt, een afspraak maken met de politie om ze te vragen of ze met meer respect willen optreden.’ Jongen: ‘Het imago van de Bijlmer is slecht, dat is moeilijk te veranderen.’ Staples: ‘En als je dat toch zou willen?’ Een meisje: ‘We zouden een magazine kunnen maken.’ Staples: ‘Klinkt goed. Als je samenwerkt, kun je veel veranderen^– meer dan je denkt.’

Een paar uur later, bij een lunch van een broodje Dönner en een bekertje Fernandes, blijkt Staples opnieuw net zo lief vragen te stellen als antwoorden te geven. Na een minuut of tien onderwerpt hij zich toch.

U bent na meer dan veertig jaar nog steeds heel actief als een community organizer en u gaat nog regelmatig van deur tot deur om mensen in beweging te krijgen. Waarom eigenlijk?

Staples: ‘Het gaat mij om meer dan dat er stoplichten worden geplaatst en dat het vuil wordt opgehaald. Het ideologische is voor mij belangrijk, de herverdeling van inkomen en macht, sociale rechtvaardigheid. Dat geldt voor veel community organizers, en het is ook de reden dat ze zo lang en hard werken voor zo weinig geld.’

U was directeur bij Acorn, de Association of Community Organizations for Reform Now, een organisatie  die nationaal de lage-inkomensgroepen organiseerde en zich hard maakte voor betaalbare huizen,  onderwijs en publieke voorzieningen. Vorig jaar ging de organisatie ter ziele, wat ging er mis?

‘We probeerden met Acorn iedereen te verenigen: armen, immigranten, zwart en wit, de middenklasse en de onderklasse, homo’s en hetero’s, latino’s enzovoort. Het was een van de grootste en succesvolste bewegingen in de geschiedenis, met 300.000 actieve leden in alle VS-staten en 120 kantoren. We werkten lokaal en nationaal, tégen de banken, vóór belastinghervorming. We organiseerden dat succes een terugslag. We werden aangevallen door de republikeinen, werden doorgelicht op fraude. De administratie van Acorn was een beetje slordig, plaatselijke kantoren huurden soms verslaafden in om mensen over te halen zich te laten registreren. Rechts maakte daar een groot schandaal van, en beschuldigde Acorn van fraude. Een als een pooier vermomde rechtse journalist ging met een verborgen camera en acteurs bij verschillende kantoren binnen. Ze ontlokten stafleden van Acorn uitspraken waarin ze fraude om de regering te ondermijnen, goedpraatten. Sommige dingen waren uit hun context gehaald, maar sommige dingen werden ook echt gezegd. Dus dat werd het einde van de beweging.’

Is de toekomst niettemin aan community organizing? Met dank aan de forse bezuinigingen die de toch al bescheiden verzorgingsstaat van de VS treffen?

‘Alles ligt nu inderdaad onder vuur, en veel oplossingen worden van de markt verwacht. Dat betekent dat er een harde noodzaak is om de regering onder druk te zetten om haar de dingen te laten doen die ze uit zichzelf niet doet. Op sommige terreinen groeien de sociale initiatieven van mensen ook heel sterk, onder jongeren, gehandicapten, immigranten en milieu-activisten.’

In Nederland bepleitten steeds meer progressieve minder verzorgingsstaat, zodat het eigen initiatief van mensen kan opbloeien.

‘Ik ken jullie situatie niet goed, maar ik zou zeggen: wees voorzichtig. Ik betwijfel of je de staat moet kortwieken om ruimte te creëren voor eigen initiatief. Je kunt nu toch ook actie ondernemen? Iets anders is dat de Nederlandse overheid nu fondsen beschikbaar stelt die tot participatie moeten leiden. Ik hoop ook echt dat dat gaat werken, maar als je me zou vragen of ik dénk dat het gaat werken, zou ik zeggen: nee.

Ik denk ook dat het om meer draait dan participatie, het gaat ook om macht, om controle. Ik vind het moeilijk te geloven dat overheden of bedrijven werkelijk macht willen delen. Wel zolang je het met ze eens bent natuurlijk. Maar niet bij een verschil van mening. Als een groep bewoners zich verzet tegen de komst van een gebouw op de plaats van een dat zwarte mensen zich registreerden zodat ze gingen stemmen. Veel mensen stemden  vervolgens op Obama. Waarschijnlijk veroorzaakte park, dan heb je niet zo veel aan participatie, dan heb je een onafhankelijke stem en macht nodig.’

Wat moeten de vaardigheden voor professionals in zulke situaties zijn?

‘Je moet ten eerste kijken wie de professional betaalt. Als dat de overheid is, wordt het heel moeilijk voor hem om een kritische positie in te nemen. Je kan als professional wel proberen zo onafhankelijk en radicaal mogelijk te opereren, maar het is tricky, je krijgt snel problemen met je baas.’

Krijgt u wel eens te horen dat u een old school conflictdenker bent?

‘O yeah, alsof het iets zou zijn van de jaren zestig en zeventig. Ik vind dat bullshit – met alle respect. Het is een manier van de heersende groepen om militante protesten in diskrediet te brengen, te marginaliseren. Je moet eerst een analyse maken, en dan naar je gereedschapskist kijken. Je gaat toch ook geen hamer pakken wanneer je een zaag nodig hebt, omdat een hamer nu eenmaal je favoriete stuk gereedschap is? Zo is het ook met sociaal werk. Als er consensus is, ga je samenwerken. Maar als er verschil is met de beleidsmakers, zoals in Wisconsin waar de overheid de vakbonden wil vernietigen, dan ga je toch niet bij een lunch kijken hoe je er samen uit kunt komen? Dat is een test, een win-loose-situatie, je hebt geen winnaar zonder verliezer. Dan is het beste gereedschap sociale actie. Dat is niet anders dan driehonderd jaar geleden. En kijk naar Egypte, dat was ook sociale actie.’

Is Obama als president een community organizer?

‘Die vraag stel ik vaak aan mijn studenten. De meningen zijn verdeeld. Toen Roosevelt in de jaren dertig president werd, riep hij de vakbonden op zijn kantoor en zei: “Ik ben het eens met een heleboel wat jullie willen bereiken, maar als jullie succes willen hebben, dan moeten jullie me aanvallen en onder druk zetten.” Wij als community organizers hoopten allemaal dat Obama ook zo zou zijn. Ik mag Obama graag, en hij gebruikte ons om gekozen te worden, en dat gaat hij voor de verkiezingen in 2012 weer doen. Maar ik vind dat hij als president niet als een community organizer werkt. Natuurlijk, hij is een miljoen keer beter dan Bush, maar hij regeert traditioneel, topdown. Misschien omdat hij heel veel aanvallen van rechts te verduren heeft, maar hij lijkt niet erg geïnteresseerd in een countervailing force van links. Daarin ben ik teleurgesteld.’

Community organizing als in de VS, gericht op empowerment en machtsvorming, is ondenkbaar in Nederland. Hoe krijg je dat voor elkaar?

‘De issues moeten vanuit de gemeenschap komen, je moet mensen er dus om vragen. Je begint met iets kleins, maar het moet geen persoonlijk probleem zijn. Als er twee mensen klagen over rondscheurende auto’s, dan heb je een issue. Dan kun je iets gaan doen.

De community organizer moet niet wachten tot de onvrede op hem afkomt, hij moet agiteren. Stel dat ik aanbel bij jouw deur in een straat waar het een rotzooi is. We krijgen een gesprek en jij vertelt hoe geweldig de buurt is and so on. Dan kan ik vervolgens zeggen: “Nou, leuk je te hebben gesproken – tot ziens.” Maar wat ik zou doen, is zeggen: “By the way, wat is dat met die rotzooi daar op straat? Spelen je kinderen daar niet? Nee? Is dat omdat het gevaarlijk is? Moet de gemeente daar niet wat aan doen?” Dus ik stel agiterende vragen.’

U zult vast vaak mensen zijn tegengekomen die zeggen: laat me met rust, ik heb een baan en ’s avonds wil ik op de bank tv-kijken.

‘Natuurlijk. Negen van de tien mensen zullen nooit actief worden, al zullen ze het meestal niet zo hard zeggen. Sommige mensen bij wie je aanklopt slaan de deur dicht. Anderen denken dat je een crimineel bent die ze komt beroven. Ik zit daar niet over in, ik ben geïnteresseerd in degenen die “ja” zeggen. Als je gaat klagen dat mensen nu eenmaal lui zijn en toch nooit in beweging komen, dan wordt het tijd voor je om een jaartje op sabbatical te gaan.’

Wat van het sociale leven in Nederland zou u in de VS als goed voorbeeld noemen?

‘Veel dingen. Om te beginnen het onderwijssysteem dat zo veel betaalbaarder is voor minder vermogende mensen. Het zal allemaal niet perfect werken, en jullie hebben zorgen en bezuinigingen, maar jullie welvaartsstaat is zó veel verder ontwikkeld vergeleken bij de VS. En ook het multiculturalisme in een stad als Amsterdam, zonder de getto-isering en zonder afgeschreven steden, zoals we in de VS hebben. De uitspraken tegen migranten zijn bij ons ook veel harder dan hier, veel gemener, is mijn indruk.’

Marcel Ham is hoofdredacteur van TSS. Jeroen Gradener is cultuurpsycholoog, docent en onderzoeker community development / samenlevingsopbouw, en werkzaam aan de Hogeschool van Amsterdam.