INTERVIEW Hans Boutellier: ‘We hoeven ons even niet meer te onderscheiden van elkaar’

Het corona-virus is een nieuw, tijdelijk groot verhaal. Deze crisis treft immers iedereen. Hans Boutellier: ‘Naast een totalitair verlangen zie ik een samenleving die bij elkaar komt.’

Hans Boutellier is bovenal verbaasd. ‘Ik dacht tot nu dat mensen heel graag blijven doen wat ze al deden. Als je iets meer afstand neemt, dan zie je in de afgelopen decennia grote veranderingen hebben plaatsgevonden. Neem het Internet. Mensen kunnen daarin meegroeien. Maar dit? Zo’n kanteling in enkele weken. Ik vind het getuigen van een onwaarschijnlijk adaptief vermogen.’

In de afgelopen twee decennia schreef Boutellier, momenteel bijzonder hoogleraar polarisatie & veerkracht aan de Vrije Universiteit, drie gezaghebbende analyses van de Nederlandse samenleving op dat moment. De veiligheidsutopie (2002), De improvisatiemaatschappij (2011) en Het seculiere experiment (2015). Boeken die het onbehagen van deze eeuw, individualisering, angst, polarisatie, maatschappelijke verharding, context gaven, maar ook perspectief. Boutellier heeft een scherp oog voor de veerkracht van mensen.

En ondanks dat oog toch verbaasd?

‘En toch verbaasd, ja. Er zijn zoveel zaken waarvan we tot voor kort dachten dat ze zo moeilijk waren te veranderen. En moet je nu eens zien. Zoiets als ‘meer samenwerken’, je hoort het overal, in de zorg, in het sociaal domein, op het gebied van veiligheid, dat dat echt moet. Iedere conferentie gaat erover. Maar zo makkelijk is dat niet, want samenwerken gaat over het menselijk tekort. De kunst van het elkaar iets gunnen, het open staan voor wat de ander vindt, daar moet je echt condities voor scheppen.’

Maar nu…

‘Maar nu blijkt dat we zo zijn ingericht dat die samenwerking in een tijd van crisis zomaar van de grond komt. Gewoonlijk staat ook de institutionele logica samenwerking in de weg. Organisaties hebben nou eenmaal eigen belangen, financiële afwegingen, hun eigen ritmes. Ineens zie je een enorme flexibiliteit ontstaan. Ik maak als metafoor voor de samenleving in mijn werk weleens gebruik van een zwerm spreeuwen: onvoorspelbaar in harmonie. Deze is hier zeker van toepassing. Ondanks alle onrust bewegen we gezamenlijk, vallen we niet uiteen.’

Wat is volgens jou de ‘kracht’ van deze crisis?

‘Het bijzondere aan deze crisis, is dat zij iedereen treft. Ulrich Beck zei destijds in zijn boek De risico-maatschappij dat ‘smog democratisch is’. Dat geldt ook voor het corona-virus. Het treft iedereen. Wellicht komen we daardoor voorbij het menselijk tekort en die institutionele logica. We hoeven ons even niet meer te onderscheiden van elkaar.’

In Het seculiere experiment analyseer je onder anderen de identiteitspolitiek en de strijd die daaruit voortvloeit

‘Die polarisatie is nu als sneeuw voor de zon verdwenen. We zijn klaarblijkelijk in staat razendsnel onze prioriteiten te herschikken. Dit is geen originele constatering, want iedereen kan het zien, maar ik vind het wel belangrijk om te benoemen. Het is een klassiek sociaal-psychologisch inzicht dat met een gezamenlijke vijand of met een gemeenschappelijk doel de onderlinge verschillen verdwijnen. Tegenstellingen die zo verhard leken, doen er ineens niet meer toe – in ieder geval tijdelijk.’

Boutellier zet uiteen dat veerkracht drie fasen kent: incasseren, herstellen, verbeteren. Bij dat laatste komt het aan op het lerend vermogen. Volgens hem zitten we nog in de eerste fase. Het opvangen van de klap, het naar achteren deinen, het meebewegen. ‘En de vraag of we als samenleving nog meer moet incasseren, weten we gewoon nog niet.’

In Nederland lijken we ervoor te kiezen om beetje bij beetje te incasseren. Stap voor stap achteruit.

‘En daar ben ik heel erg voor. Ik ben natuurlijk geen medicus, ik heb geen verstand van de ontwikkeling van een epidemie, maar bestuurlijk, cultuursociologisch vind ik de huidige aanpak horen bij Nederland. Het past perfect bij de pragmacratie die wij zijn. In een pragmacratie handel je naar bevind van zaken. Dat gebeurt hier.’

Wat impliceert dat je maatregelen altijd net te laat zijn?

‘Het is één van de paradoxen van nu. Door naar de feiten te handelen, loop je achter de feiten aan. Maar wat betreft draagvlak en maatschappelijke ontwrichting past juist een geleidelijke acceptatie, geen harde en volledige lockdown. Wellicht, het is maar een hypothese, zijn we op termijn daardoor spekkoper, veren we daardoor makkelijker terug.’

De corona-crisis is in de ogen van Boutellier een ‘tijdelijk groot verhaal’. De bindende rol van religie en ideologie is verdwenen, maar dit virus ‘brengt ons samen’. Hij wijst op de journaals, talkshows, kranten, sociale media; ze hebben het alleen maar over corona en de impact van de maatregelen.

‘Een groot verhaal rond een nieuwe grote norm. “social distancing”, “zo veel mogelijk thuis”. En zo’n norm is per definitie “lustvol”. Een norm kan lekker zijn om te overschrijden, maar het is ook lekker haar te handhaven. Kijk naar de graagte waarmee mensen elkaar nu terecht wijzen wanneer er geen afstand wordt gehouden. Je ziet al gauw iets van een totalitair verlangen.’

Riskant?

‘Ik zie beide kanten. Kijk hoe Orban in Hongarije misbruik maakt van de situatie. Maar naast dat totalitaire verlangen zie ik ook een samenleving die bij elkaar komt, die over de identiteitspolitiek en allerlei gedoe heen stapt. Dat kan tot een mentale reset leiden. Maar de afdronk kan ook zijn dat de institutionele logica versterkt wordt omdat de norm gehandhaafd moet worden, dat we dan meer richting een controle-staat bewegen.’

Wat bedoel je met mentale reset?

‘De huidige situatie kan het effect hebben dat mensen anders gaan kijken naar hun eigen leven. Naar wat ze van belang vinden. De ervaring van ondergeschikt zijn aan iets groters, het besef van de eigen kwetsbaarheid. Dat is het interessante van de herstel-fase, de tweede fase van veerkracht. Heeft dat anders kijken naar onszelf een zekere duurzaamheid? Beklijft dat? Gaan we bijvoorbeeld misschien minder terug naar onze eigen bubbels?’

Wat denk jij?

‘Ik zie in ieder geval een spanningsveld met de institutionele logica. De economische, politieke en juridische instituten, die zijn er op gericht om straks zo snel mogelijk terug te keren naar de orde van voor deze crisis. Dat is volgens mij tot op zekere hoogte ook echt nodig. Een echte ontwrichting van de economie vind ik niet aantrekkelijk, dat raakt zoveel mensen. Maar wellicht gebeurt er ook iets anders. Die oude orde kan verstrikt raken in een andere paradox van deze crisis: dat de vitale beroepen waar de samenleving op draait, het minst gewaardeerd worden. En dan heb ik het niet alleen over de medische sector, maar vooral ook over de vakkenvullers, de schoonmakers, de verzorgenden in de thuiszorg. Onzichtbare mensen die zo waardevol blijken te zijn als het er echt op aan komt.’

Hoezo verstrikt?

‘Ik hoop dat die waardering in politieke programma’s meer stem krijgt, omdat men daar niet meer omheen kan. En zo zijn er meer zaken waarvan we misschien gaan begrijpen dat ze onacceptabel zijn: het consumentisme, de bio-industrie, de grote ongelijkheid. Het is misschien wensdenken, maar zonder hoop geen motivatie – en dat hebben we nu echt nodig. ’

Piet-Hein Peeters is journalist en gespreksleider.

 

Foto: Copyright David Vroom

Dit artikel is 3233 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. ‘Mentale reset’

    Er is niet veel reden om aan te nemen dat ons land en de wereld na de Corona crises er anders uit zal zien en ‘verbeteren’,
    Juist tijdens deze Corona crises komt heel duidelijk tot uiting hoe de sociaal-economische structuur van ons land is opgebouwd. Nederland blijkt ruim 1 miljoen ZZP-ers te hebben die voor hun financiële positie moet vrezen. Vele werknemers hebben een flexibel of nul uren contract en verliezen hun baan. Ook vele honderd duizenden Oost-Europese (illegale?) werknemers zullen verdwijnen. Veel bedrijven zullen failliet gaan en werknemers worden ontslagen.
    Ook de IC capaciteit blijkt het resultaat van neoliberale marktwerking te zijn namelijk met te weinig behandel plaatsen.
    Veel ouderen in de verzorgingstehuizen zitten alleen en worden nooit bezocht terwijl dit voor de Corona crises al het geval was.
    Het bij elkaar komen van de samenleving kan wel eens uiterlijke schijn beteken.
    Bij de onlangs gehouden politieke peilingen komt de VVD met 35 zetels uit de bus…..

  2. In tijden van crises van het corona-formaat treden de geijkte sociale verschijnselen op: contractie, cohesie, adhesie. Ieders hachje loopt gevaar, vriend en vijand zitten in hetzelfde schuitje, het gevoel van gelijk zijn bedwelmt, het één zijn met allen maakt zalig. Eindelijk.
    Zedenmeesters, kapelanen, pastores hebben de tijd van hun leven. Naar hun bezwerende mantra’s en geprevel wordt eindelijk weer eens geluisterd. Na de crisis wordt alles anders. Vakkenvullers die ons in leven lieten, zullen voortaan met U worden aangesproken. Wat ik overigens nu en vroeger al doe / deed.
    WO II was ook zo’n beproeving. Ook in die tijd ideeën over grootscheepse veranderingen, ná de oorlog, maar wat kwam ervan terecht? Laten bevlogen post-corona speculanten zich leiden door historische ervaring.

  3. Wie mijn reactie bij het artikel van Marc Schuilenburg leest, begrijpt dat ik de inzichten van Hans Boutellier van harte ondersteun. Maar ook hier mis ik toch het over de grenzen van het eigen vakgebied heenkijken. Al jaren verschijnen er belangrijke boeken van geschiedkundigen met lessen die een op een op de huidige samenleving betrekking hebben. Walter Scheidel schreef over toenemende en afnemende ongelijkheid na catastrofes. Maarten Prak schrijft over burgerbetrokkenheid in vroegere tijden in Nederland. Zijn boek inspireert om daar een andere invulling aan te geven.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *