Hoe stimuleer je begrip bij de andere bewoners voor mensen met een ggz-achtergrond in soms al overbelaste wijken en buurten? We vragen het: Petra van der Horst, actief op het terrein van kwetsbaarheid in de wijk; ze was projectleider van Samen Sterk zonder Stigma, dat het taboe op psychische stoornissen wil doorbreken. Paola Buitelaar werkt als ervaringsdeskundige voor RIBW Noord Brabant. Samen met andere ervaringsdeskundigen ontwikkelden Petra en Paola een manier om het samenleven te bevorderen.
Het wordt al snel opgevat als klacht
Petra van der Horst: ‘Samen met ervaringsdeskundigen heb ik in Apeldoorn, Tilburg en Utrecht kwesties die buren en anderen bedreigend, angstig of onbegrijpelijk vinden in kaart gebracht. We onderzochten wat er volgens de ervaringsdeskundigen in die situaties aan de hand is. Waarom praat iemand in zichzelf? Waarom gilt iemand ’s nachts? We gaven ook tips hoe buren daar mee om zouden kunnen gaan.’
‘Je ziet dat buren in deze situaties vrijwel nooit het gesprek aangaan met degene om wie het gaat, maar dat ze zich wenden tot de corporatie of de politie. Maar als iemand over jou contact zoekt met de verhuurder of de politie dan is dat bedreigend. Zoiets wordt natuurlijk snel opgevat als klacht en het is heel vervelend als er over jou geklaagd wordt. Natuurlijk ben je dan bang om je huis te verliezen of om (weer) opgenomen te worden. Geen situatie waarin je makkelijk toenadering zoekt.’
Excessen voorkomen lukt hulpverleners niet
Van der Horst: ‘Psychische kwetsbaarheid, eenzaamheid, isolement, uitsluiting en armoede - dat verbind ik met elkaar. Kwetsbare mensen hebben de buurt vaak nodig, omdat ze weinig geld hebben, weinig mogelijkheden om er echt op uit te gaan. Voor een goed leefbaar leven hebben mensen op z’n minst acceptatie van de buurt nodig.’
‘Wat ik doe is vooral laten zien dat het voor mensen met kwetsbaarheden niet makkelijk is om zelf connecties in de buurt te zoeken. Ze hebben last van uitsluiting en vooroordelen en voor een leefbare situatie is juist je enigszins thuis voelen in de buurt essentieel. We leven in een individualistische samenleving, de verbinding tussen kwetsbare en minder kwetsbare mensen komt heel slecht tot stand. Er zijn vaak meerdere hulpverleners betrokken, maar het lukt hen niet om excessen te voorkomen. De inzet van professionals is dus niet voldoende.’
Vertellen heeft effect
Paola Buitelaar: ‘Ik ben zelf psychotisch geweest. Ik heb zelf ervaren dat het belangrijk is om te weten wat een psychose precies is. Je ziet ook nog heel vaak dat andere mensen het helemaal niet snappen. Een psychose of andere verwarring wordt vaak als afwijkend gezien en is ook eng, dat willen we graag ver van ons af houden. Hoe meer kennisoverdracht, hoe minder bedreigend.’
‘Dus het vertellen en in contact komen met elkaar heeft effect. Mijn rol als ervaringsdeskundige is nu vooral heel veel vertellen over wat een psychose betekent, welke symptomen er zijn. Daardoor krijgen mensen meer begrip en reageren zij minder afwijzend. Als je in de war bent kun je dit niet zelf natuurlijk. Maar mensen die wat verder zijn in hun herstel kunnen dat wel. We zetten ervaringsdeskundigen in om die verhalen te vertellen.’
Buitelaar: ‘Vanuit RIBW Brabant organiseren wij inlopen in de wijken, met ervaringsdeskundigen. In Midden Brabant hebben we nu ongeveer 800 open inloopuren in een jaar. Deze inlopen zijn voor geïnteresseerde buurtbewoners, maar ook voor mensen met psychische kwetsbaarheden.’
‘Die vinden vaak maar moeilijk aansluiting en voelen zich snel buitengesloten. Een inloop met een ervaringsdeskundige erbij is dan veiliger. Aan een ervaringsdeskundige hoef je niet veel uit te leggen, die weet precies hoe je je voelt.’
Verbinding maken met de buurt is lastig
Petra van der Horst: ‘Voor hulpverleners is het heel moeilijk om de dingen te doen waar de persoon zelf behoefte aan heeft. Ik zie nu wel ambulante begeleiders die mensen helpen bij bijvoorbeeld hun huishouden, of de boodschappen of dat ze met hen praten over hoe ze zich voelen. Maar nadenken over hoe mensen verbinding maken met hun buurt dat vinden hulpverleners vaak lastig. En cliënten zeggen zelf vaak ook dat ze het niet willen.’
‘In feite is dan het zelfstigma actief en daarmee continueer je het isolement. Niet willen komt vaak voort uit de angst om afgewezen te worden, of niet begrepen te worden. Schaamte en angst. Als je echt toegeeft dat je eigenlijk niet zo wil leven, dan gaat dat ten koste van je trots, je gevoel van eigenwaarde. Het gevaar hiervan is dat je als hulpverlener snel weer in de rol schiet van “ik weet wel wat goed voor jou is”. Dat is natuurlijk wel de valkuil.’
Van der Horst: ‘Ik zie dat er veel meer kwetsbaarheid in de wijk komt. Variërend van statushouders tot mensen met een ggz-achtergrond en alles wat daar tussen zit en dit concentreert zich vooral in bepaalde wijken waar nog goedkope woningen zijn. Dit gebeurt in steden, maar ook in kleinere plaatsen.’
‘Gemeenten zien die stroom de komende jaren alleen maar toenemen en kijken vooral naar technische oplossingen op beleidsniveau. Hoeveel zullen we er krijgen en waar moeten we die dan huisvesten? De gevolgen voor de verhoudingen in buurten en wijken en hoe je dit in positieve zin kunt beïnvloeden komen nauwelijks aan de orde. Maar daar gaat het juist om natuurlijk.’
‘Daar ligt een hele grote opdracht. De wijk is een plek om weer aan herstel en meedoen te werken, maar dat gaat niet zomaar. Als mensen dakloos raken vechten ze voor weer een dak boven hun hoofd, een eigen huisje, en is het er dan eenmaal, dan vallen ze in een gat. We moeten mensen dus niet alleen helpen bij hun financiën maar ook bij zich een plek verwerven in hun wijk of buurt.’
De ggz moet van z’n voetstuk
Paola Buitelaar: ‘Tolerantie begint bij de buren. Wij zagen een toename van mensen met verwarrend gedrag. Toen zijn wij buurtbijeenkomsten gaan organiseren. We hebben een vrij directe brief opgesteld met “Ben je bang voor je verwarde buurman? Kom naar onze buurtbijeenkomst”. Die hebben we geflyerd en de respons was enorm! Er kwamen echt veel mensen op af. Uiteindelijk was dit heel waardevol. Mensen gingen echt oprecht met ons in gesprek, en deelden hun ervaringen en twijfels.’
‘Voor de eerste bijeenkomst kozen we een best pittige wijk, waar het aantal meldingen over mensen met verward gedrag hoog was. Tijdens de bijeenkomst kwamen buurtbewoners ook met concrete vragen naar mij. “Wat maak je dan mee als je verward bent? Hoe voelt dat?” Voor de hand liggende vragen, maar je stelt ze niet zo makkelijk. Achteraf waren mensen blij dat ze het mij konden vragen, want met de verwarde mensen in hun eigen buurt komen ze niet zo makkelijk in gesprek. Die zijn minder open. Ik had eigenlijk heel veel weerstand verwacht, maar er kwam juist welwillendheid.’
Buitelaar: ‘De ggz zou dit meer kunnen doen, vaker naar buiten de muren van de instellingen. Veel meer investeren in de wijken en buurten. Er moet een verandering komen in de mind-set van de zorginstellingen. De ggzZ moet van z’n voetstuk af. Maar het bevorderen van tolerantie in wijken en buurten is ook een taak van de gemeente.’
Opbouwwerkers zijn schaars geworden
Van der Horst: ‘In principe is dit een taak van opbouwwerkers, maar die zijn schaars geworden. Toch hebben we verbinders nodig die in staat zijn om verschillende groepen met elkaar in contact te brengen. Niet veel hulpverleners kunnen verbindend werken, die zijn vooral op individuele problematiek gericht. Het moet gaan om opbouwwerk geïntegreerd in individuele hulpverlening.’
Buitelaar: ‘Ik doe zelf regelmatig mijn verhaal en het komt vaak voor dat mensen mij niet geloven. Jij, zeggen ze dan, jij ziet er zo normaal uit, hoe kan dat nou? Ik vertel ze dan dat verwarring iets menselijks is. Dat het iedereen kan overkomen. Je ziet wel dat de beelden die mensen hebben dan langzaam veranderen. Dat is fijn en natuurlijk het doel. We moeten leren omgaan met ‘ander’ gedrag. Openheid over verwardheid is hard nodig.’
Marc Räkers werkt voor Eropaf!
Op 20 juni organiseert het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken met de Hogeschool InHolland een 'actualiteitencollege' over De verwarring voorbij. Meer informatie en aanmelden kan hier.
Foto: Morgan (Flickr Creative Commons)