Jongerenwerkers praten mét en niet tégen jongeren over corona

Hugo de Jonge wil dat jongerenwerkers helpen om jongeren richting vaccinatie duwen. Maar jongerenwerkers praten mét jongeren en niet tégen jongeren over corona. Ze verdienen daarmee meer steun van de overheid.

Het zijn al enkele weken de kinderen en jongeren die de grootste groei in coronabesmettingen laten zien, maar veel jongeren hebben nog steeds twijfels over de prik. Ze hebben weinig vertrouwen in het overheidsbeleid en worden beïnvloed door allerlei wilde verhalen die ze online tegenkomen.

Ondertussen groeit de maatschappelijke tweedeling. In de minder kapitaalkrachtige wijken waar de vaccinatiegraad het laagst is, lopen de spanningen het hoogst op, zo bleek recent tijdens de ongeregeldheden die uitbraken van Rotterdam tot Urk. Op de plekken waar jongeren zich het minst gehoord voelen, staan jongerenwerkers in de frontlinie van de strijd tegen het virus én tegen polarisatie. Ze gaan de straat en het internet op om verveling te bestrijden, rellen te voorkomen, en weten als geen ander hoe je ook onder moeilijke omstandigheden in contact kunt blijven met jongeren. De overheid heeft terecht hoge verwachtingen van hun inzet. Maar wordt er ook goed geluisterd naar hoe zij vanuit hun pedagogische perspectief met de weerstand omgaan?

Minister de Jonge: jongeren richting vaccinatie duwen

Onlangs ging demissionair minister Hugo De Jonge tijdens een webinar in gesprek met jongerenwerkers uit het hele land. De aanleiding was de vraag van jongerenwerkers om meer betrokken te worden bij besluitvorming over nieuwe coronamaatregelen, maar de inzet van De Jonge was ook helder: jongeren richting vaccinatie duwen. ‘Help mij met het bereiken én overtuigen van de jongeren die zich nog niet hebben laten vaccineren.’

Dat de kleine 2000 jongerenwerkers die Nederland rijk is van grote betekenis zijn in het leven (online en offline) van jongeren in kwetsbare posities, maakt hen tot de influencers van de straat. Logisch dat het kabinet dan bekijkt hoe zij de boodschap uit Den Haag kunnen versterken. Maar de ontmoeting maakte duidelijk dat het bestuurlijke doel lastig te verzoenen is met de missie van het jongerenwerk.

Jongerenwerker: ‘We gaan naast de jongere staan’

Jongerenwerkers willen bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van jonge mensen, en zijn er niet per sé op uit om jongeren gevaccineerd te krijgen. Zoals een van de jongerenwerkers het mooi verwoordde: ‘Het is onze taak om jongeren te helpen weloverwogen, eigen keuzes te maken. We gaan naast de jongere staan en nemen hun twijfels serieus. Maar we willen ook dat ze goed geïnformeerd zijn, met info die écht klopt.’

De Jonge liet zijn teleurstelling blijken over deze ‘neutrale’ houding en ging daarmee voorbij aan het pedagogische belang van praten mét, in plaats van praten tégen jongeren. Juist de jongeren die het minste vertrouwen hebben in de overheid worden niet zomaar overgehaald met een dwingende boodschap. Tegelijk liet de discussie over omgaan met nepnieuws zien hoe belangrijk het is dat jongerenwerkers wel grenzen kunnen stellen zonder de verbinding met jongeren te verliezen. Jongerenwerkers die hun vak verstaan bespreken met jongeren waarom het beleid verandert op basis van nieuwe inzichten, maar helpen jongeren ook om te gaan met onduidelijkheden en gevoelens van onzekerheid die niet zomaar kunnen worden opgelost.

Begrip voor jongeren

Heel wat jongerenwerkers tonen wel begrip wanneer jongeren het overheidsbeleid als inconsistent ervaren (eerst waren mondkapjes niet meer nodig en nu zijn ze ineens weer verplicht…?), zich storen aan de gebrekkige informatievoorziening (waarom moeten we nu ineens een boosterprik en krijgen we die straks elk jaar…?), en wensen dat het kabinet ook haar eigen fouten toegeeft (Dansen met Jansen was toch gewoon dom…?).

Daarbij missen jongerenwerkers aansluiting tussen de informatie van de overheid en de eigen belevingswereld, zodat zij zelf geïnformeerd op een manier die past bij hoe ze werken, jongeren in kwetsbare posities goed kunnen adviseren en begeleiden.

De pijn van jongeren is real

Jongeren hebben dan weer behoefte aan ruimte om met jongerenwerkers op een serieuze, gelijkwaardige en respectvolle manier over hun twijfels te praten en aan meer inspraakmogelijkheden voor àlle jongeren, ook jongeren uit minder kapitaalkrachtige wijken. Gezien de toenemende polarisatie en de zich voltrekkende mentale gezondheidscrisis onder jeugdigen, lijkt extra capaciteit voor het jongerenwerk dan ook een no-brainer.

‘De pijn van jongeren door de maatregelen is even real als de pijn van ouderen door het virus’, erkende De Jonge in het gesprek. Dan is het extra pijnlijk om te constateren dat dit kabinet nota bene jongerenwerkers, die uitblinken in het opvangen, kanaliseren en vertalen van die pijn, nog steeds te weinig als volwaardige gesprekspartners ziet om de sociale gevolgen van de maatregelen te helpen verzachten en de samenleving bij elkaar te houden.

Stijn Sieckelinck is lector Youthspot jongerenwerk aan de hogeschool van Amsterdam. Femke Kaulingfreks is lector Jeugd en Samenleving bij Inholland.

 

Foto: Matthias Berg (Flickr Creative Commons)