In Nederland zijn er geen verworpenen der aarde meer, hooguit in asielzoekerscentra, zo kopte Aron Grunberg in de ochtend na de gemeenteraadverkiezingen. Wanneer ik daar als dokter naar kijk wil ik daar degenen die geestelijk in de war zijn aan toevoegen. Samen hebben we dan wellicht alle ‘verworpenen’ in het vizier. Dat er in Nederland geen grote groepen ‘verworpenen’ meer zijn is volgens Grunberg de reden waarom solidariteit en de sociaaldemocratie als nationaal bindmiddel zijn uitgewerkt, en dit zou de teloorgang van de PvdA kunnen verklaren. Hoe anders staan andere landen er voor. Elke dag wordt uitgebreid bericht over de erbarmelijke situatie in Brazilië, Oekraïne en Syrië waar het menselijk bestaansrecht om verschillende redenen wordt bedreigd. Wat ons met solidariteit en sociaaldemocratie in Nederland is gelukt, zouden ook de instrumenten moeten zijn waarmee andere landen orde op zaken kunnen stellen.
In Nederland is geen sprake (meer) van extensionele wanorde en de beide groepen verworpenen uitgezonderd is iedereen hier zijn leven zeker. Waarom hebben we dan zoveel problemen om kleine verdelingsvraagstukken behoorlijk op te lossen en komt daardoor het politiek-bestuurlijk bestel in Nederland krakend tot stilstand? Zou het kunnen zijn dat we zijn verworden tot een in zichzelf gekeerde maatschappij die de sociaal-democratische verworvenheden krampachtig verdedigt ten koste van internationale solidariteit en gerechtigheid?
Veel landelijke politici en bestuurders proberen manhaftig het bestaande zorgsysteem te verdedigen. Sommige meer populistische ingestelde partijen menen zelfs dat met de aanstaande decentralisaties het hele systeem verkwanseld wordt. Er worden krokodillentranen geplengd over grote groepen kwetsbaren, vooral onder ouderen, die aan hun lot zouden worden overgelaten. In een internationaal perspectief hebben wij in Nederland de beste zorg, de hoogste kwaliteit van het voedsel, een hoog inkomen en rechtszekerheid. Waarschijnlijk daarom waarderen wij het leven gemiddeld met een acht, ook op hoge leeftijd wanneer sprake is van ziekte en lichamelijk ongemak. Enkel in de laatste twee jaren van het leven gaat die waardering voor het leven achteruit, en gelukkig gebeurt dat steeds later. Het mag een stuivertje kosten: zo besteden wij op de Verenigde Staten na de meeste publieke middelen aan de gezondheidszorg. En over die blijvende betaalbaarheid - wreed wakker geworden in 2008 - maken we ons terecht zorgen.
Nederlanders hechten aan eigen regie, ook de ouderen
Eigen regie lijkt in het Nederland van nu een beter leidend principe dan een professionele, op verrichtingen gestuurde verzorgingsstaat. Het staat de zelforganisatie van burgers in de weg. Wellicht nog belangrijker is dat de effectiviteit en efficiëntie van de daarvoor verantwoordelijke instituties steeds verder afneemt omdat de professionele standaarden waar zij zich mee bedienen steeds verder af komen te staan van de belevingswereld en persoonlijke waarden van mensen. Zo wordt in sommige verpleeghuizen aan individuele mensen hoogwaardige ondersteuning gegeven, maar het instituut als zodanig wordt door de gemiddelde burger veracht en velen zouden van een opname bespaard willen blijven, ook als de dood er uit vrije wil op volgt. Mensen in Nederland hechten aan hun eigen regie, zelfstandigheid en zelfbeschikking, en ouderen zijn daarop geen uitzondering.
Verantwoordelijkheden dichter bij de burger leggen
Het is een groot geluk als je in Nederland bent geboren en een voorrecht als je daar kunt wonen. Op tal van plaatsen ter wereld is oud gelijk aan arm, zoals dat in Nederland midden vorige eeuw ook het geval was. Inmiddels hebben wij de pensioenen zeer goed geregeld en hebben ouderen nog nooit zoveel vermogen bij elkaar verzameld. Daarom kunnen we met recht verantwoordelijkheden die tot nu toe door landelijke instituties werden opgenomen (dichter) bij de burger leggen. Met de grote decentralisaties in aantocht is het een zegen dat de lokale partijen zoveel winst hebben geboekt. Zij zijn het best in staat om ervoor te zorgen dat er op lokaal niveau een solide bodem wordt gelegd waar voor de resterende verworpenen der aarde een menswaardig bestaan wordt gegarandeerd.
Landelijke politici moeten leren loslaten en durven vertrouwen op het zelf organiserend vermogen van burgers die worden ondersteund door een geëngageerd lokaal bestuur. De nationale politiek kan zich dan weer bemoeien met de taak waar ze voor is ingesteld: het uitdragen en bestendigen van de sociaaldemocratische verworvenheid van ons land in een tumultueuze wereld.
Rudi Westendorp is directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing, en auteur van ‘oud worden zonder het te zijn’.
Foto: Bas Bogers