Lessen over discriminatie op basisschool kunnen nog beter

Niemand wil discriminatie en racisme op school. Toch zijn ze er wel: kinderen hebben vaak al op jonge leeftijd vooroordelen. Leermiddelen om deze te verminderen en discriminatie en racisme te voorkomen, zijn daarom geen luxe maar noodzaak. Onderzoekers Hanneke Felten en René Broekroelofs van Kennisplatform Integratie & Samenleving maken de balans op van de effectiviteit van lespakketten, gastlessen, rolmodellen en games.

Veel leermiddelen om discriminatie en racisme op basisscholen te verminderen gaan over vooroordelen, over respectvol met elkaar omgaan, ook al verschil je van elkaar. Daarmee lijken ze vaak veel op lessen over pesten: gesproken wordt over hoe iedereen vooroordelen heeft en weleens wordt uitgesloten en negatief behandeld op basis van eigenschappen die er niet toe doen, zoals het hebben van rood haar. Het thema pesten maakt discriminatie vaak makkelijker bespreekbaar en brengt het dichter bij de leefwereld van kinderen. Dat is an sich dus een sterke aanpak.

Te weinig aandacht voor structurele machtsongelijkheid in samenleving

Toch signaleren wij ook een risico. In deze aanpak wordt mogelijk te weinig aandacht besteed aan de structurele machtsongelijkheid in de samenleving, die zich met name voltrekt langs assen van onder meer afkomst, religie, sekse, genderidentiteit en seksuele voorkeur, en niet bijvoorbeeld op grond van het hebben van rood haar. Dat het gaat om een historisch gegroeide machtsongelijkheid in de samenleving blijft nog te vaak onbehandeld in lessen over discriminatie en vooroordelen.

Met andere woorden: er is lang niet altijd aandacht voor het feit dat mensen van kleur, maar ook bijvoorbeeld moslims, structureel (en al lange tijd) te maken krijgen met discriminatie op grond van hun afkomst, hun huidskleur of religie, terwijl mensen die worden gezien als ‘wit’ dat gemiddeld veel minder vaak meemaken en bevoordeeld worden op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt.

Lespakketten voor basisscholen

Belangrijk is dus dat er expliciet aandacht is voor racisme, validisme, lhbti+ discriminatie en seksisme: in het nu en in het verleden. We weten onder meer uit wetenschappelijke studies dat doceren op scholen over de geschiedenis van slavernij en kolonisatie een verandering van kennis en houding te weeg kan brengen bij leerlingen. Onder meer het Tropeninstituut, Nederland wordt beter, Musea bekennen kleur en Educatiestudio bieden educatie over het slavernijverleden en laten zien hoe dit doorwerkt in de huidige samenleving.

Inmiddels zijn er gelukkig lespakketten voor basisscholen waarin discriminatie en racisme – met daarin bijvoorbeeld ook lhbti+ discriminatie en validisme (discriminatie van mensen met een beperking) – wel expliciet worden behandeld met kinderen (zie overzicht). Misschien dat hier langzaam een kentering in komt door onder meer de Black Lives Matter-beweging.

Aansluiten bij de ontwikkeling van kinderen

Antidiscriminatie-leermiddelen voor basisschoolkinderen worden vaak ontwikkeld door dezelfde aanbieders die op dit terrein leermiddelen ontwikkelen voor volwassenen. Dat is enerzijds te beschouwen als een positief punt. Het gaat dan namelijk om aanbieders die vertrouwd zijn met de thematiek van discriminatie, hier expert in zijn en veel ervaring in hebben. Anderzijds roept het de vraag op of er wel voldoende wordt aangesloten bij de specifieke ontwikkeling van kinderen. Wat werkt voor volwassenen, werkt niet automatisch ook voor kinderen.

Zo worden er bijvoorbeeld aan kinderen lessen gegeven die gericht zijn op het stimuleren van bewustwording van eigen onbewuste vooroordelen en stereotypen. Voor volwassenen is dat een aanpak die soms werkt, maar voor kinderen(en pubers) is dat niet aannemelijk.

Kinderen hebben er niet veel aan om te leren dat zij zelf vooroordelen hebben en stereotiep denken, omdat zij nog niet hun eigen gedrag op basis hiervan kunnen bijsturen. Dat vraagt immers veel zelfreflectie en zelfcontrole en dat is van kinderen vaak te veel gevraagd. Aanbieders zouden dus meer gebruik moeten maken van de kennis over de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen.

Inleving stimuleren en het goede voorbeeld geven

Een andere positieve ontwikkeling is de beschikbaarheid van lesaanbod dat niet alleen leert dat iedereen vooroordelen heeft, maar dat ook echt vooroordelen vermindert door inleving te stimuleren bij kinderen. Uit onderzoek weten we dat dit werkt.

Leermiddelen die gericht zijn op het bevorderen van inleving en empathie zijn bijvoorbeeld gastlessen van iemand die uit een oorlog gevlucht is en vertelt over het eigen leven, zoals iemand van Vluchtelingenwerk of de peer-educators van Diversion. Zij vertellen hun eigen verhaal, maar zijn tegelijkertijd een rolmodel voor de leerlingen.

Kinderen zelf laten vertellen over eigen discriminatie-ervaringen is geen goed idee. In een klas is meestal geen mogelijkheid om een kind hierin te steunen en te helpen. Bovendien kunnen reacties van andere kinderen problematisch en pijnlijk zijn. Ervaren gastsprekers zijn nog altijd het beste om inleving te stimuleren en zo vooroordelen te verminderen.

Rolmodellen die sociale normen tegen discriminatie uitdragen

Behalve door inleving en empathie te stimuleren, kan discriminerend gedrag ook worden verminderd met behulp van rolmodellen die duidelijke sociale normen tegen discriminatie uitdragen. Deze rolmodellen laten zien hoe je op respectvolle wijze met elkaar omgaat en keuren discriminatie af. Dit is een effectieve manier om discriminerend gedrag onder kinderen terug te dringen die ook al in het buitenland veel wordt gebruikt.

Er zijn in Nederland nog maar weinig van dit type aanpakken. Een voorbeeld is het boekje Waar is Zonnie van de Anne Frank Stichting: over vriendschappen tussen kinderen die verschillend zijn. Kinderen in groep 5 en 6 krijgen door het verhaal het goede voorbeeld te zien van hoe je bevriend met elkaar kan zijn als je een andere culturele achtergrond hebt.

Gastdocenten maken een les extra speciaal

Docenten vinden het vaak lastig om discriminatie bespreekbaar te maken, zij hebben in hun opleiding dikwijls geen kennis en vaardigheden hiervoor geleerd. Mede daarom worden regelmatig gastdocenten uitgenodigd. Deze persoon geeft ook extra schwung aan de lessen. Omdat er iemand anders voor de klas komt, is de les extra speciaal voor de leerlingen. Een mogelijk nadeel: het blijft slechts bij één les, waardoor het geleerde niet geborgd wordt.

Met bijscholing of aandacht op de pabo voor het thema discriminatie zouden de eigen docenten beter toegerust zijn voor lesgeven over racisme en discriminatie. Ook het inzetten op het verminderen van vooroordelen onder docenten is belangrijk. Vooroordelen kunnen zich namelijk vertalen in lagere verwachtingen van leerlingen met een migratieachtergrond, wat invloed heeft op de prestaties van deze leerlingen (zie dit onderzoek).

Voor scholen is er nu een stappenplan

Om scholen te helpen hun aanpak van discriminatie op school vorm te geven, hebben we met stichting School & Veiligheid een stappenplan ontwikkeld voor scholen. Hiermee kunnen zij een visie ontwikkelen en hier uitvoering aan geven. En dat is belangrijk want discriminatie en racisme verdienen een stevige aanpak; juist ook op de basisschool.

Hanneke Felten en René Broekroelofs zijn onderzoekers bij Movisie en KIS en doen onderzoek naar wat werkt tegen discriminatie. Lees hier de oorspronkelijke, lange versie van dit artikel. 

 

Foto: Hermes Rivera via Unsplash