Nederland is niet het enige Europese land dat worstelt met burgerschap

Burgerschapsonderwijs staat weer op de agenda in Nederland. In het regeerakkoord wordt er geregeld naar verwezen. Maar wat is burgerschap precies? Nederland worstelt daarmee, maar in Europa zijn we niet de enige, ontdekten twee auteurs van de Hans van Mierlo Stichting.

In het regeerakkoord tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie wordt liefst zeven keer gerefereerd aan ‘burgerschap’ in het kader van onderwijs. Het akkoord spreekt met name van het aanscherpen, verduidelijken en herwaarderen van burgerschapsonderwijs, inclusief nieuwe initiatieven die gedeelde waarden als gelijkwaardigheid en tolerantie moeten bevorderen.

Ook in andere Europese landen vindt een herwaardering plaats van burgerschap, in een algemene zoektocht naar gedeelde waarden of tegen de achtergrond van groeiende onrust over (niet-westerse) immigratie en extremisme.

Toch blijft in de discussie onduidelijk wat burgerschap precies betekent. Een uitgesproken begripsopvatting wil maar niet lukken. Dat is niet uniek voor Nederland: elders in Europa zien we dezelfde worsteling.

Zweden: tussen respect voor minderheden en nationale waarden

Voor een belangrijk deel heeft dat te maken met het verleden. Kijk bijvoorbeeld naar Zweden. Dat land kende lange tijd een relatief homogene bevolking. Bovendien was er tot 2000 een lutherse staatskerk, die zorgde voor eenheid. Recente migratie heeft Zweden in rap tempo tot een multiculturele samenleving gemaakt met een weinig assimilerend karakter.

Het deels wegvallen van nationale verbindingen heeft vanaf de jaren ’90 geleid tot een herwaardering van burgerschapsonderwijs. De invulling daarvan schippert echter, niet verrassend, tussen respect voor democratie en minderheden en traditionele nationale waarden.

Duitsland: huiver om burgerschap af te dwingen

In Duitsland concentreerde men zich na de oorlog op het creëren van democratisch bewustzijn van onderop. De huivering om ‘goed burgerschap’ in wetten vast te leggen of af te dwingen, heerst nog steeds, ondanks dat een aantal liberale waarden worden uitgedaagd in het licht van recente vluchtelingencrises en door de opkomst van het AfD.

Spanje: privézaak

Het in meerderheid nog conservatieve Spanje ziet burgerschap met name als privézaak. Verzet tegen pogingen dit vanuit de overheid te regelen is deels te verklaren vanuit het Spaanse trauma van het autoritaire verleden onder Franco (1939-1975).

Daarnaast kent Spanje een lange traditie van katholicisme. Katholieken zien weinig in het seculiere aspect van burgerschap, waarin voornamelijk liberale waarden centraal staan. Vanwege de politieke geschiedenis van Spanje is er tevens veel vrijheid voor de autonome regio’s, waardoor scholen zelf beslissen hoe ze het onderwijsplan uitvoeren.

Frankrijk: democratie en grondrechten

Frankrijk vormt een uitzondering in dit rijtje landen. Daar zien we juist dat de geschiedenis van het land sterk bijdraagt aan een uitgesproken burgerschapsonderwijs. Al sinds de Franse Revolutie is er een wettelijke en maatschappelijke invulling van burgerschap, gegrond in democratie en grondrechten.

Het gaat er hierbij niet om waar je vandaan komt, maar dat je als burger in Frankrijk bepaalde rechten en plichten bezit. Deze traditie past bij Franse pogingen een nationale eenheid te vormen door middel van centralisering.

Nederland: vroeger en nu verschillende waarden

Historische erfenissen vinden ook in Nederland nog steeds hun weerslag in het burgerschapsonderwijs. Sterker nog, juist in Nederland. Nederland is altijd al een pluralistisch land geweest met verschillende groepen en geloven. Vanuit de politieke geschiedenis is de vrijheid van onderwijs hier onlosmakelijk mee verbonden, vastgelegd sinds 1917 in artikel 23 van de Grondwet.

Het artikel diende ter beslechting van de schoolstrijd. Liberalen en socialisten stemden in met de gelijkstelling van bijzonder onderwijs, waardoor confessioneel onderwijs gefinancierd zou worden door de staat.

Sindsdien mag iedereen een school oprichten, mits wordt voldaan aan een aantal basisvoorwaarden. Liefst zeven op de tien kinderen krijgt (officieel) ‘bijzonder onderwijs’. Doordat het mogelijk is verschillende waarden uit te dragen, is een uniforme vorm van burgerschapsonderwijs nooit van de grond gekomen. In combinatie met allerlei andere organisaties met een eigen signatuur – de kerk, maar ook het ziekenhuis en de sportclub – leidde dit tot een divers Nederland verdeeld in zuilen.

Is visie op burgerschap te rijmen met bijzonder onderwijs?

In het Nederland van 2018 vragen we ons steeds meer af hoe de gelijkstelling van het bijzonder onderwijs valt te rijmen met een duidelijke visie op burgerschap. We kennen geen diepgeworteld seculier onderwijs zoals in Frankrijk. Nederland lijkt ook niet op Zweden, een homogene natie met tot voor kort een staatskerk, dat niettemin ook zoekende is in een veranderende samenleving.

Spanje heeft van oorsprong misschien een dominante religie, maar loopt verder tegen dezelfde obstakels aan: een verdeelde natie, verschillende politieke ideeën over burgerschap en een pluriform schoolsysteem. Duitsland kent een gedeeld oorlogstrauma, dat vrij snel na de Tweede Wereldoorlog werd omgezet in het idee van politieke Bildung.

 Wat is typisch Nederlands?

Nederland staat dus niet alleen in de moeizame ontwikkeling van burgerschapsonderwijs. Alleen Frankrijk lijkt een goede weg gevonden te hebben, mede dankzij zijn unieke historische ontwikkeling.

Willen we in Nederland een uitgesproken opvatting over burgerschap formuleren, dan moeten we ons eerst bewust worden van onze historische erfenis. Wat willen we van deze erfenis behouden? Wat is typisch Nederlands, als het niet zit in geloof of een gemeenschappelijke cultuurhistorie?

Vanuit dit besef kunnen we de toekomst vormgeven. De balans tussen diversiteit en eenheid is precair, niet in de laatste plaats als het gaat over burgerschapsonderwijs.

Niels Back studeert politicologie aan de Universiteit Leiden en Scandinavië Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is oud-onderzoeksstagiair bij de Mr. Hans van Mierlo Stichting.

Lars de Bruin volgt een research master Geschiedenis aan de Universiteit Leiden en is oud-stagiair bij de Mr. Hans van Mierlo Stichting.

De Mr. Hans van Mierlo Stichting werkt aan een publicatie over sociaal-liberaal burgerschap.

Foto: Vladimir Tkalčić (Flickr Creative Commons)