Ondermijning kun je aanpakken met nudging

‘Straffen verhogen’ en ‘meer blauw op straat’ zijn de bekende reacties als de criminaliteitscijfers weer zijn toegenomen. Myrthe van Delden laat in haar masterscriptie zien dat het ook anders kan. Nudging als nieuw instrument in de aanpak voor ondermijning op Rotterdam Zuid.

Een nudge is een duwtje in de ‘goede richting’ om bepaald gedrag aantrekkelijk te maken (Thaler & Sunstein, 2008). In de openbare ruimte zijn hier inmiddels talrijke voorbeelden van, zoals de trap waar op elke trede de hoeveelheid verbrande calorieën staat en het inmiddels wereldberoemde vliegje in de urinoirs op Schiphol (en ook in coronatijden is nudging populair, red.). Ook voor het bevorderen van gezond gedrag wordt nudging toegepast.

Nudging gebruiken om ondermijning – de ontwrichtende sociale effecten van criminaliteit – aan te pakken klinkt als een onlogische en ongehoorde combinatie. Toch wordt deze aanpak op Rotterdam Zuid al ingezet.

Rationele benadering schiet tekort bij complexe problemen

Beleidsmakers zetten vaak in op ‘simpele’ nudges – pijlen in de openbare ruimte om mensen een bepaalde kant op te leiden en tot piano’s omgebouwde trappen om mensen te verleiden de trap in plaats van de roltrap te nemen. Het zijn simpele aanpassingen om alledaags gedrag te beïnvloeden. Vaak als toevoeging op reguliere programma’s of op de ‘gewone’ inrichting.

Bij het maken van beleid is het relatief vanzelfsprekend om een juridisch of economisch perspectief te hanteren. Het gedragsperspectief met kennis vanuit de (sociale) psychologie wordt minder vaak gebruikt, maar dat zou wel prima kunnen. De meerwaarde van het gedragsperspectief ligt niet eens zozeer in simpele, maar juist in complexe vraagstukken waarin er geen stabiele, lineaire causale relaties zijn (Teisman & Klijn, 2008). Zulke vraagstukken zijn daarom onkenbaar, onoplosbaar en ambigu en een volledig rationale benadering schiet tekort in de aanpak ervan.

Nudging gebruiken bij de aanpak van illegaal gokken

Op Rotterdam Zuid wordt nudging regelmatig toegepast. Om het gedrag van mensen te beïnvloeden worden in de buurt aanpassingen gedaan om hen andere keuzes te laten maken. Bijvoorbeeld bij de aanpak van illegaal gokken. In veel cafés op Zuid wordt illegaal gegokt. De grote hoeveelheden contant geld en gokbriefjes in de cafés verraden de illegale praktijken waaraan niet alleen criminelen deelnemen, maar ook gokverslaafden (Schram et al., 2018).

De personen die de illegale gokpraktijken faciliteren worden vervolgd, maar dit biedt geen oplossing voor de gokverslaafden en de café-eigenaren die onder druk worden gezet. Zij vinden een nieuwe goklocatie of worden opnieuw onder druk gezet. Bovendien wordt het maatschappelijke probleem van illegaal gokken niet aangepakt door slechts de vervolgingen.

‘Praat erover’ is de kernboodschap van de campagne

Om het illegale gokken aan te pakken, startten het Openbaar Ministerie, de gemeente, politie, de Kansspelautoriteit, de belastingdienst en het RIEC (Regionaal Informatie en Expertisecentrum) een campagne om cafébezoekers bewust te maken van de ernst van het probleem en van de oneerlijke omstandigheden (vaak wordt het gokken gebruikt voor witwassen en is de kans om geld te winnen nihil). De kernboodschap luidt ‘praat erover’ om de schaamte die rond gokverslaving hangt te doorbreken.

Een gedragsverandering wordt niet teweeggebracht door mensen nogmaals te vertellen dat iets niet mag, als ze dat eigenlijk al weten. Daarom wordt ingezet op het gebruik van de sociale norm ‘illegaal gokken doe je niet’ en daarover praten.

De sociale norm moet zijn dat criminaliteit niet loont

De sociale norm heeft grote invloed op menselijk gedrag (Thaler & Sunstein, 2008). Bijvoorbeeld: ‘De politie is je vijand, niet je vriend.’ Als dit de norm is in een wijk waar kinderen opgroeien, vaak in combinatie met veel mensen zonder werk om hen heen, dan worden deze kinderen niet gestimuleerd om jarenlang naar school te gaan en vervolgens ‘een gewone baan’ te vinden. Want dat is niet de norm. Wanneer criminaliteit de norm is, moet je sterk in je schoenen staan om je niet aan deze norm te conformeren.

Anonimiteit speelt daarbij een belangrijke rol: criminelen hebben lange tijd het gevoel anoniem te werk te kunnen gaan en niet te worden gezien. Voor betrokken partners bij de aanpak van ondermijning is dan ook het doel om de buurt uit de anonimiteit te halen: de overheid moet zichtbaar zijn, al helemaal wanneer iemand de wet overtreedt. De boodschap moet zijn: criminaliteit loont niet. De sociale norm is een sterke nudge. Dat vraagt om sturing van de partijen in de wijk op de norm waaraan mensen zich conformeren.

Gedrag als onmisbare factor in beleid

Het sturen op gedrag is ook in de aanpak van ondermijning een essentiële factor. Nudging kan het verschil maken. Het is het verhaal dat professionals steeds vertellen: het maakt uit hoe de buurt eruitziet, wat de sociale norm is, welke woorden en beelden worden gebruikt wanneer een verhaal wordt verteld. Kortom: het maakt uit welk gedrag wordt opgeroepen.

Gedragsverandering is eigenlijk altijd het object van beleid en sturing, nudging is dus niets vreemds. Het maakt alleen expliciet hoe gedrag beïnvloed wordt, namelijk via omstandigheden en omgeving. Daar komen ook grote principiële en ethische vragen bij kijken. Wat mag er? Welke normen mag de overheid beïnvloeden? Dat zijn vragen om scherp op te zijn bij het ontwikkelen van beleid.

Myrthe van Delden werkt als onderzoeker en opleidingsmanager bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). Lees hier haar volledige masterthesis. Zij won met haar scriptie de Rotterdam Scriptieprijs 2019.

 

Foto: Lidya Nada on Unsplash