Ook buiten de kampen verdienen vluchtelingen steun

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière pleitte er in Welt am Sontag voor om migranten op zee terug te sturen. Leidt dit voorstel tot een vergroting van de schandvlek die de opvang van vluchtelingen in Europa nu al is, of sluit het aan op een trendbreuk in de hulpverlening?

Het ‘Wir schaffen das’ van de Duitse bondskanselier Angela Merkel ligt al weer lichtjaren achter ons. Dat geldt ook voor de ontmoeting die de Amerikaanse president Barack Obama dit jaar organiseerde voor een select gezelschap van staatshoofden om meer steun voor vluchtelingen te krijgen. Hij pleitte daar voor meer geld voor humanitaire hulp, betere rechten in gastlanden en meer ruimte voor banen en ontwikkeling van vluchtelingen. Ook legde hij een verband tussen de opvang van vluchtelingen, rechten en ontwikkeling. Ofwel, als van vluchtelingen meer zelfredzaamheid wordt verwacht, moeten zij wel de ruimte hebben om aan die eis te voldoen.

Het pleidooi van De Maizière, hoegenaamd om te voorkomen dat vluchtelingen zich inschepen in gammele bootjes voor een gevaarlijke overtocht over de Middellandse Zee, lijkt echter niet zozeer gericht op meer zelfredzaamheid, maar vooral om vluchtelingen buiten Europa te houden. Dat is echter maar ten dele waar, De Maizières pleidooi sluit namelijk ook aan op een trendbreuk in de humanitaire hulp

Vluchtelingen zijn niet volkomen hulpeloos

Noodhulp was tot voor kort vooral toegesneden op dienstverlening in kampen. Het idee dat vluchtelingen volkomen hulpeloos zijn, is hardnekkig, evenals het idee dat lokale instanties in tijden van crisis massaal ingestort zijn en de hulp dus van buitenaf georganiseerd moet worden. De laatste tien jaar begint de taal en de praktijk van de hulp flink te kantelen, onder druk van aanhoudende kritiek en veranderende omstandigheden.

De kritiek kwam van mensen uit de praktijk en wetenschappers en betrof het mens- en maatschappijbeeld van de hulpverlening. Een beeld dat er van uitging dat een oorlog of ramp zó ontwrichtend is dat mensen hulpeloos zijn en alle lokale instanties uitgeschakeld. De werkelijkheid is echter dat mensen zo goed als kwaad doorgaan met hun leven. Ook ziekenhuizen, scholen en andere instanties proberen hun werkzaamheden voort te zetten. De laatste jaren hebben hulporganisaties hun beeld daarom flink bijgesteld, aangemoedigd onder anderen door het groeiend aantal, vaak langdurige conflicten. Het was eenvoudigweg niet meer vol te houden om door te werken met een model dat hing op externe hulpverlening.

Het begon bij natuurrampen, waar nationale spelers de regie meer in handen namen en in hun respons de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tot uitgangspunt maakten. Ook de internationale hulpverlening trekt zich mentaal en fysiek steeds verder terug met een beroep op de zelfredzaamheid van mensen. Een kwestie van voortschrijdend inzicht, waarbij ongetwijfeld ook een rol speelt dat internationale actoren voorzien dat ze het stijgend aantal rampen door klimaatverandering niet meer kunnen bijbenen.

Vluchtelingen buiten de kampen

Een vergelijkbare trend is te zien bij de opvang van vluchtelingen, met name rond de Syrië-crisis. In Libanon, Jordanië en Turkije bevindt 90 procent van de vluchtelingen zich buiten kampen. Zij huren kamers in de steden en proberen zich in leven te houden met werk op de informele arbeidsmarkt. Hulp is niet meer vanzelfsprekend, alleen de bijzonder kwetsbare vluchtelingen - alleenstaande moeders of zwaar zieken - krijgen nog bijstand.

Daarnaast maakt de huidige technologie het mogelijk vluchtelingen ook te helpen als ze niet in een kamp wonen: wie voor hulp in aanmerking komt, krijgt een visakaart waar maandelijks een bedragje op wordt gestort. Ook vluchtelingenhulp wordt meer gezien als aanvulling op zelfredzaamheid. Op zich een mooie ontwikkeling, als vluchtelingen tenminste de kans krijgen zichzelf te redden. Maar dat valt tegen.

Lang niet iedere vluchteling kan zich registreren, bovendien zijn aan registratie weinig rechten verbonden. Werk kan alleen illegaal - zonder werkvergunning of formeel werkaanbod - en geen vluchteling durft naar de politie te gaan bij uitbuiting of diefstal. Vluchtelingen in de huidige gastlanden maken steeds meer deel uit van het wereldwijde precariaat: mensen aan de onderkant van de samenleving in de meest benarde omstandigheden die van dag tot dag moeten zien te overleven. Geen baan, geen bescherming. Van de rechten die wij hen toewensen via het vluchtelingenverdrag kunnen zij in de praktijk geen gebruik maken. Omdat mensen die de grens oversteken extra kwetsbaar zijn, geldt hier nog meer: bouwen op zelfredzaamheid is prima, maar dan moeten mensen wel de kans krijgen zichzelf te redden.

Opvang in West-Europa blijft schandvlek

Nederland loopt voorop in het promoten van de zelfredzaamheid van vluchtelingen en geeft ruimhartige steun aan Libanon en Jordanië om de gebrekkige gezondheidszorg en onderwijs voor vluchtelingen in de steden vooruit te helpen. Daarbij speelt een rol dat ons land evenals de overige Europese landen het in hun belang vinden om zich zoveel mogelijk af te schermen van een al te grote instroom van mensen van buiten. Ondertussen blijft opvang van vluchtelingen op ons eigen continent een schandvlek.

In Griekenland worden 60 duizend vluchtelingen opgehokt en kunnen ze geen kant op. Terwijl in Nederland meer dan de helft van de bedden in de asielzoekerscentra leeg staat, komen we de toezeggingen niet na om zo’n 5 duizend vluchtelingen van Griekenland over te nemen. We geven de vluchtelingen kortom geen kans om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Het minste wat Nederland kan doen, is deze toezeggingen wel nakomen.

De een na beste oplossing

Vooropgesteld, er zijn geen gemakkelijke oplossingen voor het vluchtelingenvraagstuk, er zal altijd sprake moeten zijn van een mix aan maatregelen. De beste oplossing is uiteraard om een eind te maken aan de conflicten waarvoor mensen op de vlucht slaan. Daar moet altijd inspanning naar toe gaan.

Verder kan de opvang in de regio nog veel beter. Dit vereist veel steun aan landen in de regio, zodat zij vluchtelingen meer dan nu juridische bescherming kunnen bieden en ruimte creëren om te overleven. Europa zal zijn steentje moeten bijdragen, onder meer door de opvang van vluchtelingen hier, niet door op zee migranten al terug te sturen.

Als Europa dat niet doet, kan ze niet verwachten dat de veelal arme landen in conflictregio’s even veel vluchtelingen als nu blijven opvangen.

Dit is een geactualiseerde samenvatting van de inaugurele rede die Thea Hilhorst donderdag 22 september 2016 uitsprak bij haar benoeming tot hoogleraar Humanitaire hulp en wederopbouw in het Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Foto: Brainbitch (Flickr Creative Commons)