Ook ongemakkelijke (on)waarheden moeten publiekelijk besproken kunnen worden

Nepnieuws lijkt in Nederland nog geen groot probleem. Maar het is voor een weerbare democratie belangrijk om op digitalisering te anticiperen, betogen de auteurs van een recent advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Dat vergt ook politici die tegenspraak waarderen.

Aan de vooravond van de verkiezingen voor zowel de Provinciale Staten als het Europees Parlement werd gevreesd voor de gevaren van nepnieuws, filter bubbels en online beïnvloeding via microtargeting. Digitale technologieën zouden het democratisch debat verstoren en eerlijke verkiezingen ondermijnen. Daarbij werd angstvallig gekeken naar de verkiezing van Donald Trump en de Brexit. De EU startte het initiatief EU vs. Disinfo. En minister Kajsa Ollongren startte een bewustwordingscampagne die burgers opriep nieuwsgierig en kritisch te blijven.

Terugkijkend op de verkiezingen lijken genoemde gevaren, in ieder geval in Nederland, mee te vallen. Uit een overzicht van wetenschappelijke studies (Universiteit van Amsterdam, Commissariaat voor de Media) komt naar voren dat desinformatie hier vooralsnog geen grote bedreiging vormt (ROB, 2019).

Het waren vooral reguliere campagnefilmpjes van politieke partijen die tot ophef leidden. Denk aan het spotje van de SP waarin een man figureerde die wel erg veel leek op Frans Timmermans. Of het filmpje dat Thierry Baudet deelde waarin migranten worden voorgesteld als verkrachters en moordenaars. Nieuwscheckers – een initiatief van Universiteit Leiden - liet zien dat dit filmpje afkomstig was van een rechts-extremistische bron.

Gemanipuleerde beelden

We moeten ons echter niet in slaap laten sussen. De digitalisering raast voort en zal op bekende en onbekende manieren het debat beïnvloeden. Waar we tot voor kort vooral oog hadden voor de positieve gevolgen doemen nu ook verschillende schrikbeelden op. Zo maken technologieën het steeds makkelijker om beeld en geluid te manipuleren.

Bijvoorbeeld het bewerken van filmbeelden met de echte Frans Timmermans, waarin hij plots pleit voor een Nexit. Een ander gevaar zijn (Europese) politici die onwaarheden verspreiden en waarheidszoekende instituties onder druk zetten, zoals gebeurt met de rechtspraak en wetenschap in landen als Polen en Hongarije.

Waakzaamheid blijft daarom geboden. In het onlangs verschenen advies ‘Zoeken naar waarheid’, betoogt de Raad voor het Openbaar Bestuur dat het juist in digitale tijden cruciaal is voor een democratie om te blijven zoeken naar waarheid (ROB, 2019). Als iedere (digitale) gemeenschap louter toegang heeft tot de eigen veelal eenzijdige feiten en ideeën valt het gemeenschappelijke beeld van de werkelijkheid uiteen dat nodig is voor een goed debat.

In Nederland lijken filter bubbels het debat nog niet echt te ondermijnen, mede dankzij een pluriform mediastelsel met podia waarop verschillende ideeën met elkaar kunnen botsen. Maar dan moeten we deze rol van de publieke media wel (her)waarderen en niet politici laten dicteren met wie, waar en wanneer zij in debat gaan. Ook ongemakkelijke (on)waarheden moeten publiekelijk kunnen worden besproken.

Sturende algoritmes

Kortom, er is geen reden de noodklok te luiden, maar we moeten vooral ook niet te naïef zijn. Het is belangrijk om op digitalisering te anticiperen zodat we de democratie weerbaar kunnen maken. Hiervoor is meer nodig dan louter een bewustwordingscampagne. Denk aan het investeren in democratische én digitale vaardigheden van burgers via het onderwijs. Of aan initiatieven als Nieuwscheckers die ons leren hoe de bronnen te achterhalen van online foto’s en filmpjes.

Ook is het goed om te leren hoe we platforms kunnen ontwerpen die een vruchtbare uitwisseling tot stand brengen van verschillende of zelfs tegenstrijdige ideeën. Denk verder aan juridische mogelijkheden om transparantie af te dwingen van sturende algoritmes die mede bepalen welke informatie mensen te zien krijgen en van online beïnvloeding in verkiezingstijd, net zoals de wet consumenten ook beschermt tegen misleidende productinformatie.

Het belangrijkste is echter dat de politiek zelf het goede voorbeeld geeft door zich toetsbaar op te stellen en tegenspraak te waarderen. Want hoewel de opkomst bij de verkiezingen vergeleken met voorgaande jaren hoog was, zijn het vooral politici en bestuurders zelf die nog een hoop kunnen winnen door het debat aan te gaan met nieuwsgierige en kritische burgers, en ze op deze manier meer te betrekken in hun zoektocht naar waarheid.

Katrien Termeer is raadslid en Jasper Zuure is senior adviseur bij de ROB. Zij schreven mee aan het advies Zoeken naar waarheid. Over waarheidsvinding in de democratie in het digitale tijdperk.

Foto: PES Communications (Flickr Creative Commons)