RECENSIE Het nieuwe Westen

Hans Boutellier maakt in zijn nieuwe boek een belangrijk punt: een flink deel van het publieke debat wordt bepaald door het wereldkampioenschap slachtofferschap. Je moet verliezen om te winnen. Het is gekrenktheid die iemand als Thierry Baudet groot maakt, en dat levert hem een podium op.

Beschouwingen over identiteit en polarisatie neigen naar het ahistorische. De kwestie of de botsing tussen hedendaagse fanatiek Hollands secularisme en de Islam lijkt op confrontaties uit de verzuiling (of eerdere tijden) blijft wat onderbelicht. Terwijl communisten, sociaaldemocraten, katholieken en protestanten graag met elkaar op de vuist gingen. Die verzuiling ebde al weg in mijn basisschooltijd, maar polarisatie herinner ik me te over: de krakers natuurlijk (‘jullie rechtsstaat is de onze niet’), om het over de Rote Armee Fraction en de Molukse kapingen niet te hebben. Of de IRA en Bobby Sands die zich doodhongerde, en de straaljagers die over ons huis joegen om het luchtruim tegen de Russen te bewaken. Ban de bom niet vergeten.

Dat soort kwesties is weggedrukt naar de achtergrond. De inderdaad heftige indruk van de aanslagen op de Twin Towers en de moorden op Fortuyn en Van Gogh spelen daar een grote rol in. Maar zoveel had het niet gescheeld of staatssecretaris van asiel Aad Kosto was in 1991 opgeblazen, of de vrouw van Janmaat in 1986 doodgevallen. Nederland was nooit gezellig, overzichtelijk of eensgezind, maar midden in de draaikolk denken we dat wel graag. De samenleving van nu heet dan niet alleen helemaal anders dan vroeger, maar vooral onvoorspelbaar of misschien zelfs bedreigd.

In zijn nieuwste boek ontkomt de criminoloog Hans Boutellier ook niet helemaal aan dit verwijt. Voor ik verder ga is het misschien netjes te vermelden dat ik wel eens (en tot grote tevredenheid) heb samengewerkt met Boutellier, en toch mijn best doe zo onbevooroordeeld te zijn ben als de recensent idealiter is. Men moet mij maar op mijn woord geloven, zou Sywert van Lienden zeggen.

Gekwetste ego’s zetten de toon

De titel van het boek is al wat zwaar: ‘Het nieuwe Westen. De identitaire strijd om de sociale verbeelding’. De inzet is ook stevig: hoe ‘de woede van deze tijd’ te verklaren én te beantwoorden? Waar komt de felle strijd tussen islamisten en extreme nationalisten vandaan, en wat kun je er aan doen nu dat steeds meer een strijd via de sociale media is? In acht korte, heldere hoofdstukken beschrijft Boutellier hoe de samenleving onherstelbaar verandert doordat de culturele verschillen tussen mensen steeds meer op de voorgrond komen en het verhaal over wat ons gelijk maakt naar de achtergrond verdwijnt.

Boutellier laat zien dat niet vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar snel gekwetste ego’s en twitter de toon zetten van ons thuisgevoel. Meer en meer wordt de natiestaat het domein van omstreden identiteiten, in plaats van de sfeer waarin we de rechtsstaat en de verzorgingsstaat vormgeven. De ‘sociale verbeelding’ van het westen, of op zijn minst van ons land, staat op het spel. De vraag ‘wie we zijn?’ wordt steeds gepassioneerder gesteld door veelal boze individuen, en steeds minder getunneld door bestuurders, redacties of geestelijke voormannen of -vrouwen. De botsing tussen – zeg - Thierry Baudet, Black Lives Matter en allerlei religieuze fundamentalisten levert geen gezamenlijkheid meer op, alleen meer strijd. Niet minder dan een ‘nieuw begrip van samenleven’ is nodig vanwege deze ‘identitaire razernij’, volgens Boutellier.

Echt waar? Alles overboord van Willem van Oranje tot Provo en van de waterschappen tot de SER? Alleen om wat doorgedraaide fanatieke moslims en dito extreme nationalisten, die helaas beter dan de gemiddelde Nederlander in de belangstelling van de media weten te blijven? Ondanks die wat stevige stelling is het ‘Nieuwe Westen’ goed en ook instructief. Om drie redenen.

De lezer wordt tot meedenken uitgenodigd

Allereerst temt Boutellier de ondergangsfilosoof, die ontwaakt in iedereen die begaan is met identiteitsdiscussies, telkens opnieuw met kalme terzijdes. Hij schrijft: ‘Er klinkt de roep om een nieuw verhaal, een nieuwe verbeelding – van ons land, van Europa, van het Wes­ten, van onze manier van samenleven.’ En vervolgt ironisch met: ‘Toe maar.’ De lezer voelt zich niet bedonderpreekt maar tot meedenken uitgenodigd. Boutellier introduceert een ‘emergente moraal’. Waarop de lezer denkt, oja, emergent, wat was dat ook weer? Hij vervolgt dan met: ‘Ik moet het even zo omstandig zeggen’.

Hij introduceert een thema als onze moeizame omgang met het kolonialisme (‘witte Vergangenheitsbewältigung) via niet-westerse schrijvers, stemt in met de harde verwijten richting het Westen, en constateert vervolgens dat de cruciale verworvenheden – twijfel en de andere Verlichtingswaarden – daarmee dus niet ter discussie staan, maar uiteindelijk juist bevestigd worden. ‘Het Westen’ kwetst mensen nu inderdaad, maar kán zich, als we de juiste woorden vinden, hernemen. Het is in die zin een open boek.

Debat wordt bepaald door wereldkampioenschap slachtofferschap

Bovendien heeft Boutellier een belangrijk punt – het is zijn punt - dat een flink deel van het publieke debat wordt bepaald door het wereldkampioenschap slachtofferschap, dus dat je moet verliezen om te winnen. Het is gekrenktheid die iemand als Thierry Baudet groot maakt, zijn land en cultuur en architectuur zijn ‘afgepakt’ en dat levert hem een podium op.

Wij zijn allemaal winnaars onder elkaar, grapte de Belg Urbanus ooit, na een zeververhaal over de race tussen spermacellen. Maar daar krijg je tegenwoordig geen publiek meer voor, je wordt belangrijk door te laten zien dat anderen ten onrechte iets hebben of krijgen. Dat kan een sociale uitkering voor een immigrantenkind zijn vanuit het nationalistisch perspectief, of het recht van een meisje om zich van vaders of broers niks aan te trekken vanuit een fundamentalistisch perspectief. Dat doet ons land tekort, dat doet onze religie tekort, en ik ga daar iets aan doen! Boutellier zegt het mooi: ‘Identiteitspo­litiek combineert – ten diepste – het gevoel slachtoffer te zijn met het verlangen naar heldendom.’

En tenslotte brengt hij veel van de grote woorden waarmee Sociologistan de culturele strijd duidt, terug naar voor professionals en politiek heldere kaders - de pacificatiedemocratie nadat deze door de 21e eeuwse wasstraat van individualisering en culturalisering is geweest. Het draait uiteindelijk om ‘geloof in de rechtsstaat als pedagogische en politieke opgave’.

Om de sociale verbeelding binnen die democratische rechtsstaat weer tot leven te brengen, helpen ‘basale noties van wederkerigheid in rechten en plichten, die vorm [krijgen] in de meerstemmigheid’. En om die te realiseren is het cruciaal ‘momenten te laten ontstaan, te faciliteren of te organiseren’ waarin vreemdelingen even burgers voor elkaar worden, elkaar tijdelijk erkennen als gelijken. ‘Want ook al zien we elkaar niet staan, we treffen elkaar wel in de instituties.’

Hans Boutellier. Het nieuwe Westen. De identitaire strijd om de sociale verbeelding. Van Gennep, Amsterdam. 172 pagina’s. Verkrijgbaar in de boekhandel.