ANALYSE Minister Dekker wil filantropische sector beter leren kennen

Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming neemt nauwelijks initiatieven om het geefgedrag te stimuleren, maar wil de filantropische sector wel beter leren kennen. Dit blijkt uit zijn recente reactie op de WRR-verkenning over filantropie die een jaar geleden verscheen.

Met zijn brief reageert de minister op de bevindingen van de vorig jaar verschenen WRR-verkenning Filantropie op de grens van overheid en markt’ (waarvoor Sociale Vraagstukken een achttal reportages verzorgde). De brief gaat over geefgedrag, de transparantie van de filantropie-sector en de samenwerking tussen overheid en filantropie.

Ontwikkelingen in filantropie

Nederlanders gaven in 2015 met zijn allen ruim 5,7 miljard euro aan goede doelen en 36 procent van de Nederlandse bevolking verrichtte vrijwilligerswerk. Mooie cijfers, maar, zo waarschuwen de opstellers van de WRR-verkenning, het aantal vrijwilligers en de tijd die zij besteden aan het vrijwilligerswerk neemt gestaag af. Daarnaast vertoont ook het geefbedrag – als percentage van het bruto binnenlands product en het besteedbaar inkomen –  een neerwaartse trend. Daartegenover staat overigens wel een positieve groei aan sociale ondernemingen, hybride vormen van ondernemerschap en filantropie van vermogenden.

De tweede belangrijke ontwikkeling waar de WRR-verkenning op wijst, is de toenemende vervaging van grenzen tussen filantropie, overheid en markt. Dit komt door de hervorming van de verzorgingsstaat, de decentralisaties in het sociale domein en het discours over de participatiesamenleving. Een vervaging van rollen in de aanpak van sociale problemen, achten zij onwenselijk. Immers, filantropie heeft een willekeurig, uitsluitend en vrijblijvend karakter, terwijl de overheid garant behoort te staan voor een stelsel aan grondrechten.

Tot slot wijst de verkenning op het groeiend aantal bedrijfsfondsen, de verzakelijking van filantropische instellingen en impactgerichte en ondernemende filantropie. Doordat ondernemende filantropie naast maatschappelijke impact ook financieel rendement nastreeft, wordt het onderscheid tussen markt en filantropie steeds diffuser.

Speerpunten van beleid

In reactie op deze ontwikkelingen, heeft minister Dekker zijn filantropiebeleid aan de hand van drie speerpunten nader geëxpliciteerd.

Ten eerste wil hij het geefgedrag verder stimuleren. Hoewel het volgens de minister aan de sector  zelf is om geld in te zamelen en giften vervolgens efficiënt en doelmatig te besteden, ziet hij ook een rol voor de overheid. Hij denkt daarbij primair aan het bieden van fiscale faciliteiten. De belangrijkste instrumenten daarvoor bestaan al: de giftenaftrek en de ANBI-regeling.

De giftenaftrek voorziet in de mogelijkheid om giften die in het jaar zijn gedaan – bijvoorbeeld aan een ANBI - af te trekken van het belastbaar inkomen. Een ANBI  is een instelling die het algemeen nut beoogt én door de Belastingdienst als zodanig is aangewezen. Zowel de giftenaftrek en de ANBI-regeling blijven, al wil de minister beiden wel vereenvoudigen.

De bewindsman is het met de WRR eens dat ‘fiscale faciliteiten als generieke stimulans dienen en niet aan verschillende doelen moeten worden verbonden om geefgedrag inhoudelijk te sturen’. Geen politiek bedrijven met filantropische giften dus, wat Dekker betreft. Maar dat gaat eraan voorbij dat giften aan culturele instellingen nu al worden gestimuleerd door een aftrekregeling. Maar, argumenteert de minister, die regeling is er gekomen als reactie op ‘de daling in overheidssubsidies aan de culturele sector en niet zozeer uit een wens om geefgedrag te sturen’.

Afdracht loterijen en vrijwilligerswerk

De afdrachten van loterijen aan goede doelen dragen aanzienlijk bij aan het bedrag dat Nederlanders jaarlijks aan goede doelen geven. De minister wil dat systeem handhaven. Leidend voor zijn beleid is en blijft dat ‘de bestemming van de afdracht kan rekenen op steun van de consument, dat (potentiële) begunstigden voldoende toegang hebben tot het loterijstelsel en dat begunstigden afdrachten vrij van last ontvangen.’

Vrijwilligerswerk valt voor de minister ook onder filantropie. Het kabinet verruimde al op verschillende manieren de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld met behoud van een WW-uitkering. Daarnaast kunnen vrijwilligers die met mensen in een afhankelijkheidssituatie werken gratis een VOG aanvragen en is de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding per 1 januari 2019 verhoogd. Verder wil de minister ‘wettelijke knelpunten en belemmeringen wegnemen, vrijwillige inzet (gericht) stimuleren en relevante kennis en informatie over vrijwilligerswerk in Nederland verzamelen en verspreiden’.

Minister Dekker wil op verschillende manieren de transparantie van de 567 erkende goede doelen vergroten. Ook werkt hij aan een regeling om (buitenlandse) donaties aan maatschappelijke organisaties in Nederland transparanter te maken.

Filantropie leren kennen

Minister Dekker erkent in navolging van de auteurs van de WRR-verkenning dat ‘de overheid verantwoordelijkheid draagt voor publieke belangen op basis van rechtsstatelijke principes en dat filantropie daarom niet als substituut voor overheidsvoorzieningen kan worden beschouwd’.

Onder meer om rolvervaging te voorkomen, gaat zijn ministerie een aantal bijeenkomsten organiseren ‘om te verkennen op welke manier overheid en filantropie complementair kunnen werken in de aanpak van maatschappelijke opgaven.’ De minister ziet het als een van de manieren om gevolg te kunnen geven aan het advies van de WRR dat fondsen en overheden ‘elkaar beter leren kennen, elkaar ontmoeten en uiteindelijk – indien wenselijk – elkaar versterken.’

 

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (Flickr Creative Commons)