Populaire pestkoppen op middelbare scholen moet je aanpakken

Van pesten worden kinderen populair. Het is met name voor middelbare scholieren dan ook zeer aantrekkelijk om een klasgenoot te jennen en zelf zo aanzien en bewondering te oogsten. Wat kunnen de scholen hiertegen doen?

Scholen kunnen kiezen uit een ruim aanbod aan anti-pestprogramma’s om pesten op school aan te pakken. Slechts enkele van deze programma’s zijn door de commissie anti-pest programma’s beoordeeld als mogelijk effectief. Niet één van deze laatste hanteert een schoolbrede aanpak die geschikt is voor de bovenbouw van de middelbare school. Bovendien blijken anti-pest programma’s minder goed te werken op de middelbare school dan op de basisschool. We weten dus nog niet goed hoe we pesten op de middelbare school het beste kunnen aanpakken. Mijn promotieonderzoek naar de prevalentie en kenmerken van de verschillende pestrollen geeft hier meer inzicht in. De pestrollen zijn al veel onderzocht op de basisschool, maar er is verrassend genoeg nog weinig bekend over de rollen op de middelbare school.

Pesten is een groepsproces

Niet alleen pesters en slachtoffers zijn betrokken bij het pesten op school, maar ook andere leerlingen in een klas spelen een belangrijke rol in pestsituaties. Klasgenoten kunnen er met hun reacties namelijk voor zorgen dat pestgedrag in stand wordt gehouden of juist afneemt.

Leerlingen kunnen in pestsituaties zes rollen aannemen: slachtoffers worden herhaaldelijk en langdurig gepest en hebben vaak moeite om zichzelf te verdedigen; pesters beginnen met pesten en zorgen ervoor dat anderen mee gaan pesten; verdedigers proberen het pesten te stoppen door actief in te grijpen. Zij kunnen het slachtoffer ook geruststellen of troosten; assistenten helpen de pester mee met het pesten van het slachtoffer; aanmoedigers pesten zelf niet actief mee, maar houden het pesten wel in stand, bijvoorbeeld door te komen kijken wat er aan de hand is en het slachtoffer uit te lachen; en tot slot de buitenstaanders die zich afzijdig houden en voor niemand partij kiezen.

Kortom, pestgedrag is een groepsproces en het is daarom belangrijk dat wij ons richten op alle rollen wanneer we pesten tegen willen gaan.

Op de middelbare school pesten jongens vaker dan meisjes

Er zijn verschillende manieren om te onderzoeken welke rollen jongeren aannemen in pestsituaties. Een veelgebruikte methode is rapportage door klasgenoten. Deze methode houdt er rekening mee dat jongeren niet altijd zullen erkennen of herkennen dat zij zelf pesten of wat hun rol bij pesten is. In mijn onderzoek heb ik meer dan 1500 scholieren in de bovenbouw van de middelbare school gevraagd welke klasgenoten betrokken zijn in pestsituaties.

Hieruit kwam naar voren dat pesten ook in de bovenbouw van de middelbare school nog steeds een probleem is. Volgens klasgenoten wordt één op de tien leerlingen gepest. Bijna de helft van alle jongens en een kwart van alle meisjes is betrokken bij pestsituaties als pester, aanmoediger, of assistent. Terwijl jongens vaker pesten en pesters assisteren of aanmoedigen dan meisjes, verdedigen meisjes vaker slachtoffers van pestgedrag dan jongens. Slachtoffers van pestgedrag ondervinden vaak veel negatieve gevolgen van het pesten. Velen voelen zich bijvoorbeeld, eenzaam, angstig of depressief en hebben een lage zelfwaardering. Ook gedragen zij zich soms agressief. Het is daarom belangrijk dat we slachtoffers proberen te helpen door pesten tegen te gaan.

Pesters op de middelbare school zijn populair

Een eerder artikel op deze site laat zien dat populariteit een centrale rol speelt in pesten op de basisschool. Gelukkig zijn op de basisschool niet alleen pesters populair, maar ook de verdedigers van slachtoffers. Het lijkt dan ook effectief te zijn om basisschool leerlingen bij te laten dragen aan een positief en veilig klassenklimaat door hen te stimuleren klasgenoten te verdedigen. Maar werkt dit ook nog bij middelbare scholieren?

Populair zijn is niet hetzelfde als aardig gevonden worden

Om antwoord te vinden op deze vraag heb ik twee sociale status kenmerken van middelbare scholieren in verschillende pestrollen in kaart gebracht. Allereerst onderzocht ik hoe populair jongeren in elke rol zijn. Populariteit betekent hoe ‘cool’, invloedrijk en centraal jongeren zijn in de klas. Daarnaast heb ik gekeken hoe aardig zij worden gevonden. Hieruit kwam naar voren dat populariteit niet altijd samen gaat met aardig gevonden worden. We zien dat pesters, hun assistenten en aanmoedigers het meest populair zijn, maar zij worden tegelijkertijd onaardig gevonden door hun klasgenoten. Verdedigers worden daarentegen het meest aardig gevonden van alle klasgenoten, maar zij zijn weer niet bijzonder populair.

Pesten lijkt aantrekkelijker

Bij vergelijking van deze resultaten blijkt dat pesters populairder zijn op de middelbare school dan op de basisschool, en verdedigers juist minder populair. Het lijkt er dus op dat pestgedrag op de middelbare school beloond wordt met populariteit en verdedigen van een slachtoffer juist niet meer. Jongeren vinden het naarmate ze ouder worden steeds belangrijker om populair te zijn. De relatief lage populariteit van verdedigers sluit hier niet bij aan. Het is daarentegen mogelijk aantrekkelijker om anderen te pesten of pesters aan te moedigen of assisteren, omdat dit wel beloond lijkt te worden met populariteit.

Leer ze positieve manieren om populair te worden

Toch zijn er ook klassen waarin een goede sfeer hangt en jongeren die niet pesten, populair zijn. Deze sociaal competente leiders hebben veel aanzien in de klas en kunnen op een positieve manier invloed uitoefenen op hun klasgenoten. Hierin kan misschien een deel van de oplossing gevonden worden om pesten op de middelbare school tegen te gaan. Mogelijk zouden we pesten kunnen verminderen door pesters andere, positieve manieren aan te leren om populair te worden. Bijvoorbeeld door ze te koppelen aan een sociaal vaardige klasgenoot en hen samen een belangrijke taak te geven waarin weinig ruimte is om te pesten, maar die wel kan leiden tot aanzien in de klas. Dit kan echter alleen bewerkstelligd worden als de hele klas hierbij wordt betrokken. De rest van de klas moet er immers voor zorgen dat in plaats van pestgedrag, positief gedrag beloond wordt met populariteit.

Deze methode heeft al veelbelovende resultaten laten zien in Amerika en wordt momenteel ook onderzocht op Nederlandse basisscholen door de Rijksuniversiteit Groningen. Een volgende stap is om deze ideeën verder uit te werken en toe te passen in anti-pest programma’s die aansluiten bij de specifieke sociale dynamiek van het pesten op middelbare scholen.

Loes Pouwels is universitair docent bij de vakgroep pedagogische wetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij promoveerde onlangs met het proefschrift ‘The Group Process of Bullying: Developmental, Methodological, and Social-Cognitive Perspectives’, Radboud Universiteit, Nijmegen, 2018.

Foto: PennState (Flickr Creative Commons)