Er is in de afgelopen week een storm van verontwaardiging ontstaan naar aanleiding van een podcast-aflevering van de NVO - de Nederlandse Vereniging van pedagogen en onderwijskundigen - over thuiszitters, kinderen die niet naar school gaan.
In die podcast vertelt een orthopedagoge hoe ze een jongetje van acht jaar de klas in heeft gekregen. Hij had zich opgesloten op de wc, waar ze de scharnieren van verwijderde en ze heeft het kind krijsend en gillend in haar eigen auto naar school vervoerd, waar hij drie dagen lang aan één stuk door heeft gebruld: ‘Ik. Kan. Het. Niet.’ In zijn pyjama, want zijn kleren mocht hij ‘terugverdienen’. Ze trok overigens zijn diagnose autismespectrumstoornis in twijfel, zij begreep en zag het niet en vond dat degene die de diagnose gesteld had wel iets uit te leggen had.
Er werd in de podcast nogal lacherig en triomfantelijk over gepraat, maar het luide applaus dat de makers leken te verwachten voor hun prestaties bleef uit. In plaats daarvan reageerden mensen diep geschokt.
Geschokt
Vele ouders van thuiszitters herkenden het geweld dat ook tegen hun kind was gebruikt. Columniste Harriet Duurvoort, moeder van een thuiszittend kind, schreef in de Volkskrant dat ouders in Nederland ‘zo murw en wanhopig zijn dat ze een orthopedagoog hun wc-deur laten slopen (…) omdat ze onder ernstige druk staan van de leerplicht.’
Als je kind thuis komt te zitten met schoolangst, autisme of een ernstige ziekte, kunnen ouders in conflict komen met Veilig Thuis omdat het ontduiken van de leerplicht gelijk staat aan kindermishandeling. De Nederlandse doctrine is dat kinderen met extreme schoolangst zo snel mogelijk weer naar school moéten, maar er zijn veel meer mogelijkheden. Leerrecht zou geen schoolplicht moeten zijn, zeker niet voor kinderen met autisme, aldus Duurvoort.
Oudervereniging Balans (voor ouders van kinderen met ontwikkelingsproblemen) kwam met een open brief waarin ze stelden ‘dat er pedagogisch tactvollere manieren zijn om een (vaak angstig) kind naar school te krijgen dan onder protest in de auto mee te nemen en in de klas te laten schreeuwen.’ Op de site van de Nederlandse Vereniging voor Autisme reageerden ook wetenschappers geschokt en met afschuw.
In een persbericht werd de NVO dringend aangeraden de podcast uit de lucht te halen en er werd in een brief naar minister Slob van Onderwijs gesteld dat de beschreven handelingen in de podcast ‘in strijd zijn met onder andere diverse bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, het Strafrecht, het VN-kinderverdrag en het VN-Gehandicaptenverdrag.’ Verzocht wordt om een reactie van de minister op de vraag of deze handelswijze door het ministerie is toegestaan als middel om de thuiszittersproblematiek aan te pakken. Dinsdag 30 juni werd er ook in een commissievergadering van de Tweede Kamer over gesproken.
Onbedoeld?
De NVO reageerde aanvankelijk met enige schrik dat je ‘elkaar onbedoeld in het diepst van je ziel kunt raken’. Ze spreekt in een statement vervolgens van een ‘momentopname’ en pleit voor een evenwichtige discussie: ‘Nu hoort de luisteraar een verhaal over een deur die uit de scharnieren wordt gelicht, maar we horen niet wie dat doet en waarom. En ook niet wat daarover met wie vooraf is afgesproken. We horen ook niet hoe het verder is gegaan met deze leerling en zijn ouders. Omdát we dat niet horen, vullen we zelf in wat er gebeurt. En op grond daarvan vellen we, verschrikt, verontrust, verontwaardigd, woedend, een oordeel.’
Inmiddels is de aflevering verwijderd, maar de NVO weigert in een vierde verklaring om de inhoud te veroordelen. Ze blijven erbij dat mensen te snel in de verontwaardiging en woede zijn geschoten, maar ook daarin slaat de NVO de plank mis. De beschrijvingen in de podcast zijn beslist geen incidenten en worden door vele ouders en voormalige kinderen uit de jeugdzorg herkend. Dat de wetenschappers hiervan schrikken is eigenlijk heel vreemd, het is gangbare praktijk en ouders worden bewust buitenspel gezet. Het is daarom belangrijk om goed te kijken naar deze podcast, om te zien welke systeemproblemen aan het licht komen.
De podcast
Het leek de NVO zo’n leuk idee: een podcastserie waarin collega’s vertellen over hun werk. Ze begonnen de reeks ‘Thuiszitters, hoe kan het ook anders?’ met de vraag naar die éne leerling waar niemand raad mee wist, bij wie alles al was geprobeerd en niets had geholpen: hoe hebben ze dat opgelost? ‘In alle eerlijkheid zeg je wel eens tegen een collega: het enige wat hierbij nog werkt is het rolletje behang want daar zou ik hem wel eens achter willen plakken.’
De interviewer in de podcast is Bart van Kessel. Hij is projectleider van stichting Gedragswerk, die werkt in opdracht van de overheid en als doel heeft om het systeem rond ‘thuiszitters’, kinderen die leerplichtig of kwalificatieplichtig zijn en niet naar school gaan, weer vlot te trekken en het aantal thuiszitters naar nul te krijgen.
In deze eerste aflevering interviewt hij orthopedagoog-generalist Marieke Beentjes over de vraag ‘hoe pedagogen in samenwerking met alles en iedereen daar een route voor weten te bedenken. Routes die onverwacht en verrassend zijn en waarvan je achteraf denkt: hoe hebben we het ooit weten te doen?’
Samen praten ze over drie types kinderen, ‘we kennen ze allemaal’: drie totaal verschillende kinderen maar wat ze gemeenschappelijk hadden: ze wilden niet begrepen worden. Ze waren heel boos op alles en iedereen, ze lieten niemand toe. De eerste is een jongetje van acht dat weigert naar school te gaan, het tweede is een jongste meisje uit een gezin van negen kinderen, waarbij de vader uit beeld is.
‘Ik denk dat ik dan genoeg gezegd heb!’, aldus Beentjes. ‘Zij was het prinsesje en zij wilde dat het ging zoals zij bedacht had en als dat niet zo was dan werd het een venijnig prinsesje… dat ging al jaren zo.’ Het derde ‘kind’ werd niet toegelicht, maar luisteraars werden nadrukkelijk uitgenodigd om zelf een beeld te vormen en daarover ook terug te koppelen naar de makers van de podcast. Van Kessel: ‘We weten allemaal over wie we het hebben’.
Vervolgens gaat het gesprek over het jongetje van acht jaar, dat al vele scholen gezien had, maar bij elke school waar hij ‘mocht starten’ eigenlijk niet verder kwam dan het hek. Dit jongetje ‘sloot zich volledig af en wilde zijn eigen regie houden, wilde dat hij de controle had, wist waar het over ging en wist wat de volgende stap zou zijn en die ging hij ook zelf bepalen.’
Beentjes vertelt hoe hij ‘ons in de schoot werd geworpen’ en hoe hij met geweld de klas in werd gewerkt. Aan de ouders werd onvoorwaardelijke steun gevraagd: ‘Geef ons het vertrouwen, geef ons alle regie om te mogen doen wat wij denken dat op dit moment het beste is voor jullie kind en vraag ons alles waar je twijfels over hebt maar ga niet een ander pad.’ Terwijl het kind in de klas zat te brullen, zat een ander lid van haar team in een ander lokaal met de ouders te praten.
Van Kessel vraagt hoe ze die ouders zo ver had gekregen, waarop Beentjes antwoordt: ‘Dat is echt een kwestie van vertrouwen in jezelf (…) En ouders gingen daarin mee want die waren eigenlijk wanhopig. Iedereen had de handen ervan afgetrokken en wij zeiden: nee kom maar, wij gaan het gewoon doen.’ Een vooropgesteld plan was er niet: ‘We werken niet geprotocolleerd maar wel met een bepaalde visie, een bepaalde lijn die we uitzetten (...) Die lijn was dat het sowieso gaat lukken, daar hebben we het verder niet meer over. Het gaat lukken, rechtsom, linksom of onderdoor, dat maakt verder niet uit.’
Hoe kan dit zo misgaan?
Terwijl interviewer en pedagoog een podcast van een in alle opzichten bedroevende kwaliteit bij elkaar kletsten, zich blijkbaar van geen kwaad of pedagogisch niveau bewust, luisterden ouders en professionals met stijgend afgrijzen hoe een kind mentaal kapotgemaakt werd. Hoe het stereotype denken over kinderen werd aangemoedigd en hoe kinderen uitsluitend in negatieve termen werden beschreven. En hoe daarover gelachen werd.
Geen moment van bezinning: hoe komt het dat deze kinderen geen vertrouwen meer hadden, en hoe kun je dat bij ze herstellen? Geen moment waarop het gedrag van de kinderen gezien werd als signaal van angst, van paniek. Geen moment waarop ook maar enige empathie voor deze kinderen werd getoond.
Er werden hier verschillende verkeerde afslagen genomen. Het onverzettelijke geloof in de juistheid van het doel en een totaal gebrek aan reflectie op het eigen handelen. Ouders werden losgekoppeld van hun kind, moesten de regie uit handen geven. Dit doet denken aan methodes die ook wel in sektes worden gebruikt: het losmaken van de familie, het totaal controleren van de omgeving en de communicatie, het afnemen van de eigen regie, de strenge straffen als je het gewenste gedrag niet vertoont. Geen wonder dat het kind na drie dagen gebroken was.
Daarnaast was er een rotsvaste geloof in eigen professionaliteit, in hun positie als professional. Protocollen waren niet nodig, Beentjes als orthopedagoge wist hoe het moest en bepaalde wat goed was voor dit kind: ‘Het gaat lukken om deze jongen weer te laten horen bij een groep… dat hij weer bij zijn eerste behoefte kan, het horen bij een groep, daar gaan we voor.’ Terwijl elke psycholoog je kan vertellen dat veiligheid de eerste behoefte is, en die is voor deze jongen ver te zoeken. Zelfs de veilige band met zijn ouders werd verwoest.
Leerplicht moet leerrecht worden
De orthopedagoge heeft de wet achter zich, in Nederland moéten kinderen naar school. Ouders die hun kinderen thuis houden omdat het daar beschadigd wordt kunnen een boete krijgen, een melding Veilig Thuis, ondertoezichtstelling of er dreigt zelfs uithuisplaatsing. Onderwijsadvocate Katinka Slump pleit al jaren voor verruiming van de wet en om hulp voor hun thuiszittende kinderen.
Het probleem zit hem in wetgeving, in financiële belangen (scholen worden voor een kind betaald, ook als het thuiszit en niets aan onderwijs ontvangt) en in de tunnelvisie van beleidsmakers dat je je alleen op school kunt ontwikkelen. In de afgelopen coronaperiode bleek dat er ineens van alles mogelijk was voor kinderen die door de maatregelen thuiszaten, zaken waarom ouders van thuiszitters al jaren smeken of die ze gewoon zelf moeten regelen en betalen. Zeker autistische kinderen ontwikkelen zich beter zonder druk. Hen naar school krijgen is vaak een gevalletje operatie geslaagd, patiënt overleden.
Blijf kritisch kijken
Hoewel ik niet twijfel aan de inzet, kwaliteiten en intenties van het merendeel der professionals, zit er in dit verhaal voor iedereen een belangrijke boodschap. Er zitten blinde vlekken en perverse prikkels in het systeem rondom kinderen die niet naar school gaan (en eigenlijk rond alle kinderen en hun ouders die met jeugdzorg te maken hebben) die kinderen en hun ouders extra kwetsbaar maken
Dat dit niet herkend wordt, dat mensen geschokt zijn, is net zoiets als schrikken van racistisch geweld terwijl dat al decennialang in de kranten staat. Het klopt niet met je zelfbeeld en niet met je ideaalbeeld, maar dat zijn gevaarlijke dingen. De neiging is dan gauw om weg te kijken of de problemen zo te herformuleren dat er niets meer aan de hand is.
Precies deze cognitieve dissonantie had bij zowel interviewer als pedagoog postgevat, maar luisteraars konden niet anders dan inzien wat er werkelijk aan de hand was: hier worden kinderen mishandeld door degenen die hen zouden moeten helpen, beschermen.
Hopelijk zullen de makers van de podcast zich inderdaad eens afvragen: hoe hebben we het ooit weten te doen?
Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog.
Foto: Amanda Tipton (Flickr Creative Commons)