DRIEGESPREK ‘Polarisatie is ook: niet tegenover elkaar staan, maar langs elkaar heen leven’

Al het gedoe rond de formatie verdrong de kern van de zaak naar de achtergrond: de verkiezingsuitslag. Hoog tijd daarom voor een second opinion: zijn we getuige van een ruk naar radicaal rechts en van vergrote maatschappelijke verdeeldheid? Drie wetenschappers laten hun licht schijnen op de grillen van het electoraat.

De optelsom was de dag na de verkiezingen van 18 maart snel gemaakt: niet eerder haalden radicaal-rechtse partijen zoveel stemmen. Het bonte gezelschap van PVV, JA21 en Forum voor Democratie evenaarde de 28 zetels van de Lijst Pim Fortuyn en Leefbaar Nederland van 2002. Waarbij analisten meteen opmerkten dat dat record mede veroorzaakt werd door een politieke moord. En dat het verkiezingsprogramma van de LPF lang zo radicaal niet was.

Dat zijn de cijfermatige feiten. Maar hoe moeten we de verkiezingsuitslag duiden? Hoe valt de steun van een vijfde van de keizers voor de radicaal-rechtse partijen te verklaren? En is met hun winst Nederland in twee stukken gebroken? Nu het stof enigszins neergedaald is spreken we erover met drie sociale wetenschappers, elk vanuit hun eigen perspectief.

Quita Muis doet als promovenda aan de universiteit van Tilburg onderzoek naar polarisering in Nederland. Linda van de Kamp, zelfstandig onderzoeker en buurtopbouwwerker, keek eerder met een antropologische bril naar de sociale verhoudingen in de oude wijken van Amsterdam-Noord. Kjell Noordzij onderzoekt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam hoe status en culturele conflicten doorwerken in politiek vertrouwen.

Getuigt de verkiezingsuitslag van toenemende polarisatie?

Kjell Noordzij

Kjell Noordzij: ‘Een substantieel aantal mensen heeft gestemd op een radicaal-rechtse partij. Maar wat ik interessant vind, is de versnippering over de hele linie, ook ter linkerzijde. Volt, BBB, Bij1: dat zijn ook partijen die zich uitgesproken op een specifiek cultureel thema positioneren. Wat dat betreft gingen deze verkiezingen echt over de culturele dimensie: klimaat, de EU, immigratie. De partijen die gewonnen hebben, D66 en Forum, staan op die as tegenover elkaar: kosmopolieten versus nationalisten.’

 

Quita Muis

Quita Muis: ‘Ik zie in mijn eigen en ander onderzoek dat het volk zelf helemaal niet zo polariseert. Ook niet langs de scheidslijnen die we vaak vermoeden, zoals opleidingsniveau. Als we kijken naar waarden en ideologieën, is er geen sprake van dat mensen heel erg uit elkaar groeien. Het is niet zo dat mensen bijvoorbeeld steeds meer voor en steeds meer tegen immigratie zijn. De verschillen zijn er zeker, maar die worden niet groter. Mensen worden niet extremer in hun meningen. Maar wat wel extremer wordt, zijn politici, partijprogramma’s en stemgedrag. De electorale versplintering is volgens mij daarom vooral een uiting van het idee dat er sprake is van polarisatie.’

Kjell Noordzij:  ‘Ik denk ook niet dat er sprake is van polarisatie in termen van: steeds meer tegenover elkaar staan. Maar er is wel sterkere culturele identificatie binnen groepen waarbij uiteenlopende zaken sterk met elkaar verweven raken. Mensen die tegen Zwarte Piet zijn, zullen ook vaker havermelk drinken en eerder GroenLinks stemmen. In die culturele dimensie zitten elementen van onderschikking en bovenschikking: het idee dat anderen op je neerkijken. Dat heb je niet met je standpunt over de hypotheekrenteaftrek.'

‘Het gaat niet alleen over klimaat en immigratie, maar ook over hoe je in het leven staat, naar de wereld kijkt en wat mensen van jou vinden. Dat zie je ook terug in het stemgedrag in perifere regio’s. PvdA- en SP-bolwerken worden nu langzaam overgenomen door de PVV en Forum. Het gevoel van economische achterstelling en de politieke erkenning daarvan door links is nu verdrongen door gevoelens van culturele achterstelling – ‘Politici in Den Haag luisteren niet naar ons’– en de erkenning daarvan door radicaal-rechts.’

Waarom kan links geen aanspraak maken op dat sentiment?

Kjell Noordzij:  ‘Rechts is er veel beter in geslaagd die gevoelens van culturele onderschikking te politiseren. Neem de PvdA, dat is zeker in de beeldvorming toch een partij van en voor oudere, hoger opgeleide en progressieve mensen. Niet meer voor praktisch geschoolden. Die voelen zich niet meer vertegenwoordigd en zijn mede vanwege gevoelens van achterstelling en onderschikking rechtsaf geslagen.’

Linda van de Kamp

Linda van de Kamp: ‘Ik denk dat de specifieke context ook belangrijk is. Mensen kunnen om verschillende redenen bij dezelfde partij uitkomen. Ik heb onderzoek gedaan in oude volkswijken. Daar zie je dat de geschiedenis van die buurten een grote rol speelt in politieke keuzes. In Amsterdam-Noord stemmen nu veel mensen op de PVV. Maar daar hebben mensen altijd al weinig vertrouwen gehad in de politiek, er is altijd een anti-houding geweest. Vroeger was de Communistische Partij er groot. In die zin is er weinig veranderd.’

‘Tegelijkertijd: in Amsterdam-Noord is het vernieuwingsbeleid er de afgelopen jaren sterk op gericht geweest die buurten ‘open te breken’ en ‘te verbeteren’. Sociale huurwoningen werden verkocht om de instroom van nieuwe groepen – yuppen – te stimuleren. Daar gaat ook het signaal van uit dat de buurt niet goed was zoals die was. Het anti-sentiment richt zich nu op de yuppen die GroenLinks of D66 stemmen.’

‘Ik zie er ook wel een historische tragiek in. Deze wijken zijn van oorsprong een sociaaldemocratisch project. Dat heeft gebracht wat de bedoeling was. Maar daarna is de boel in elkaar gedonderd. De teleurstelling is dat ook de PvdA voor de verkoop van die sociale huurwoningen was.’

Hoe werkt dat door in de praktijk van alledag?

Linda van de Kamp: ‘Als je sociale media als maatstaf neemt, denk je: iedereen slaat elkaar de hersens in. Als je naar de praktijk kijkt, dan valt dat inderdaad heel erg mee. Mensen wonen naast elkaar, groeten elkaar. Maar: ook heel vaak niet. En dat is in Amsterdam-Noord een veelgehoorde klacht. "Die nieuwkomers groeten ons niet. Ze moeten ons niet, kijken op ons neer." Die yuppen waren toch binnengehaald om onze wijk te verbeteren? Dat gevoel van achterstelling zit diep.’

Kjell Noordzij:  ‘Zijn mensen dan ook meer langs elkaar heen gaan leven, met opleidingsniveau als zuil? Ten dele wel. Ze volgen ander nieuws, hun kinderen gaan naar andere scholen, ze doen boodschappen in een andere supermarkt. Dat is misschien ook een vorm van polarisatie: niet sterker tegenover elkaar staan, maar langs elkaar heen leven. In mijn eigen onderzoek kijk ik ook naar het concept van de diplomademocratie. Het is een bron van frustratie dat 90 procent van de Tweede Kamerleden middelbaar en hoger opgeleid is, terwijl 70 procent van Nederland middelbaar en praktisch geschoold is. Dit zorgt er niet alleen voor dat mensen het gevoel hebben dat veel politici geen rekening met hun wensen houden, maar ook dat ze niet op ze lijken.’

Linda van de Kamp: ‘Ik zie zeker dat mensen het gevoel hebben dat er geen samenhang meer is. ‘We horen niet meer bij elkaar, het is ieder voor zich.’ Dat hele idee van je optrekken aan die hoger opgeleide nieuwkomers verslechtert de verhouding. Dat is niet de schuld van yuppen, maar het mengen werkt gewoon niet. Er is geen affiniteit met elkaar.’

Quita Muis: ‘Ook al is er geen sprake van veranderende waarden, wat je wel ziet, is een toegenomen perceptie van polarisatie, inclusief negatieve gevoelens ten opzichte van andere groepen. Hoe meer mensen denken dat die scheidslijn er is, hoe meer er naar geleefd wordt.’

Linda van de Kamp: ‘In een van de buurten waar ik onderzoek deed, was tijdens vorige verkiezingen een politiek café. Daar kwamen zowel de oude arbeiders als yuppen. Het fascinerende van die avond was dat iedereen dezelfde zorgen had: goede zorg, betaalbaar wonen. Maar hun stemkeuze viel heel anders uit.’

Wat verdeelt hen dan?

Linda van de Kamp: ‘Ze zoeken de oplossing toch in een andere richting. Oudere bewoners wilden vaak terug naar vroeger. Nieuwe bewoners waren meestal meer toekomstgericht en bespraken nieuwe mogelijkheden en veranderingen die nodig zijn.’

Kjell Noordzij: ‘Ik heb interviews gehouden met politiek wantrouwende, praktisch geschoolde mensen. Sommigen stemmen SP, andere PVV of Forum. Maar ze delen wel met elkaar het idee dat politici in een andere wereld leven – "Ze weten niet wat er in mijn leven speelt." Leg je hen foto’s voor van Wilders of Marijnissen, dan zeggen ze: "Zij zouden wel naar ons luisteren."’

Over Wilders zeggen mensen vaak: ‘Het is jammer dat hij zulke extreme dingen over Marokkanen zegt, maar hij komt wel voor ons op.’ Speelt xenofobie een grote rol bij het succes van radicaal-rechts, of nemen mensen het op de koop toe?

Quita Muis: ‘De winst van Forum lijkt toch vooral te danken aan corona, als je kijkt naar het grote aantal voorkeursstemmen voor Van Haga, die over dat onderwerp meestal het woord voert. Mogelijk was het potentieel van de partij nog groter, maar vonden anderen die racistische appjes van Baudet wellicht te ver gaan. Voor die mensen is JA21 misschien een acceptabel alternatief gebleken.’

Kjell Noordzij: ‘We weten dat vooral cultureel conservatieve mensen op de PVV stemmen, mensen die meer moeite hebben met culturele diversiteit. Maar, voor anderen spelen ook overwegingen een rol zoals hun politiek wantrouwen, hun standpunten over de zorg of de culturele afstand tot politici die deze mensen bij veel andere partijen ervaren. In mijn onderzoek hoor ik mensen dan ook zeggen: ‘Ik zou niet op de PVV stemmen, maar ik vind het wel goed dat Wilders zegt waar het op staat.’

Opleidingsniveau wordt in culturele kwesties vaak als een scheidslijn gezien, maar JA21 en Forum trekken ook hoger opgeleiden aan.

Kjell Noordzij: ‘De PVV is voor veel mensen al een langere tijd ‘besmet’. Dat wil zeggen dat de PVV wordt buitengesloten van samenwerking door veel partijen. Ik verwacht dat het stigma dat daardoor samenhangt met een stem op de PVV vooral voor veel hoger opgeleiden zwaar weegt. Forum voor Democratie leek, vooral in het begin, voor deze mensen een goed alternatief rechts van de VVD. Dit zagen we ook in de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen in 2019, toen Forum de grootste partij werd. Maar, zoals Quita al zei, werd ook Forum als het ware ‘besmet’ door het nieuws over de appgroepen binnen de partij en een aantal uitspraken van Baudet. Nu probeert JA21 dit gat op rechts te dichten en het lijkt erop dat ze zich heel bewust zijn van hun potentieel, aangezien ze zich heel erg openstellen voor samenwerking en op sommige standpunten gematigder zijn dan de PVV en Forum.’

Linda van de Kamp: ‘Ik denk dat mensen niet zozeer op Forum of de PVV stemmen omdat ze denken dat die partijen echt wat gaan veranderen. Het is vooral een anti-stem tegen gevestigde partijen. Het is niet alleen migratie, klasse of cultuur - het is van alles wat. In Noord worden yuppen als ‘de buitenlanders’ gezien. ‘Die kennen onze cultuur niet.’

Wordt de afkeer groter? Fortuyn was heel gematigd vergeleken met wat Wilders en JA21 betogen.

Quita Muis: ‘Volgens mijn onderzoek dus niet. Maar er zijn wel andere manieren waarop meningen en identiteiten zich vormen. De polarisatie tussen politici stelt de verhoudingen tussen burgers wel op scherp. Zoals ook blijkt uit onderzoek van het SCP: mensen hebben steeds meer het gevoel dat ze een kant moeten kiezen.’

Mensen zijn als ze jullie vragenlijsten invullen dus veel redelijker dan in het stemhokje?

Quita Muis: ‘Ik denk dat het een zichzelf waarmakende voorspelling is. Je wordt op zekere hoogte gedwongen tot een keuze.’

Toch zien we ook concrete uitingen van gedrag dat voort lijkt te komen uit wantrouwen in de instituties. Denk aan de hevig protesterende boeren, al die demonstraties op het Museumplein. Dat is toch meer dan een reactie op polariserende politici?

Quita Muis: ‘Dat blijkt ook wel uit onderzoek: het enige dat echt uit elkaar begint te lopen, is het vertrouwen in instituties, de overheid en de politiek. Daarin groeien hoger- en lageropgeleiden uit elkaar.’

Meer nog dan verrechtsing is er sprake van ontlinksing. Waar is dat aan te wijten?

Kjell Noordzij: ‘Er is een aanzienlijke groep kiezers die zou willen stemmen op economisch links en sociaal-cultureel rechtse partij. Maar die is er niet echt in Nederland – afgezien van de PVV misschien. Daarom zou je kunnen stellen dat de dominantie van de culturele dimensie ook samenvalt met de ineenstorting van de sociaaldemocratie in vrijwel heel Europa. Zelfs kritische leden van een uitgesproken economische partij als de SP vinden dat die partij scherper moet zijn op discriminatie – een typisch culturele kwestie. Er wordt door velen gezegd dat in Denemarken een deel van het succes van de sociaaldemocraten is dat zij in cultureel opzicht naar rechts zijn opgeschoven.’

We praten nu met sociologen in sociologische termen zoals klasse, opleidingsniveau en culturele afstand. Maar schieten die structurele verklaringen niet te kort als je kijkt naar de invloed die de persoon van de lijsttrekkers lijkt te hebben gespeeld?

Quita Muis: ‘Bij D66 was er absoluut sprake van een Kaag-effect. Bij het CDA gebeurde door onduidelijkheid over het leiderschap het tegenovergestelde.’

Linda van de Kamp: ‘Kijk ook naar het persoonlijke bij kiezers. Bij categorisering moet je de achterliggende, persoonlijke verhalen niet uit het oog verliezen. Mensen stemmen wel PVV vanwege migranten, maar zijn bijvoorbeeld boos omdat hun kind geen woning kan krijgen. Dat wordt dan afgereageerd op statushouders die wel een woning krijgen.’

Quita Muis: ‘Achter geconstrueerde identiteit zitten individuen met eigen problemen. Mijn oplossing voor polarisatie is eigenlijk altijd contact, elkaar proberen te begrijpen. Maar als ik naar het onderzoek van Linda kijk, dan denk ik: dat wordt moeilijk.’

Linda van de Kamp: ‘Als je mensen over concrete onderwerpen zoals zorg en wonen met elkaar laat praten zie je veel overeenkomsten. Dat vergt inzet en ruimtes om elkaar te ontmoeten. Het komt niet vanzelf tot stand. En als het gesprek niet op gang komt, dan zie je juist verschillen opspelen.’

Marcel Ham is hoofdredacteur van Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, Jurre van den Berg is redacteur bij Socialevraagstukken.nl en de Volkskrant.

 

Foto: Laurence Lewis (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2705 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Steeds meer mensen haken af. Ecologische mensen doen het weer samen en zelf. De politiek is niet relevant meer, met internet en elkaar kan je het leven weer samen organiseren. Dat wordt door de politiek niet gezien, maar dat is een enorme groep mensen. Die hebben toch geen boodschap meer aan het gezeur, dat kinderachtige gedoe, de leugens waar het volk nog mee doorsjokt.

    Meneer Kroket hoeft niet meer te werken, dat doen zijn kiezers wel of ze gaan keurig naar de voedselbank. Het doet ze niets, dat hun eigen kinderen zo geen toekomst gaan hebben, want zo kan de mensheid niet verder. Een simpel bestaan geeft veel vrijheid, frisse lucht, geluk, gezond eten en drinkwater. Dat kan ook en daar is de politiek niet meer voor nodig. Die hebben zichzelf overbodig gemaakt. De beweging van sociale en positieve mensen redden zich samen wel, we zijn een internationale beweging, de wereld is ons thuis, daar is plaats voor iedereen die mee wil doen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.