SOCIALE PRAKTIJK Sociaal reflecteren voor de nieuwe social worker

Professionals, burgers en overheden zijn zich in het sociale domein aan het herpositioneren. Zij worden immers geacht voortaan de regie met elkaar te delen. De Wmo-werkplaats Noord-Brabant Fontys onderzoekt hoe professionals een kader kunnen vinden voor hun handelen in deze nieuwe situatie.

De transitie en transformatie in het sociale domein vragen om een fundamentele verschuiving van de posi¬ties van de overheid, professionals en burgers in hun rol van bijvoorbeeld vrijwilliger, cliënt, naaste, mantelzorger of lid van het sociaal netwerk van een iemand. Niet een verschuiving in de zin dat alle poppetjes van plek veranderen en daar hun nieuwe (vaste) positie innemen. Nee, het gaat om een verandering die zelf een constante factor is. Want in het samenspel van burgers, professionals en overheid veranderen de onderlinge posities ten opzichte van elkaar voortdurend.

Terugleggen, versterken, zorgen, regisseren en in beweging krijgen

In deze dynamiek worden burgers, professionals en overheid geacht de regie met elkaar te (gaan) delen. Delen impliceert in ieder geval een proces van loslaten. Uit ons onderzoek blijkt dat het werkwoord ‘laten’ op dit moment nog weinig voorkomt in het vocabulaire van professionals. Zij spreken vooral van het terugleggen van de regie bij de burger, het regisseren van lotgenotencontact, het zorgen dat vrijwilligers zich welkom voelen , het versterken van de eigen kracht, en burgers in beweging krijgen. Een grote groep professionals worstelt nog met het integreren van de nieuwe werkwijze. Daarbij bevinden ze zich ook nog eens in een roerige context. Hun organisaties zijn zelf aan het kantelen, aan het bezuinigen, worden zelfsturend of decentraliseren groepen medewerkers naar sociale wijkteams. En terwijl wijkteams volop in beweging zijn, herpositioneren ook burgers (onder andere vrijwilligers, cliënten, naasten en sociaal netwerk) zich ten aanzien van ontwikkelingen in zorg en welzijn. Kortom: professionals moeten met hun interventies als het ware schieten met een bewegend geweer op een bewegend doel. Probeer dan maar eens iets te raken.

Zoeken naar de juiste verhouding tussen burgers en professionals

Dat maakt het des te urgenter dat professionals een ijkpunt of kader voor hun handelen vinden, want dat houvast vinden ze steeds minder in vastomlijnde methoden en methodieken. Daarbij constateren we dat er rolverwarring is tussen al deze spelers. Zo merken professionals dat ze taken die eerst bij hun rol hoorden, nu moe¬ten overlaten aan vrijwilligers. Een voorbeeld: in ons onderzoek zagen we een wijksteunpunt waar niet langer professionals maar vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor de groepsactiviteiten. De beschikbare vrijwilligers zijn zeer divers, met soms ook de nodige fysieke, psychische of sociale ‘bagage’. Professionals worstelen met de vraag of en hoe ze aan hen die activiteiten over kunnen laten. Wat is nou wel of niet verantwoord? Vrijwilligers weten op hun beurt niet of ze aan de slag moeten zoals de professionals het deden of dat ze het op hun eigen manier mogen aanpakken. En wie bepaalt dan wat het beste is in de gegeven situatie?

Het is zoeken naar hoe burgers en professionals zich tot elkaar moeten verhouden. En het is de vraag of het aan de professional is om te bepalen wat ‘juist’ is in een gegeven situatie waar ook anderen - burgers, professionals en overheid - bij betrokken zijn. En nee, dat is het niet. De professional kan niet langer alleen van zichzelf uitgaan als ‘instrument’. Hij zal ook moeten varen op de andere actoren en de wijze waarop zij zich tot elkaar verhouden.

Reflecteren op eigen handelen in relatie tot handelen van anderen

Als professionals steeds meer optrekken met de burger moeten ze de mensen met wie ze te maken hebben niet alleen benaderen vanuit één bepaald perspectief: een zorgvrager is in zijn leven zoveel meer dan alleen zorgvrager. Uit ons onderzoek blijkt dat dit nu nog te weinig gebeurt. Laten we de vrijwilliger uit bovengenoemd voorbeeld nemen. Die is behalve ‘vrijwilliger met een rugzakje’ - en zo wordt hij al gauw voornamelijk gezien - wellicht ook mantelzorger. Maar daarnaast kan hij talloze andere rollen in het leven vervullen zoals die van vriend, werknemer, ouder die zorgt voor zijn kinderen, zoon, buurman en ga zo maar door. Als je een individu louter bejegent in het verlengde van slechts één rol die hij vervult, doe je hem tekort. Zeker in een tijd waarin professionals geacht worden aan te sluiten bij de (eigen kracht van) de burger.

Voor sociale professionals betekent dit dat ze uit een ander vaatje moeten gaan tappen. Wij vonden hiervoor aansluiting bij het begrip Sociale reflexiviteit (Lichterman, 2005). Sociale reflexiviteit is vergelijkbaar met het reflecteren op eigen handelen wat professionals nu al doen, met dit verschil dat het hierbij niet alleen om het persoonlijk handelen gaat maar ook om ieders handelen binnen een bepaalde situatie, in relatie tot elkaar, met oog voor ieders rol. Sociale reflexiviteit doet dus een beroep op het vermogen van de professional om te reflecteren op het eigen handelen in relatie tot het handelen van anderen. Daarbij dient hij eveneens oog te hebben voor de context waarin dat gebeurt .

We constateren voor nu dat het geen haalbare kaart (meer) is om professionals vanuit onderzoek, onderwijs of beleid vooral protocollen, technieken en methodieken te bieden over hoe zij het beste kunnen handelen in specifieke situaties. Op het moment dat binnen de samenleving de overheid een stap terugzet, burgers aan zet zijn en zorgprofessionals de regie over ondersteuningsprocessen met burgers dienen te delen, zijn andere ijkpunten nodig. Anno 21e eeuw is het aan de professional om via dialoog en reflectie op het eigen handelen in relatie tot het handelen van anderen te komen tot een met alle betrokken actoren gedeeld en gezamenlijk gedragen handelingsrepertoire .

Lilian Linders en Dana Feringa zijn respectievelijk lector en associate lector Beroepsinnovatie Social Work aan Fontys Hogeschool Sociale Studies. Het boek ‘De kunst van het laten’ waarop deze bijdrage is gebaseerd is te downloaden via de link.

Referenties
Lichterman, P. (2005). Elusive Togetherness. Church Groups Trying to Bridge American’s Divisions. New Jersey: Princton University Press.

Dit artikel is 6462 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Professionals zijn geen haar beter of meer dan de burger.
    Een professional is ook niet perfect en de meesten hebben ook een rugzakje.
    Het is goed om op zijn tijd aan zelfreflectie te doen en naar je eigen leven te kijken.
    Zo ontdek je een hele mooie waardevolle wereld van een andere kant.
    Dat is professionele rijkdom.
    Verder kijken.

  2. Ik vind dat je als professional zich bescheiden moet opstellen. Eigen handelen verantwoorden door te reflecteren, toetsen , waarde bepalen door juist samen te werken met “de gewone burger”.

  3. Ik zie geen verschil tussen een professional en een burger.
    De meest succesvolle zakenmensen om maar een voorbeeld te noemen zijn toch ook gewoon burgers ?
    Een professional is gewoon een over het paard getild iemand verder niets !
    Ook een gewone burger wat verbeelden we ons hier toch ?
    Een papiertje een diploma maakt je niet automatisch tot een prof die alles weet.
    We hebben allemaal de plicht om dagelijks het beste uit ons zelf te halen en het beste te doen voor de ander dat is voor mij professioneel zijn !
    En altijd zoveel mogelijk werken vanuit respect en waardering.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *