Vijftien jaar geleden werd in Nederland de eerste voedselbank geopend. Dat deed veel stof opwaaien. Het leidde tot ongeloof en verontwaardigde reacties van burgers en politici. Hoe kan het dat in een welvarend land als Nederland mensen voor hun voedsel afhankelijk zijn van voedselbanken? Voedselbanken werden gezien als falen van ons armoedebeleid.
Anno 2017 zijn voedselbanken niet meer weg te denken uit Nederland. In totaal zetten ruim tienduizend vrijwilligers zich in bij de voedselbanken. Zij voorzien wekelijks meer dan 90.000 mensen van voedsel. Dit zijn niet langer en alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook werkende armen (waaronder zzp’ers en tweeverdieners) en mensen met hypotheekschulden. Voedselbanken zijn inmiddels geëvolueerd tot professionele vrijwilligersorganisaties, met een stevige organisatiestructuur en een landelijke vereniging die richtlijnen voorschrijft. Ze zijn actief bezig met sponsorwerving en gaan partnerschappen aan met grote bedrijven en fondsen.
Ze doen steeds meer dan voedsel uitdelen
Inmiddels doen voedselbanken ook veel meer dan voedsel uitdelen. Veel voedselbanken werken met hun klanten aan oplossingen om uit de armoede te raken, bijvoorbeeld door hen te coachen of andere steun te bieden, al dan niet in samenwerking met hulpverleningsinstanties.
In het landschap van voedselbanken zien we de laatste jaren meer variaties en nieuwe vormen ontstaan. Sommige voedselbanken hebben het klassieke model van de uitgifte van voedselpakketten vervangen door of aangevuld met een supermarktformule. In Amsterdam is er de ‘sociale kruidenier’ waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar de klant een maandelijks tegoed krijg en een deel van de producten zelf betaalt. En recent is een gaarkeuken opgericht voor mensen die bij andere voedselbanken zijn afgewezen omdat hun inkomen boven de norm ligt.
Wat vinden politieke partijen in 2017 van voedselbanken?
Hoe kijken politici nu aan tegen het fenomeen voedselbanken? Uit een enquête van Een Vandaag komt een gevarieerd beeld naar voren. De PvdA vindt het ronduit treurig dat een welvarend land als Nederland voedselbanken nodig heeft. Nu schreef de partij ook in 2006 al dat voedselbanken zouden moeten verdwijnen. Anno 2017 wordt de vijftiende verjaardag van de voedselbanken gezien als een stimulans om armoede beter te bestrijden, en zich niet bij voedselbanken neer te leggen.
GroenLinks stelt: ‘De overheid moet zich dit aantrekken, zodat mensen niet meer naar de voedselbank hoeven.’ En D66 meent: ‘Zolang er armoede is, is het bestaan van de voedselbank een zegen. Het is echter ook een wake up call.’
Het CDA is positiever en vindt dat de overheid nog meer de samenwerking moet zoeken met voedselbanken, en kerken, om armoede tegen te gaan. En de VVD vindt dat voedselbanken een teken zijn van ‘een krachtige en weerbare samenleving, waarin mensen met problemen niet meteen naar de overheid hoeven te kijken’.
Na 15 jaar zien we dus nog steeds een ambivalente houding van politici ten opzichte van voedselbanken. Aan de vooravond van de verkiezingen worden de voedselbanken door politici zowel een zegen als een schande genoemd.
Voedselbanken zijn geen structurele oplossing
Niet alleen in de landelijke politiek verschillen de meningen over voedselbanken, ook in gemeenten en onder voedselbanken zelf lopen de waarderingen uiteen. Moeten zij zich beperken tot voedsel uitdelen, of moeten ze hun klanten ook activeren en coachen? Een deel van de voedselbanken houdt het bij voedsel verstrekken, andere breiden hun ambities uit en krijgen een ontmoetingsfunctie, of bieden cursussen budgetbeheer aan.
De vraag is echter of dit voor vrijwilligersorganisaties niet een te grote opgave is. Willen en kunnen voedselbanken deze grote taak op zich nemen, terwijl het aantal mensen dat langdurig in armoede leeft steeds verder toeneemt? En wil je als overheid dat het armoedebeleid steeds meer in handen komt te liggen van moderne liefdadigheid?
Hoewel voedselbanken een onmisbare belangrijke schakel zijn geworden, dragen ze immers geenszins bij aan een structurele oplossing van het armoedevraagstuk. Heeft het streven van 15 jaar geleden om voedselbanken overbodig te maken, nu plaats gemaakt voor een erkenning en berusting dat we niet zonder kunnen?
Druk verminderen door armoedebeleid
Het bestaan van voedselbanken in onze samenleving is een levend bewijs dat er burgers zijn die zich financieel niet meer kunnen redden. Voedselbanken kunnen fungeren als vindplaats om deze burgers in beeld te krijgen. Maar ze zijn ook een signaal, een thermometer voor de situatie van minvermogenden in ons land. Ze maken zichtbaar dat het systeem van armoedevoorzieningen veel te ingewikkeld is geworden. En dat het huidige armoedebeleid beter kan.
Onze oproep aan de nieuwe regering is om op nationaal niveau meer te investeren in structurele oplossingen voor het armoedebeleid en daarmee de druk op de voedselbanken te verminderen.
Lia van Doorn, Hille Hoogland en Mayke Kromhout deden onderzoek bij voedselbanken in Utrecht en Amsterdam. Voor meer informatie: www.voedselbankkennis.nl.
Foto: Voedselbank in Rotterdam. Fotografie: Petja Buitendijk.