Wat we van niet gelukte bewonersinitiatieven kunnen leren

Succesvolle bewonersinitiatieven kunnen op feestelijk eerbetoon rekenen, de mislukte initiatieven daarentegen worden doodgezwegen. Ten onrechte.  Want we kunnen juist zo veel van hun mislukking leren, mits we er ruimte voor creëren.

We horen steeds meer over hoe bewonersinitiatieven bijdragen aan een leefbare, inclusieve en duurzame leefomgeving. In Groenbeek* realiseerden bewoners bijvoorbeeld zelf een multifunctioneel sportcentrum, inclusief dorpshuis, bibliotheek en ruimte voor alle sportverenigingen. Naast berichten over bewoners die, zoals in Groenbeek, de koppen bij elkaar steken om gezamenlijk een ontmoetingsplek te realiseren, zien we een grote diversiteit aan geslaagde bewonersinitiatieven. Denk aan gezellige leefstraten, bloeiende dorpstuinen, spelende kinderen in de buurtspeeltuin, feestelijke openingen van dorpshuizen en toastende bestuurders bij nieuwe energiecoöperaties of knarrenhofjes.

Wel ruimte voor succes, niet voor falen

Voor succesvolle initiatieven is er een podium, en zijn er prijzen te verdienen. Denk daarbij aan pluimen, appeltjes van oranje, gouden pit, kern met pit, of dorpsvernieuwingsprijs. Er is ook vaak financieel en maatschappelijk draagvlak voor. Door al die succesverhalen, zou je bijna vergeten dat de weg naar succes soms vol hobbels is, en dat sommige initiatieven niet of slechts kort tot bloei komen.

We horen weinig over initiatieven die voortijdig stranden, een moeilijke periode doormaken of na verloop van tijd ophouden te bestaan. Toch heeft waarschijnlijk een groot deel van de initiatieven ermee te maken: ze lopen vast, vinden geen financiering, ervaren onvoldoende ondersteuning vanuit overheden, of krijgen te maken met conflicten.

Ook in Groenbeek kwam het sportcentrum niet zonder slag of stoot van de grond. Het had weinig gescheeld of het project was helemaal niet gerealiseerd. Tegen de tijd dat de projectgroep haar plannen klaar had bleek dat de subsidiepot leeg was en een aantal buren het helemaal niet eens was met de locatie van het sportcentrum: hun vrije uitzicht zal worden belet door een grote sporthal. Van een bruisend idee veranderde het initiatief in een slepende rechtszaak: de buren hebben tot aan de Raad van State bezwaar gemaakt tegen de bouw en hoewel ze in het ongelijk werden gesteld heeft deze zaak z’n sporen nagelaten in de dorpsgemeenschap.

Een stroeve aanloop of het ronduit mislukken van een initiatief heeft vaak grote consequenties: positieve energie verdampt, de sociale samenhang in een buurt of gemeenschap komt onder druk te staan, een volunteer burnout ligt op de loer en de vaak noodzakelijk geachte verandering blijft uit. Op steun hoeven deze initiatieven niet te rekenen: overheden hebben over het algemeen hoge verwachtingen en willen garanties voordat ze gemeenschapsgeld over dragen aan bewoners.

Voor de een succes, voor de ander falen

Uit onderzoek blijkt dat de problemen van bewonersinitiatieven sterk context- of interpretatie-afhankelijk zijn: wat de één mislukt noemt, legt de ander uit als een succes dat anders heeft uitgepakt. Het hangt er ook af van wanneer, en wie de mislukking vaststelt: bewoners, subsidieverstrekker, of de initiatiefnemer die kar niet langer wil trekken.

De initiatiefnemers uit Groenbeek zien de tegenslagen niet als een mislukking: na de Raad van State procedure hebben ze hun sportcentrum alsnog gerealiseerd met middelen uit een ander fonds. Een paar jaar later kregen ze zelfs een ‘kern met pit’ prijs voor een vervolgproject: de verbouwing van de oude voetbalkantine tot bibliotheek en ontmoetingscentrum. Deze prijs heeft de initiatiefnemers veel goed gedaan: hun inzet werd erkend en beloond, en de hobbels verschoven naar de achtergrond.

Onderzoek bevestigt dat een trage of onderbroken ontwikkeling tijdelijk kan zijn, en heel veel voorkomt. Er heerst vaak schaamte rondom het mislukken van een initiatief. In mijn interviews spreken initiatiefnemers liever over nog niet gelukt. Daarin hebben ze vaak geen ongelijk. Door de instroom van nieuwe bewoners of een beleidsverandering, met nieuwe subsidiemogelijkheden, kunnen nieuwe initiatieven ontstaan of oude initiatieven herleven. Het uitblijven van succes zegt niet direct iets over de ontwikkeling van een initiatief op de lange termijn.

Zonder mislukkingen geen innovatie

Het is jammer dat we onsuccesvolle initiatieven niet terug zien in het maatschappelijke en wetenschappelijke debat. Van mislukkingen zouden we veel kunnen leren: ze bieden bijvoorbeeld vaak meer inzicht in hoe een initiatief tot stand komt dan een geslaagd initiatief. Andere onderzoeksvelden, zoals innovatiestudies, tonen aan dat leren van mislukkingen noodzakelijk is voor doorontwikkeling van projecten en de veerkracht van organisaties vergroot.

Volgens de Britse econoom Geoff Mulgan geldt dit ook voor sociale innovaties, zoals bewonersinitiatieven. Hiervoor treden bewoners buiten de gebaande paden, en nemen zelf het heft in handen. Uitproberen en daarvan leren zou onderdeel van het proces moeten zijn, om uiteindelijk tot gerealiseerd en gewaardeerd initiatief te komen. In de praktijk wordt dit potentieel echter weinig benut.

Nu bewonersinitiatieven in toenemende mate gestimuleerd worden, en overheden zelfs actief een beroep doen op bewoners om de leefbaarheid in stand te houden, is het belangrijk om inzicht te krijgen in het slagen én falen van initiatieven. Doordat, nog, niet gelukte initiatieven nauwelijks zichtbaar zijn in het wetenschappelijke en maatschappelijke debat, ontbreekt het niet alleen aan kennis, maar ook aan een vangnet voor initiatieven die niet meteen slagen.

Bijna gelukt!

Van innovatiestudies kunnen we leren dat je ook je mislukkingen mag vieren. Zij organiseren faalfestivals of houden een fucked-up Friday, waar innovators hun grootste mislukkingen – en wat ze daarvan hebben geleerd – delen. Echter, leren van mislukkingen kan alleen als daarvoor de mogelijkheid wordt gecreëerd, en initiatiefnemers zich vrij voelen om hun ervaringen te delen. In de toekomst zouden we dus niet alleen de loftrompet moeten steken voor alle successen, maar ook ruimte moeten creëren voor het delen van mislukkingen; bijvoorbeeld op dit platform.

Marlies Meijer is universitair docent Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht

 

Noot:

* De naam van het dorp Groenbeek is gefingeerd, maar bekend bij auteur en redactie

 

Foto: Sebastiaan ter Burg (Flickr Creative Commons)