We kunnen de stedelijke segregatie nog een halt toeroepen

In grote delen van onze steden kunnen mensen met een lager inkomen, dak- en thuislozen, mensen met een psychiatrische of verstandelijke handicap en statushouders niet meer terecht. Dat is onrechtvaardig, vinden Simon Franke en Wouter Veldhuis. Een stad moet er voor iedereen zijn.

In Haarlem, een doorsnee stad in Nederland, legt een corporatiedirecteur tijdens een debat uit dat de sociale huurwoningen uit de duurdere wijken verdwijnen. Ze zouden straks alleen nog maar te vinden zijn in verre buitenwijken.

Logisch op weg naar segregatie

Dat komt, zegt de eerdergenoemde directeur, doordat de corporaties hun bezittingen in de duurdere wijken vooral vanwege de verhuurdersheffing en masse verkopen. Logisch, want de hoogte van de WOZ-waarde van hun bezittingen is bepalend voor het bedrag dat de corporaties jaarlijks aan het Rijk moeten afdragen. En dus verkopen de corporaties de ook voor hen dure woningen als eerste.

De verkoopopbrengsten investeren corporaties in de bouw van sociale huurwoningen in goedkopere wijken, nog steeds volgens de directeur. Hij wijst erop dat ook de gemeente deze logica volgt, want die wendt de stijgende grondopbrengsten uit duurdere wijken aan voor de financiering van publieke voorzieningen.

De logica van corporatie en gemeente leiden, niet alleen in Haarlem overigens, tot toenemende segregatie, een sluipend fenomeen dat de Nederlandse steden radicaal verandert.

Haarlem biedt een illustratief voorbeeld van waar toenemende stedelijke tweedeling toe leidt. In het centrum, het westen en het zuiden van de stad aan het Spaarne liggen de steeds duurder wordende wijken. In het noorden, oosten en zuidoosten liggen de stadsdelen die straks vooral door mensen met een lager inkomen worden bewoond. Tijdens een wandeling in de Grote Houtstraat, de belangrijkste winkelstraat van Haarlem en bekend van Monopoly, zie je vooral mensen die het breed kunnen laten hangen. Mensen uit de armere wijken komen er niet.

 ‘Financialisering ‘ versus maatschappelijke ruimtegebruik

Lex Veldboer schetst in zijn bijdrage hoe de segregatie verloopt in Amsterdam. De situatie in de hoofdstad lijkt extreem, maar Haarlem laat zien dat segregatie plaatsvindt in álle aantrekkelijke woonsteden van de Randstad. Maar is een sterk gesegregeerde stad eigenlijk wel een probleem? Je kunt ook blij zijn dat een stad minder dure wijken heeft, waar tegen lagere kosten sociale huur te realiseren is. En het argument dat menging goed is, omdat het armere stadsbewoners optrekt, is in de statistiek overtuigender dan op straat. En toch maken wij ons grote zorgen over de segregatie. Want we hebben een gemengde stad nodig om sociale tegenstellingen te overbruggen.

In ons essay ‘Verkenning van de rechtvaardige stad’ is segregatie maar een van de effecten van de ‘financialisering van de ruimte.’ Sinds de jaren ’80 wordt bij stedelijke ontwikkeling niet meer gesproken over volkshuisvesting, maar over woningmarkt. Gemeentelijke woningbedrijven zijn geprivatiseerd en gingen net als de corporaties de markt op. Dat stedelijke ruimte een publiek goed is, is volledig uit beeld verdwenen.

Vervolgens is de sociale huur de laatste 15 jaar sterk onder druk komen te staan, moet maatschappelijk vastgoed efficiënt worden gebouwd en beheerd en publieke ruimte goedkoper. Vastgoed is een vehikel geworden voor beleggers, zonder binding met het gebruik van hun gebouwen. Inmiddels word je beschouwd als een dief van je eigen portemonnee als je je huis niet slim verhuurt aan starters of studenten.

Het economische gebruik van stedelijke ruimte oftewel de financiële opbrengst ervan, gaat ten koste van het maatschappelijk gebruik. Dat heeft er voor een groot deel mee te maken dat de waarden van maatschappelijk ruimtegebruik minder tastbaar zijn.

Het is ronduit zorgwekkend dat de stedelijke woningmarkt voor sommige groepen ontoegankelijk dreigt te worden. De ontwikkeling van een levendige en diverse stad komt daardoor namelijk ernstig in de knel. Maar gentrificatie gaat niet alleen over wonen, maar ook over een eenzijdig aanbod van winkels en voorzieningen en over collectivisering en privatisering van publiek domein.

De trend kan worden gekeerd

Is segregatie een onstuitbaar proces of kunnen we de trend keren? Wij vinden dat ruimtelijke vormgeving en vooral programmering van ruimte tal van mogelijkheden bieden om van koers te veranderen. Wat vooral moet gebeuren, is terugdringing van de marktwerking in de stedelijke ruimte. Woningbouw, maatschappelijk vastgoed, publieke ruimte moeten weer onderdeel worden van de ´fundamentele´ of publieke economie.

Lokale overheden hebben vele mogelijkheden om, met hun grondpolitiek, te sturen op het gebruik van de ruimte. Mogelijkheden die ze thans onvoldoende benutten.

Voorts zouden stedenbouwkundigen het oude ideaal van de open stad opnieuw moeten omarmen. Zij moeten een stad ruimtelijk zo vormgeven en programmeren dat spontane sociaal-culturele en economische ontwikkeling op een kleinere schaal (weer) mogelijk wordt. Het maatschappelijke ontwikkelingsbeleid moet zich weer richten op wijk en straat en daar een ruimtelijke vertaling maken. Dat is een politieke, maar ook zeker een stedenbouwkundige opgave.

Simon Franke is oprichter van Trancity en auteur, redacteur, uitgever en organisator van boeken en programma’s over stad, stedelijke ontwikkeling en publiek domein.

Wouter Veldhuis is architect/stedenbouwkundige en directeur van MUST, een bureau gespecialiseerd in stedelijke vernieuwing en onafhankelijk onderzoek. Hij is een van de drie leden van de Amsterdamse adviesraad Stad-Forum.

 Simon Franke / Wouter Veldhuis: ‘Verkenning van de rechtvaardige stad – Stedenbouw en de economisering van de ruimte.’ Stadsessays - trancityxvaliz. Gratis download of in print te bestellen voor € 12,50 via de site van Trancity.

Foto: Karen Eliot (Flickr Creative Commons)