Wees realistisch over burgerparticipatie: niet iedereen doet mee

Burgers die meepraten over het lokale sociale beleid, daar kunnen we maar beter realistisch over zijn: niet iedereen doet mee, ook al zijn de meetings nog zo leuk en hip. Maar burgerparticipatie 3.0 is geen luxe maar noodzaak in een snel veranderende samenleving, betoogt Joke Stoffelen.

De bestaande structuren van burgerparticipatie kennen tekortkomingen. Denk aan de lokale Adviesraden Sociaal Domein die gemeenten adviseren over het sociale beleid. De deelnemers zijn meestal 60-plus, vergadertijgers, man, met weinig binding met jongeren, allochtonen, of mensen met psychische problemen; en teveel denkend en werkend vanuit de systeemwereld.

We zien dit bij een breed pallet aan burgerorganisaties als politieke partijen, belangenorganisaties en adviesraden. Daarnaast roeren burgers zich op sociale media, beginnen ze zelf een burgerinitiatief en hebben ‘gevestigde’ structuren weinig feeling met deze vormen van burgerparticipatie.

In het sociaal domein is er de noodzaak om te weten hoe het de mensen echt vergaat, om aan te sluiten bij hun ‘leefwereld’. Dat kan door actief op zoek te gaan naar mensen en hun ervaringen en ideeën.

Waarom zou je burgers bij je plannen betrekken?

‘Maatschappelijke democratie is inspraak, betrokkenheid en zeggenschap van mensen over en in maatschappelijke verbanden, zoals buurten, wijken, instellingen en organisaties’, aldus Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau. Volgens onze Nationale ombudsman zijn er drie spelregels voor behoorlijke burgerparticipatie: (1) heldere keuzes vooraf (welke vorm van participatie past); (2) een constructieve houding (de gemeente moet ook echt geïnteresseerd zijn en waarde hechten aan de inbreng van burgers); en tot slot (3) goede informatieverstrekking (burgers op tijd en volledig informeren).

In een gemeente waar een ‘vinkjes-cultuur’ heerst en er geen echte ambitie is om ‘maatschappelijke democratie’ te stimuleren en vorm te geven, zal burgerbetrokkenheid verspilling zijn van ieders tijd.

Waarom zou je überhaupt burgers betrekken bij plannen? Nou, gewoon omdat het plan dan beter wordt. Er geldt ook zoiets als the wisdom of crowds-wetmatigheid. Burgers betrekken doe je niet alleen om meer draagvlak te creëren of vanwege legitimiteit. Burgers beschikken over belangrijke kennis.

Adviesraden Sociaal Domein: luis, aanjager of vormgever?

Op 6 april geeft Joke Stoffelen een workshop over vernieuwende manieren van werken voor adviesraden tijdens de conferentie ‘Adviesraden Sociaal Domein: luis, aanjager of vormgever?’ Waar staan de adviesraden? Wat zijn de knelpunten, en hoe komen we vooruit?

Lees meer over deze conferentie

Persoonlijk ben ik niet zo’n voorstander van ‘participatie’

Persoonlijk ben ik niet zo’n voorstander van ‘participatie’: mensen betrekken bij publieke besluitvorming. Bij mij komt het beeld naar voren van muffige dorpszaaltjes waarin iedereen zich druk maakt om bij de microfoon te komen en zijn punt te scoren. De wijze dames en heren (altijd in pak) achter de forumtafel weten vaak wel beter… het besluit is al genomen en voor de vorm wordt een avond georganiseerd, ook wel window dressing genoemd.

Geef mij maar participation. Dit staat voor desicion making en ownership, voor (mede) verantwoordelijkheid en eigenaarschap. Geen pakken in een zaal, maar mensen die samen de mouwen opstropen en op basis van gelijkwaardigheid en met respect voor ieders deskundigheid en inbreng, samen aan de slag gaan om een klus te klaren.

Niet iedereen doet mee, dat mag ook

Ondanks mijn idealisme ben ik ook een realist. Niet iedereen doet mee, ook al zijn de werkwijzen en meetings nog zo hip en leuk. Moet je dat als overheid of organisatie überhaupt ook willen? Als mens, als burger, heb je ook het recht om je ergens niet tegenaan te bemoeien. Omdat je even met andere zaken in het leven bezig bent, omdat je al zoveel moet (thuis en op het werk), omdat je geen zin hebt. Want al dat ‘moeten’ en ‘kiezen’ kan ook heel slecht vallen.

In zijn werk The paradox of choice schreef Schwartz (2004) al over de toename van depressie bij de toename van keuzes. Dus pleit ik voor begrip voor mensen die niet mee willen doen met participatie. Oordeel niet te snel over hen, je weet immers nooit wat de motieven van mensen zijn. Maar doe wel je uiterste best om mensen te betrekken. Sluit aan bij hun ‘leefwereld’, ga naar de plaatsen waar mensen vertoeven, drink je een delirium aan koffie met hen, en LUISTER.

We moeten zoeken naar nieuwe vormen

We moeten zoeken naar nieuwe vormen van burgerparticipatie want de ‘oude’ vormen passen slechts een select deel van de samenleving en sluiten niet aan bij de transformatie en ontwikkelingen in onze maatschappij. ‘De gemiddelde leeftijd van leden van burgeradviesraden ligt dichter bij de honderd dan bij de twintig,’ aldus Sjoerd Wiersma (22), actief voor het JongerenNetwerk.

‘Jongeren snappen ook de vaak ambtelijke taal niet, ondanks hun opleiding. En het gaat allemaal zo traag... Jongeren willen actie, iets concreets doen, zien dat er iets met hun bijdrage gebeurt… Het proces van participatie wordt bepaald door ouderen. Jongeren voelen geen eigenaarschap, ze voelen zich niet betrokken en ervaren geen drive.’

Drie voorbeelden van hoe het kan

Wat zijn dan ‘nieuwe’ vormen van burgerparticipatie? Ik zal drie verschillende Gelderse voorbeelden geven. Allereerst een voorbeeld uit Lingewaard: het instellen van de Commissie van Waarden. Een groep bestaande uit ervaringsdeskundigen, inwoners, jongeren, leerkrachten, hulpverleners en consulenten die samen de nieuwe werkwijzen van professionals ‘scherp’ houden.

Een tweede voorbeeld is het project Tha Bus on Tour. Scholieren en docenten van middelbare scholen krijgen les van jongeren die ervaring hebben met jeugdhulp of jeugd GGz. Jongeren vertellen hun verhaal, wat helpt om vooroordelen op te heffen en taboes te doorbreken. Ze laten zien dat een toekomst mogelijk is, ook in een soms uitzichtloze situatie.

En tenslotte een voorbeeld uit Rivierenland: het Netwerk van Adviesraden. ‘Oude’ adviesraden werken samen en proberen burgerparticipatie een eigentijdse vorm te geven. Bijvoorbeeld door regionale themabijeenkomsten te organiseren samen met ervaringsdeskundigen, vakbond, ondernemers, onderwijs, gemeenten en instellingen.

Burgerparticipatie 3.0

De ontwikkelingen in de samenleving gaan snel. Burgerparticipatie moet daarom aansluiten bij ontwikkelingen in het veld. Daarvoor is het nodig om te experimenteren met nieuwe vormen: doen in plaats van vergaderen én verjonging en vernieuwing.

De ‘agenda’ voor deze nieuwe vormen van burgerparticipatie moet zijn: samenwerking initiëren, innovatie stimuleren, al doende uitproberen en leren van nieuwe vormen van democratie; samenhang stimuleren tussen meerdere domeinen; invloed uitoefenen op meerdere niveaus (strategisch en operationeel). Kortom: burgerparticipatie 3.0 is geen luxe maar noodzaak in een snel veranderende samenleving.

Joke Stoffelen is senior adviseur bij Zorgbelang Gelderland. Zorgbelang heeft een handleiding 'participation' ontwikkeld gebaseerd op praktijkervaringen en literatuur.  

Dit artikel verschijnt deze maand in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken dat een special bevat over de adviesraden sociaal domein. Op 6 april organiseert het tijdschrift samen met De Koepel adviesraden Sociaal Domein, Eropaf! en Movisie hierover een conferentie.

Foto: Sebastiaan ter Burg (Flickr Creative Commons)