COLUMN Jenga

Er is een spel met houten staafjes die je als een toren op elkaar stapelt. Steeds moet een deelnemer een staafje eruit pakken, en bovenop het bouwwerk leggen. Hoe lang blijft de toren staan? Daaraan moet ik steeds denken als ik lees over transities in de zorg, de buurt of de woningbouw. Jarenlang is er, vanuit het nieuwe droombeeld van de marktwerking, aan de fundamenten van onze verzorgingsstaat geknaagd. Telkens weer een steunbalk weggehaald. Sociale huurwoningen werden en worden verkocht, door woningbouwcorporaties die niet langer de belangen van de burgers, maar alleen nog die van hun bestuur dienen. Nu er extra huurwoningen nodig zijn voor de vluchtelingen, blijkt er een tekort en protesteren de burgers die al jarenlang op de wachtlijst staan voor een fatsoenlijk huis. Terecht, maar jammer genoeg protesteren ze vooral tegen de vluchtelingen, niét tegen de besturen. Die zijn immers onzichtbaar, ongrijpbaar, machtig. En ook mensen voor wie de huurwoningen bedoeld waren, lijden onder het beleid van de winstmakende corporaties: de huren stijgen, de uitkeringen niet.

Afbraakbeleid: telkens weer een steunbalk weggehaald

Het buurtwerk is in de afgelopen decennia grotendeels wegbezuinigd. Wat er nog van over is, drijft op vrijwilligers. Dat lijkt fijn, maar daarmee is zoveel kennis verdwenen. En met die kennis is ook de basis voor het buurtwerk - wat is er nodig in de buurt, de jarenlang opgebouwde contacten of slechts maar de kennis van het gebouw: waar zit de stoppenkast? - niet langer vanzelfsprekend. En zelfs als er een vrijwillig project is dat een enorme bijdrage zou kunnen leveren aan het gevoel van saamhorigheid en betrokkenheid in de buurt, dan nog ontbreken de meest basale voorzieningen zoals huisvesting, energie, langdurige ondersteuning vanuit de gemeente (1).

En de verhalen over de gevolgen van de transities in de zorg zijn huiveringwekkend. Keukentafelgesprekken waarbij tevoren al vaststaat dat de zorg gehalveerd gaat worden (2). Thuishulpen die worden ontslagen en ‘uit betrokkenheid’ hun werk vrijwillig mogen gaan doen (3). Of gemeenten die in mei al door het jaarbudget voor de jeugd-ggz heen zijn. (4) Wat moeten deze kinderen de rest van het jaar?

Het moet wel aan de burgers liggen

Deze ontwikkelingen zijn bekend. Ze zijn het gevolg van het geloof dat de markt met een ‘onzichtbare hand’ (5) als vanzelf de maatschappelijke taken zou oppakken van bezuinigingen. Van het overhevelen van de zorgtaken naar gemeenten en vooral van een nieuwe kijk op burgers. Deze moeten nu in hun Eigen Kracht gezet worden, zijn Zelf Verantwoordelijk en de overheid moet vooral maar eens ophouden deze mensen te ‘pamperen’. Dit woord kom ik de laatste tijd steeds vaker tegen, meestal in combinatie met ‘slachtoffergedrag’ – termen die degenen die de meeste pech hebben in dit leven (armoede, ziekte, stress, verslaving, werkloosheid) zo effectief mogelijk van empathie ontdoen: zij nemen hun verantwoordelijkheid niet, zij maken het liefst misbruik van de voorzieningen, zij kosten alleen maar geld, ze schieten persoonlijk én maatschappelijk tekort. De overheid heeft ze al veel te lang vertroeteld, in de watten gelegd, en nu zijn ze verworden tot hulpeloze, verwende baby’s.

Naast de financieel-economische ontwikkelingen is er vooral sprake van een ideologische omwenteling waarin de staat er niet langer is voor de burgers maar vooral omgekeerd: de burgers zijn verantwoording schuldig aan de staat. Vanuit het marktdenken zoals bedacht door grondlegger Adam Smith is het totaal van handelingen uit eigen belang als vanzelf (die onzichtbare hand) het gemeenschappelijk belang. De taak van de overheid is daarbij zo klein mogelijk, die mag dit proces niet verstoren. Waar het gemeenschappelijk belang hapert, moét dit dan wel aan de burgers liggen.

De overheid is geen geluksmachine

De overheid is geen geluksmachine, zei Rutte. Het is duidelijk dat dit denken in alle transities en bezuinigingen doorklinkt. De burger is zelf verantwoordelijk voor het eigen geluk en hé, we behoren tot de gelukkigste en rijkste landen ter wereld! Dus wat zeuren we nou eigenlijk?

Ondertussen hebben bijna één miljoen Nederlanders burnoutklachten, is Nederland het land met de meeste depressies, kampt 1 op de 5 huishoudens met problematische schulden, staat de hypotheek van 1,4 miljoen huishoudens onder water en is zowel de druk op leerkrachten en docenten als de kinderen in het onderwijs enorm verhoogd, bij de docenten heeft maar liefst 20 procent een burnout, terwijl bij kinderen het gebruik van Ritalin is verviervoudigd.(6,7,8,9)

Aanwijzingen te over dus dat de overheid inderdaad geen geluksmachine is. Maar wat Rutte bedoelde is: de overheid moet ook geen geluksmachine zíjn, daar zijn burgers zelf verantwoordelijk voor. En daar zit ‘m de kneep. Want geluk wordt in het Westen vooral individueel gemeten. Het Bruto Nationaal Geluk van Nederland wordt verward met het gemiddelde geluk van alle individuen. Dat is geen Bruto Nationaal Geluk, dat is Bruto Nationaal Narcisme. Wij zijn ziek in onze samenhang, in onze onderlinge verbanden, in de sociale cohesie. (10)

De opkomst van onze verzorgingsstaat is niet te danken aan de intentie om pechvogels te pamperen, maar aan het zich steeds prangender voordoende besef van collectieve kwetsbaarheid. De gevolgen van armoede, ziekte en onwetendheid van de ‘onderlaag’ van de bevolking (zij die niet in een gouden schoen geboren waren) voor de kwaliteit van de samenleving als geheel, lieten zich steeds sterker gelden. Rijken konden ook ziek worden door de ziekten van het volk, werkgevers hadden baat bij geschoold personeel, armoede en viezigheid waren bedreigend voor het land als geheel.(11)

Er is iets aan te doen

Dit is precies wat mensen als Pikkety en Wilkinson&Pickett (12) ons laten zien: de kwaliteit van de samenleving als geheel is kwetsbaar voor de tegenslagen van de individuen. Ook de rijken zijn vaker psychisch ziek, crimineel of hebben overgewicht dan in landen waar grotere gelijkheid heerst. Ongelijkheid zélf maakt ziek. De kwaliteit van onze samenleving hangt af van het geheel, niet van het gemiddelde en niet van de bovenlaag.

Dat wil niet zeggen dat de burger niets hoeft te doen, maar dat de overheid er is om de banden tússen de burgers, de sociale cohesie, te faciliteren: door te zorgen voor voldoende zorg, juist bij degenen zonder vangnet. Dat scheelt meteen een hoop werkloosheid. En door te zorgen voor een wijkaanpak, waarin bewoners hun deur weer uit durven te komen en jongeren niet doelloos en perspectiefloos op straat hangen. Door het bannen van marktwerking uit sectoren die geen markt zijn, zoals zorg, onderwijs, buurtwerk (voor de critici onder u: dit kan bekostigd worden door bedrijven belasting te laten betalen, zoals u en ik dat doen). Door de burger, àlle burgers, niet te zien als kostenpost, maar als waardevol voor het geheel.

Wanneer je de fundamenten van de samenleving maar voldoende ondergraaft, valt het boeltje om. Dat zien we bij het spelletje Jenga, dat zien we dagelijks om ons heen. Maar er is iets aan te doen.

Noten:
(1) http://kroost.org/ander-onderwerp/een-dorp-middenin-de-stad/
(2) http://demonitor.ncrv.nl/zorg-in-de-gemeente/tipgever-ik-snap-niets-meer-van-die-keukentafelgesprekken
(3) http://miekevanstigt.blogspot.nl/2015/05/een-tsunami-van-onbetaalde-zorg-hoe-de.html
(4) http://www.balansdigitaal.nl/data/nieuws/2015/mei/geen-budget-meer-voor-psychische-hulp-aan-kinderen-in-almere/
(5) http://www.liberales.be/figuren/smith
(6) http://www.volkskrant.nl/binnenland/nederlanders-depressiefste-volk-van-europa~a3539853/
(7) http://nos.nl/artikel/2071824-problematische-schulden-voor-1-op-de-5-nederlandse-huishoudens.html
(8) http://www.nu.nl/geldzaken/3732088/derde-van-eigen-woningen-onder-water.html
(9) http://www.nu.nl/gezondheid/3819093/gebruik-ritalin-bij-adhd-kinderen-verviervoudigd.html
(10) https://www.adbusters.org/magazine/123/losing-ones-sense-belonging.html
(11) A. de Swaan (1989): Zorg en de Staat. Welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
(12) Richard Wilkinson and Kate Pickett (2009) The Spirit Level – Why More Equal Societies Almost Always Do Better. London: Penguin Books. En Thomas Piketty (2014) Kapitaal in de 21e eeuw. Amsterdam: De Bezige Bij.