COLUMN Tips voor onderzoekers: omgaan met emotie en conflict

Voor onderzoekers is het best lastig om met emoties en conflicten om te gaan van individuele lezers van hun onderzoeksrapporten of toehoorders bij lezingen. Janine Janssen, onderzoeker van geweld in afhankelijkheidsrelaties, legt uit waarom dat zo is en geeft tips.

Als onderzoeker zeg ik geregeld tegen mezelf: ik schrijf niet voor de bureaula. Daarmee bedoel ik dat ik onderzoek doe in de hoop daarmee iets bij te dragen aan de aanpak van verschillende vormen van geweld in afhankelijkheid. Om die reden ben ik dan ook altijd blij als mensen de moeite nemen om te reageren op mijn werk.

Wetenschap is niet iets wat je in isolement kan doen. Opmerkingen – positief of negatief – en vragen helpen je denkproces. Bijzonder zijn altijd de reacties van mensen die zelf iets ondervonden hebben waar je als onderzoeker naar gekeken hebt. Zo krijg ik geregeld reacties op m’n werk over bijvoorbeeld psychisch of eergerelateerd geweld.

Omdat ik me betrokken en aangesproken voel, sta ik mensen graag te woord

Naar aanleiding van een publicatie of een lezing komen mensen dan met vragen over hun persoonlijke situatie. Een persoonlijk relaas over verdrietige gebeurtenissen in relaties en in gezinsverband raakt mij uiteraard als mens. En omdat ik me betrokken en aangesproken voel, sta ik mensen graag te woord. Voor een onderzoeker is het om verschillende redenen lastig om deze mensen dan een gedetailleerd en een exact bij hun situatie passend antwoord te geven.

Lastige kwesties

In de eerste plaats is een onderzoeker geen professional in de veiligheidszorg, zoals een politieambtenaar, een sociaal professional of psycholoog die in een opvanginstelling of bij Veilig Thuis werkt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat bovendien lang niet elke onderzoeker zelf ook goed de weg weet in de veiligheidszorg voor plegers en slachtoffers van geweld. In de tweede plaats doet veel onderzoek vaak uitspraken op een hoger abstractieniveau, bijvoorbeeld over een specifieke groep mensen of vormen van geweld. Dergelijke uitspraken laten zich niet zo eenvoudig vertalen naar de situatie van een individueel persoon.

Als wetenschapper word je dan nerveus: kan ik wel iets zinnigs zeggen?

In de derde plaats voel je je als onderzoeker soms ook overvallen door de vragen van mensen. Ik heb wel eens de vergelijking gemaakt met een toneelstuk: je komt te laat bij de schouwburg, je moet nog parkeren en je jas ophangen en na de pauze moet je zien te achterhalen waar het stuk over gaat: wie zijn de hoofdrolspelers en wat is de plot? Kortom, als mensen je vertellen over een persoonlijke geschiedenis, heb je een informatieachterstand. Als wetenschapper word je dan nerveus: kan ik wel iets zinnigs zeggen? Zie ik niets over het hoofd?

Tips voor de afstandelijke onderzoeker

Bij dat laatste speelt ook een rol dat wanneer mensen geëmotioneerd een beroep op je doen en vaak al een lange weg langs tal van instanties en professionals achter de rug hebben, zij geregeld erkenning van hun situatie vragen en verwachten. Voor de afstandelijke onderzoeker is dat soms lastig. Want, zoals ik zojuist al aangaf, heb je wel alle gegevens om tot een wel overwogen analyse van de situatie te komen?

 Je hoeft geen partij in een conflict te kiezen

Mijn eerste tip die ik mee wil geven: je hoeft geen partij in een conflict te kiezen. Wat je wel kan doen, is verdriet erkennen. Het maakt niet uit hoe de feiten daadwerkelijk liggen. Je kan zien dat iemand pijn heeft en lijdt. Het kost niets om dat te erkennen.

Ervaring heeft me geleerd dat mensen daar vaak al heel erg blij mee zijn. Het is een valkuil van onderzoekers om er standaard van uit te gaan dat mensen altijd een exact en volkomen uitgebalanceerd antwoord van ons verwachten.

Daarnaast kan je op basis van je onderzoekervaring ook meegeven dat situaties natuurlijk verschillen, maar dat zij heus niet de enigen zijn die zich in bepaalde situatie bevinden. Ook dat kan troost bieden.

Dan mijn tweede tip. Ik gaf al aan dat onderzoekers geen professionals in de veiligheidszorg zijn. Wij behandelen geen concrete casuïstiek. Maar als je als wetenschapper zorgt dat je zelf de weg in die wereld kent, dan kan je wel als wegwijzer optreden. In de praktijk heb ik gezien dat mensen in nood die je aanspreken daar vaak ook wat aan hebben. Je kan zo op bescheiden wijze bijdragen aan het verlagen van de drempel om daadwerkelijk hulp te zoeken.

Motivatie versterkend

Tot slot dan nog dit: met dit verhaal heb ik het gegeven dat mensen met persoonlijke ervaring met geweld in afhankelijkheidsrelaties onderzoekers aanspreken beslist niet willen problematiseren. Integendeel, het feit dat mensen bereid zijn mij een inkijkje te geven in hun private situatie versterkt mijn motivatie om me door middel van onderzoek te blijven inzetten voor de aanpak van dit indringende geweld. Dat geldt ongetwijfeld ook voor mijn collega-onderzoekers.

Janine Janssen is bijzonder hoogleraar Rechtsantropologie aan de Open Universiteit, lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties aan Avans Hogeschool en de Politieacademie en hoofd onderzoek van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld.

Dit artikel is 685 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Beste Janine Jansen, hierbij een reactie van iemand die zowel als professional en als uitvoerder van onderzoek (en later als slachtoffer van persoonlijk wittenboorden-) geweld ervaring heeft. Als je deze ervaringen gaat door elkaar heen gaat gebruiken krijg je ‘perversiteiten’. En daar heeft niemand wat aan. Zeker de slachtoffers niet. Dus wees duidelijk naar de slachtoffers dat je niet persoonlijk iets voor hen kan doen. Maar dat je begrip hebt voor hun verhaal en frustraties (bijvoorbeeld wat betreft de Toeslagenaffaire), maar dat ze voor de behandeling of afhandeling van betreffend probleem bij betreffende professionals moeten zijn. Juridisch bij een advocaat. En persoonlijk bij hun huisarts. De laatste mis ik in je verhaal.

  2. Beste Hans, Dat lijkt mij een uitstekende aanvulling! Dank voor je reactie en groeten van Janine Janssen

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *