In december 1979 verscheen Het IK-tijdperk, een dubbeldik kerstnummer van het toen nog trendzettende weekblad Haagse Post. Auteur John Jansen van Galen beschreef erin hoe nogal wat Nederlanders vanuit de verzuilde jaren vijftig de welvaartsgroei hadden aangegrepen om los te komen van allerhande morele benauwenissen. De babyboomers waren begonnen aan een langjarig bevrijdingsfestival, waarin alle dimensies van lichaam en geest hartstochtelijk verkend werden. Meditatie, esoterie, yoga, psychotherapie, zelfhulp, seksualiteit, drugs – niets was nog meer te gek.
In de ban van het narcisme
Hij leunde daarbij sterk op het essay The 'ME' Decade dat journalist Tom Wolfe in 1976 in New York Magazine Times publiceerde. Ook was Jansen van Galen schatplichtig aan het boek The culture of narcissim waarmee de Amerikaanse cultuurhistoricus Christopher Lasch eerder in 1979 de aandacht had getrokken. Waar Wolfe het toenemende individualisme in de Verenigde Staten op de korrel nam, ging Lasch nog een stapje verder. Hij analyseerde hoe de westerse cultuur, in het bijzonder de Amerikaanse, steeds meer in de ban raakte van een narcistisch persoonlijkheidstype, vrijwel geheel geconcentreerd op het eigen levenslot en steeds minder in staat tot langdurige gemeenschap met anderen.
Wolfe, Lasch en Jansen van Galen confronteerden Nederlanders met de andere kant van de jaren zestig en zeventig. Wat tot dan vooral de beeldvorming had bepaald was de opstandige activistische kant. De strijd tegen de (mannelijke) regenten en hardleerse autoriteiten - feminisme & emancipatie, stadsvernieuwing & kraken, politisering & democratisering. Het waren de jaren, waarin mensen actief voor kwetsbaren, achtergestelde, gedupeerden en slachtoffers in het geweer traden. Solidariteit leek het sleutelwoord.
Het ik-tijdperk bestaat nog steeds
Maar op de drempel van de jaren tachtig wezen Wolfe, Lasch en Jansen van Galen erop dat achter alle schreeuwerigheid een onderstroom op gang was gekomen waarin mensen minder begaan waren met de hervorming van de wereld en meer met de ontdekking van zichzelf. En omdat dat ‘zelf’ niet langer geprogrammeerd werd door god, kerk en zuil, moest er van alles beproefd worden, waarbij er een nieuwe mentale industrie was opgestaan om mensen daarbij gretig de helpende hand te bieden. Welkom in het Ik-tijdperk.
De term was een decennium populair, maar daarna raakte hij in onbruik. In 2019 bracht John Jan van Galen, samen met historicus Jouke Turpijn nog het boek Terug naar het Ik-tijdperk uit, waarin zij nog eens terugblikken. Het boek kreeg nauwelijks aandacht. De titel was ook niet goed. Het Ik-tijdperk is niet iets van de vorige eeuw, we leven er middenin. De onderstroom is – met dank aan de neoliberale jaren negentig – mainstream geworden.
De individuele vrijheid is heilig
Maar wat corona nu dramatisch duidelijk heeft gemaakt is dat er radicale groepen zijn voor wie het Ik-centrisme bijna religieuze vormen heeft aangenomen. Voor hen is de individuele vrijheid heilig, onaantastbaar en dus onbespreekbaar. Het liberale uitgangspunt dat jouw vrijheid op houdt daar waar het de vrijheid van anderen bedreigt of beknot, gaat het ene oor in en het andere meteen weer uit. Het lichaam is het goddelijke privé-koninkrijk en daar regeren ze als een absolute vorst over, elke verplichting is niets minder dan een oorlogsverklaring. Niet toevallig komen we de aanhangers vooral tegen in de regionen waar John Jansen de eerste voortbrengselen van het Ik-tijdperk op het spoor kwam: de wereld van yoga & contemplatie & zelfontdekking. In die wereld bestaat geen groter en hoger belang dat de persoonlijke autonomie. Daar mag niemand aankomen, al zeker de overheid niet.
Onschuldige anderen in gevaar
Zij vertegenwoordigen de uitvergroten fundamentalistische kant van de cultuur waar we allemaal in ondergedompeld zijn. Daarom weten we niet zo goed hoe er mee om te gaan. We proberen de neo-ego-religieuzen te overtuigen met rationele argumenten, maar daardoor lijken zich juist nog meer te verschansen in hun eigen gelijk. We durven niet hardop te zeggen dat als de vrijheid die mensen menen te claimen een bedreiging wordt voor de gezondheid van anderen, dat de samenleving dan een streep moet trekken. Dat een gemeenschap dan bijvoorbeeld weinig anders kan doen dan de vaccinweigeraars in geval van ernstige ziekteverschijnselen als gevolg van een besmetting de toegang tot de Intensive Care te ontzeggen, omdat hun weigerachtigheid de behandeling van onschuldige anderen in gevaar brengt. Dat je natuurlijk de absolute vrijheid mag claimen, maar dat je daarvan dan ook de ultieme consequenties van moet durven te dragen.
Dat zou een even simpel als te rechtvaardigen antwoord zijn. Een serieuze lakmoesproef. Laten we kijken of het neo-ego-fundamentalisme stand houdt in het vooruitzicht van ernstig persoonlijk lijden, en mogelijk zelfs de dood. Ik voorspel dat er veel afvalligen zullen zijn, want principes is één, maar je moet er geen last van hebben. Ook dat is het Ik-tijdperk. Helaas. Ik vrees dat er geen politicus die het zelfs maar durft te opperen. Tja, dan moeten we dus niet vreemd opkijken dat de wappies steeds meer zieltjes weten te winnen en de samenleving steeds verder monddood wordt gemaakt. Eigenlijk precies wat Christopher Lasch voorspelde.
Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Deze column verscheen in oktober in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken, nr. 3/2021.
Foto: Prateek Gautam via Unsplash