Het virus vereist een verandering in ons gedrag, minder impulsief

Honderd jaar geleden waren we op onze hoede voor rovers en moordenaars. Nu moeten we ons gedrag aanpassen aan een intelligent en complex virus. Herintroductie van de persoonlijkheidspsychologie op de universiteiten kan daarbij helpen.

Wat kunnen we van de nabije toekomst verwachten als we uitgaan van de realiteit en niet teveel vervallen in het overbekende wensdenken? Het vaccin voor COVID-19 waarop iedereen zijn hoop vestigt, zal ons niet snel noch definitief en geheel van het virus bevrijden. Net zomin het griepvaccin dat heeft gedaan.

Menselijke contacten in het gedrang

Voor een deel van ons zal het immuunsysteem te weinig krachtig zijn om voldoende weerstand tegen het intelligente en complexe virus te bieden. Het virus kan muteren en zich aanpassen aan een vaccin. Zijn broertjes en zusjes liggen kortom op de loer. En dan zijn er natuurlijk ook nog groepen mensen die zich niet willen laten vaccineren en de besmetting in standhouden.

Ruim 100 jaar geleden moesten we in het Westen behoedzaam zijn met wie en waar we ons ophielden. Het gevaar van berovingen en moordpartijen lag voortdurend op de loer. Een eeuw later hangt het besmettingsgevaar als een donkere wolk boven ons contact met elkaar. En dat zal waarschijnlijk nog wel enkele jaren duren.

Hoe we ons gedragen was, is en blijft in alle opzichten cruciaal voor onze gezondheid. Over ons gedrag wordt tot nog toe in de pandemie vaag gedaan. De bijdrage van gedragsdeskundigen is weinig substantieel, er is een ernstig tekort aan onderzoek naar de persoonlijkheid.

Twee bronnen produceren menselijk gedrag: de directe sociale, fysische, culturele en klimatologische omgeving èn de persoonlijkheid. Gedrag is feitelijk een motortje met twee cilinders. De omgeving is de ene cilinder, zij levert voortdurend wisselende input. Persoonlijkheid is de andere cilinder. Zij levert wel stabiele input, en is voor de studie van gedrag cruciaal. Jammerlijk genoeg is de persoonlijkheidspsychologie aan de Nederlandse universiteiten de laatste decennia zo goed als afgeschaft.

Extravert versus introvert

De belangrijkste en meest onderzochte dimensie van de persoonlijkheid is extraversie versus introversie. Dit zijn twee stabiele trekken die gedurende je leven bij je blijven. In een simpel beeld: je krijgt de keuze voorgelegd om of naar een receptie gaan, gevolg door een etentje en eindigend met een afzakkertje in het café, of om de avond lezend bij de openhaard door brengen. Mensen die boven gemiddeld scoren op extraversie zeggen onmiddellijk ja tegen het uitgaansalternatief, de introverte mens kiest voor boeklezen bij de openhaard.

Vanuit deze persoonlijkheidstrek wordt ook meteen duidelijk wie de meeste moeite heeft met de sociale beperkingen als gevolg van het virus. Extraverte mensen voelen zich in een lockdown gefrustreerd, en worden eerder dan introverte mensen agressief en depressief. Eén deel ervan sluit zich aan bij degenen die protesteren en vindt zo een uitlaatklep, een ander deel ontwikkelt een waanstoornis en omarmt complottheorieën.

Waanstoornissen kunnen onderdeel van de persoonlijkheid zijn. De introverte medeburger verdraagt de beperkingen relatief gemakkelijk. Net als sociaal angstige mensen die nu minder belast worden door sociaal contact, en mild autistische mensen die goed zonder sociale interacties kunnen. Angstniveau en autisme zijn behoorlijk stabiele persoonskenmerken.

Voor extraverte mensen is de actuele lockdown eigenlijk een training in aanpassing, maar zo zullen ze het vaak niet zien. De eerste golf, in het voorjaar, leidde tot een sterke angst, was in ieders beleving tijdelijk en bracht veel mensen aanvankelijk dichter bij elkaar. Nu, tijdens de tweede golf, begint menigeen, ondanks het perspectief van een snelle vaccinatie, de tijdloosheid te voelen. Een realiteit die voor extraverte mensen moeilijk te verdragen is.

Hun vooruitzicht op een bevrijding van de sociale beperkingen valt in gruzelementen, de noodzaak de leefstijl aan te passen dringt langzaam tot mensen door. Persoonlijkheidsverandering is in de persoonlijkheidspsychologie niet met optimisme omgeven.

Virus vereist aangepast gedrag

Geleidelijk daagt het extraverte mensen dat zij met het oog op de toekomst hun houding moeten zien te veranderen in een richting die ingaat tegen hun persoonlijkheid. In onze cultuur is de extraverte en impulsieve, op de andere gerichte gedragsstijl sinds de Tweede Wereldoorlog steeds dominanter geworden.

In hoe we ons sociaal gedrag vormgeven speelt het zelf en de ander een rol, de laatste veertig jaar zijn we zichtbaar meer vanuit ons zelf gestart, we zijn narcistischer, velen hebben een ‘dikkere ik’ dan toen we nog opgroeiden in zuilen en gebukt gingen onder geloofsovertuigingen. Autoriteit en gezag zijn vanaf de jaren zestig neergesabeld, identiteitsontwikkeling en zelfontplooiing vormen een belangrijke kern van onze cultuur. De toegenomen individualisering draagt hieraan veel bij.

Het virus vereist een sterke verandering in gedrag, minder impulsief, meer aangepast, introvert, en sociaal behoudender.

Adolescenten, tussen 12 en 25 jaar, zijn vanwege hun levensfase extra op elkaar gericht. Zij leven in het hier-en-nu en gedragen zich in deze levensfase extravert. Zij ervaren de meeste frustratie en hun frustraties zullen de komende jaren geen grenzen kennen. De samenleving zal speciaal voor hen creatieve oplossingen moeten vinden.

Mijn pleidooi is om de persoonlijkheidspsychologie op de universiteiten in ere te herstellen zodat deze discipline mee kan helpen om oplossingen te creëren voor de urgente gedragsproblemen die ons te wachten staan.

Jan Derksen is klinisch psycholoog.

 

Foto: Andrea Piacquadio via Pexels