Hoge hekken rondom jeugdinstelling zijn geen oplossing voor weglopers

Er lijken steeds meer kinderen weg te lopen uit jeugdzorginstellingen. De politie klaagt over extra inzet, gemeenteraadslieden, plaatselijke kranten en burgemeesters klagen. Her en der wordt al voorgesteld om hekken om de instellingen te plaatsen en ze te verhogen met prikkeldraad. Is dat wel terecht?

Kwetsbare kinderen lopen weg uit de jeugdzorg en brengen zichzelf daarmee in gevaar. De meeste kinderen komen vanzelf na een uurtje weer terug, sommigen blijven langer weg. Die worden, als het lukt, bijtijds door de politie opgespoord en teruggebracht voordat het echt mis gaat. Wanneer kinderen vaker weglopen leidt dit vandaag de dag tot protesten vanuit de samenleving.

Vanwege onder meer de hoge opsporingskosten en de maatschappelijke onrust over het lot van de kinderen is dit probleem regelmatig in het nieuws. Maar instellingen, ook gesloten jeugdzorg, hebben niet de (juridische) mogelijkheid om kinderen te allen tijde te beletten weg te lopen omdat ze kinderen niet willen opsluiten maar behandelen.

Weglopen is gevaarlijk voor ze

Kinderen in de jeugdzorg zijn bijna zonder uitzondering kwetsbare kinderen. Ze lopen in de regel een groot risico misbruikt te worden. Daarnaast bestaat het gevaar dat ze zichzelf iets aandoen.

Daarom moet iedereen dit probleem serieus nemen, maar vooral de oorzaken van weglopen achterhalen. Kinderen lopen weg omdat ze boos zijn, pijn en verdriet hebben of omdat er nog geen handvatten zijn gevonden om daarmee om te gaan.

Nare jeugdervaringen maar toch terugverlangen

Weglopen kan allerlei oorzaken hebben. Bijvoorbeeld: de problemen die het kind zelf meeneemt samen met het terugverlangen naar biologische ouders, familie of andere betekenisvolle personen, waaronder ook loverboys. Hun problemen zijn vaak een stapeling van negatieve jeugdervaringen zoals misbruik, mishandeling en verwaarlozing.

Kinderen komen echter in de regel niet vrijwillig naar de jeugdzorg. Wanneer er sprake is van een uithuisplaatsing willen ze dikwijls niet naar een instelling, pleeggezin of gezinshuis. Weglopen is dan een poging om zich weer terug naar moeder en vader te vechten, een heel natuurlijke reactie, waar de hulpverlening en de politie alleen maar begrip voor zou moeten opbrengen.

Lastiger wordt het als een kind terug probeert te komen naar misbruikende anderen. Toch is het dan juist belangrijk om te kijken wat het kind mist.

Het alternatief is een dood kind op het spoor

Het niet meer met jezelf kunnen uithouden (internaliserende problematiek), met gevaar op suïcide, komt ook vaak voor als oorzaak van weglopen. Bijna alle kinderen in de jeugdzorg hebben last van negatieve gevoelens, angst, onzekerheid, depressie, verdriet, laag zelfbeeld, wanhoop. Dat lossen we niet in een paar maanden op.

Toch moeten we behandelen, want het alternatief voor behandeling is een dood kind op het spoor (Nieuwsuur, 29 september 2018). We moeten hierbij rekening houden met beïnvloeding van buiten: anderen (ouders, vriendjes, loverboys) proberen menigmaal kinderen te bewegen weg te lopen, ook daar moeten we alert op zijn.

Kinderen trekken een slecht leefklimaat niet

Andere veel voorkomende problemen zijn ruzie, bedreiging en geweld tussen kinderen onderling op de leefgroep of op school. Kinderen lopen vervolgens weg uit angst. Dit mag nooit een reden zijn voor straf maar juist voor een gesprek.

Ook wanneer het leefklimaat in de instelling of op school slecht is, zien we dat kinderen weglopen omdat ze het niet trekken. Dikwijls heeft dit te maken met frustratie van psychologische basisbehoeften in het leefklimaat zoals gebrek aan verbondenheid, competentie en autonomie (Ryan & Deci, 2017).

Als er weinig verbondenheid is tussen medewerkers en leerkrachten en jongeren (werkdruk!), voelen kinderen zich niet thuis en lopen weg. Ook als kinderen geen zinvolle dagbesteding hebben, niet of onder hun niveau naar school gaan, ze zich niet kunnen ontwikkelen en zich vervelen (personeelsgebrek) slaat de frustratie toe en lopen ze weg.

Dit geldt ook voor frustratie over te lang durende of falende hulpverleningstrajecten. Wanneer kinderen onvoldoende eigen keuzes kunnen maken (gebrek aan autonomie) krijgen ze het benauwd, loopt de spanning bij ze op en lopen ze weg.

Praktische tips om weglopen te voorkomen

  1. Zorg als eerste voor een goed leefklimaat met de drie basisbehoeften (verbondenheid, competentie en autonomie) als leidraad voor het inrichten van de plek waar het kind verblijft. Onderzoek dit regelmatig en bespreek dit en neem samen (met het kind) maatregelen als het niet goed gaat. Coaching van medewerkers en teamcoaching helpt.
  1. Wegloopgedrag is vaak voorspelbaar. Dat wordt niet weggenomen door fysieke beveiliging (hoge hekken en camera’s) maar door relationele beveiliging: contact is de beste remedie. Vraag eens vaker hoe het kind het hier vindt en vooral wat ie niet leuk vindt. Let op spanningsopbouw en wees niet teleurgesteld als het kind er niet wil zijn, maar probeer samen oplossingen te vinden voor verdriet, angst, frustratie en pijn.
  1. Weet wat er ook speelt op de leefgroep op school of in huis: dat doe je het beste door LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen.
  1. En wanneer kinderen toch weglopen, is het allerbelangrijkste daar begrip voor opbrengen. Straffen verhoogt de spanning en bevordert op lange termijn nieuw wegloopgedrag. Een gesprek bij een kopje thee of limonade is een heel krachtig preventiemiddel. Maak afspraken met het kind dat hij bij je langs kan komen wanneer het niet fijn is.
  1. Houdt bij risicokinderen vooral sociale media in de gaten maar ook hangplekken zoals supermarkten en parken (met name op het terrein). Toezicht gecombineerd met contact is ook een belangrijk preventiemiddel.

Hoge hekken met prikkeldraad zijn geen oplossing

Jeugdzorg is een opgave met risico’s en weglopen is meestal geen falen van de hulpverlening zoals uit bovenstaande blijkt. Wel behoren instellingen hun klimaat op orde te hebben, maar dat houdt weglopen niet altijd tegen. De politie (en burgernet) zijn je beste vrienden om het kind weer terug te krijgen.

Maar politie en politiek moeten zich niet met de behandeling bemoeien, dat is hun expertise niet. Optreden bij brand of schietpartijen behoort tot hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, zo ook weggelopen kinderen terugbrengen. Want de belangrijkste oorzaken dat ze in jeugdinstellingen wonen zijn gelegen in de maatschappij en in de regel complex van aard.

Hoge hekken met prikkeldraad lossen het probleem niet op, maar kunnen het wel verergeren doordat kinderen zich opgesloten voelen en nog harder proberen weg te komen.

Jeugdzorgmedewerkers staan net zo goed in een vuurlinie als politie, brandweer en ambulance en doen hun best om beschadigde kinderen weer een veilig thuis te geven. Daar hoort opsluiten niet bij. Iets meer begrip voor hun moeilijke taak van ons als samenleving en van de politiek mag.

Peer van der Helm is lector residentiele jeugdzorg aan de Hogeschool Leiden en hoofd onderzoek bij Fier, het landelijk expertisecentrum voor slachtoffers van loverboys en eerwraak. 

Foto: Mitch Lensink via Unsplash