COLUMN Desastreuze richtlijn uithuisplaatsing

De richtlijn voor permanente uithuisplaatsingen van kinderen negeert iets essentieels, vindt Jos van der Lans.

Toen mijn partner en ik zo’n vijftien jaar geleden belangstelling toonden om pleegouders te worden, kregen wij in de introductiecursus eigenlijk maar één boodschap te horen: wees je ervan bewust dat je als pleegouder nooit de echte, biologische ouders kunt doen vergeten dan wel kunt vervangen. Zorg dus als het even kan dat het contact met de biologische ouders intact blijft of hersteld kan worden.

Het was een wijze les. Onze pleegkinderen hebben altijd contact gehouden met hun moeder, en iedereen is er beter van geworden.

#Staatsontvoeringen

Maar sinds 2015 is er een nieuwe richtlijn van kracht. Die luidt dat als binnen de termijn van een jaar (voor kinderen tot 5 jaar zelfs maar een halfjaar) de omstandigheden bij de ouders ‘niet voldoende verbeterd zijn, permanente uithuisplaatsing noodzakelijk is’. De richtlijn, opgesteld door het Nederlands Jeugdinstituut, moet voorkomen dat ‘kinderen in onzekerheid leven over waar ze moeten opgroeien’. Ergens staat nog wel dat de richtlijn indicatief is, maar in de jeugdbeschermingspraktijk blijkt één jaar doorgaans een harde grens.

Hoe desastreus deze richtlijn uitpakt, blijkt uit de ervaringen van ouders van wie kinderen uit huis zijn geplaatst als gevolg van de toeslagenaffaire. Honderden gestreste ouders op wie de Belastingdienst een klopjacht had geopend, zagen zich ook nog eens geconfronteerd met jeugdbeschermers die van mening waren dat de veiligheid van hun kinderen dermate in het geding was dat tot uithuisplaatsing moest worden overgegaan. Meer dan 1100 kinderen zijn zo bij hun ouders weggehaald. Hashtag: #staatsontvoeringen.

Oké, misschien was daar soms reden toe. Maar nu de waarheid van de toeslagenaffaire boven water is gekomen, zou je toch enige clementie en zelfkritiek verwachten. Niet dus, want er is een richtlijn.

Tragiek van alleenstaande moeder

Ik was nauw betrokken bij de tragiek van een alleenstaande moeder met twee kinderen van inmiddels 10 en 14, die als gevolg van navorderingen van de Belastingdienst met een schuld van 20.000 euro werd geconfronteerd. Dat haalde alles overhoop, ook de situatie thuis, waar sowieso al spanning op stond. Uiteindelijk heeft de moeder onder druk van jeugdbeschermers toegestemd met een uithuisplaatsing bij een bekende van haar; officieel heet dat ‘netwerkpleegzorg’. Dat was zo’n drie jaar geleden.

Inmiddels is de moeder gecompenseerd door de Belastingdienst, zijn de schulden afbetaald en wil zij haar kinderen terug. De netwerkpleegouder wil daaraan meewerken, de kinderen willen weer naar hun moeder; er is eigenlijk maar één instantie die meent dat dit onverantwoord is: jeugdbescherming.

Oude waarnemingen

Daar doet men of de toeslagenaffaire niet heeft bestaan. De voogd blijft haar oude waarnemingen als actueel bewijs opvoeren voor de vaststelling dat de moeder de kinderen geen veilig thuis kan bieden. Ze is zo van haar gelijk overtuigd, dat ze de netwerkpleegouder onder druk zet om de moeder niet in haar wens te ondersteunen omdat ze daarmee het risico loopt dat de kinderen ook bij haar worden weggehaald.

Er wordt na een jaar nauwelijks nog werk gemaakt van het terugkeren van kinderen

Zelfs een in allerijl georganiseerde Eigen Kracht-conferentie weet jeugdbescherming niet te vermurwen, ondanks een heel palet aan ondersteuningsafspraken dat het netwerk rondom de moeder heeft bedacht. Sorry, de kinderen zijn te lang van huis.

Uiteindelijk steekt de kinderrechter er een stokje voor als deze zich moet uitspreken over de verlenging van de rechterlijke machtiging tot uithuisplaatsing. Hij dwingt jeugdbescherming een terugkeerplan te maken.

Dramatische zwerftocht

Onlangs hebben de jeugdzorgautoriteiten te kennen gegeven dat er soepeler met de richtlijn van een jaar moet worden omgegaan. Fijn. Maar het probleem is natuurlijk dat die richtlijn er überhaupt ooit is gekomen en in zijn geheel van tafel moet. Het veronderstelt dat uit huis geplaatste kinderen per definitie een beter heenkomen wordt geboden. Dat is een gedachte die totaal niet kan worden waargemaakt. Nogal wat definitief uit huis geplaatste kinderen beginnen aan een dramatische zwerftocht langs meerdere pleeggezinnen en instellingen. Hoezo is dat beter?

Veel erger is dat de richtlijn iets essentieels negeert. Namelijk de diepe wens om bij je ouders te horen en er voor je kinderen te zijn. Geen pleeg- of instellingsalternatief kan die oerbehoefte wegnemen, hoe gebrekkig de opvoeding en de thuissituatie vaak ook zijn. Precies de erkenning voor dat essentiële menselijke gegeven maakte de boodschap die wij vijftien jaar geleden tussen de oren geknoopt kregen ook zo krachtig. Die behoefte verdwijnt niet na een jaar, daar heb je blijvend mee te dealen. Als pleegouder, als professional, ja ook als kind, als biologische ouder − geval voor geval.

Dat moeizame ‘dealen’ lijkt jeugdbescherming dankzij deze absurde richtlijn te zijn kwijtgeraakt. Er wordt na een jaar nauwelijks nog werk gemaakt van het terugkeren van kinderen. Dat perspectief verdwijnt immers uit beeld. Herstelde verhoudingen, gedeelde vormen van ouderschap, time-out-pleegzorg − na een jaar valt de professionele inzet droog en gaat de deur op slot. De traumatische gevolgen daarvan vallen buiten het bereik van welke richtlijn dan ook. Die gaan een leven lang mee.

Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist

Dit artikel is 1055 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Een heel belangrijke column, waar zoveel ouders op dit moment tegenaanlopen. Ik zou nog een mogelijk motief achter de halsstarrige houding van voogden willen suggereren: inkomsten. “Voor elke ondertoezichtstelling (ots) krijgt de jeugdbescherming tussen de 9500 tot 11.000 euro per kind per jaar.” (bron: kro/ncrv) De perverse prikkel van een systeem waarin geld “verdiend” moet worden.

  2. Een groot sociaal en maatschappelijk schandaal wat de stand van het huidige ‘humanisme’ in de hulpverlening zorg aangeeft.
    In feite worden hier mensenrechten met de voeten getreden waar moeizaam tegen opgetreden wordt.
    Onbegrijpelijk dat de politiek deze toestand heeft gefaciliteerd: inderdaad de perverse prikkel van het verdienmodel van de ‘jeugdbescherming’.
    In de psychiatrie zie je dezelfde verschijnselen waar hulpvragers in feite slecht bediend worden en tarieven van 1000 Euro per uur gevraagd worden.
    Het indienen van valse facturen (er wordt in werkelijkheid geen hulp verleend) bij de ziektekostenverzekeraars is schering en inslag omdat de situatie van cliënten misbruikt wordt. Over de ‘valsheid in geschrifte’ binnen de sociale hulpverleningswereld is nog geen enkele aandacht (in de media) geweest.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *