COLUMN The community of practice what we preach

Laten we niet alleen onderzoeken en adviseren, maar laten we ook zelf dóén wat we kunnen, schrijft onderzoeker Hans Bosselaar. Word geen betweter.

Toen Kim Putters als directeur van het SCP in 2019 door de Volkskrant als meest invloedrijke persoon in Nederland werd bestempeld, kwam hij met een fantastische antwoord. Hij beloofde, in een ronkend opiniestuk in dezelfde krant, persoonlijk ‘actief te gaan bijdragen aan een duurzamere samenleving met evenwichtige kansen, rechten en inspraak voor allen’. Hij zou dit samen gaan doen met toenmalig DSM-topman Sijbesma, nummer 2 van de Volkskrant-lijst en riep iedereen op zich bij deze beweging aan te sluiten.

Wat er verder met dit initiatief gebeurd is, is mij onbekend. Een korte Google-search wekt de indruk, dat de persoonlijke inbreng van beide mannen zich in ieder geval aan het oog van de media heeft onttrokken.

Werk maken van aanbevelingen

Het kan ook zo zijn dat er met het initiatief weinig gebeurd is. En dat herken ik wel. Ook ik ben vaak, als onderzoeker, degene die anderen de les leest en tegelijk deemoedig denkt: wat doe ik eigenlijk zelf? In zo’n geval kan ik me heilig voornemen om persoonlijk een steentje bij te gaan dragen aan de (bewezen) oplossing van het voorliggende probleem. Waarna ik vrij snel weer overga tot de orde van de dag: het ‘binnenhalen’ of uitvoeren van een nieuw project, het schrijven van een artikel of het voorbereiden van de aanstaande vakantie.

Dat knaagt bij mij, bij Putters en vast bij vele leden van het ‘beterwetersgilde’ van adviseurs, onderzoekers en opiniemakers; oftewel een deel van de auteurs en lezers van socialevraagstukken.nl.

Het dringt maar langzaam door dat mijn beter weten op zich niet voldoende is

En terecht dat het knaagt. Het is immers geen klein bier waarover wij ons buigen, op eigen initiatief of in opdracht. Zelf doe ik al jaren onderzoek op het terrein van de inclusieve arbeidsmarkt en in het bijzonder naar de inclusie van mensen met een arbeidsbeperking. Ik constateer regelmatig dat het hier maar niet mee op wil schieten en laat vervolgens zien dat er zeker mogelijkheden zijn om het beter te doen.

Vanaf dat moment zit mijn werk erop en is het aan ‘de ander’ om werk te maken van mijn aanbevelingen. Natuurlijk maak ik een rondje langs de velden om de opgedane kennis en inzichten nog een keer goed over het voetlicht te krijgen, maar daarna houdt mijn betrokkenheid wel op.

Beter weten is nog geen beter doen

En dat is vreemd, want ik zie in mijn volgende onderzoeken steeds dat ‘de ander’ veel te weinig doet met mijn inzichten en met die van de collega’s uit het gilde. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat mijn kennis er echt toe kan doen, dringt maar langzaam door dat mijn beter weten op zich niet voldoende is.

Wie alleen maar beter weet, maar zich niet verantwoordelijk voelt voor de feitelijke toepassing van de geproduceerde kennis, wordt een betweter. En dat is het gilde waar ik niet toe wil behoren en waarvoor ik zeker niet actief ben geworden in en voor het sociaal domein.

Het risico om een betwetersgilde te worden, heeft veel te maken met ‘het veld’ waarin wij werkzaam zijn. Een veld met complexe, wicked uitdagingen, waarin netwerken van wetenschappers, professionals en ervaringsdeskundigen samen er het beste van moeten maken. En waar de verantwoordelijkheden en taken op allerlei plekken en niveaus belegd zijn.

Met elkaar de diepte in

Hoe anders is het veld van de medisch specialisten die met elkaar de diepte in kunnen gaan bij het bestuderen en oplossen van een afgebakend medisch vraagstuk en dan ook nog eens tegelijk de onderzoeker én de practitioner zijn. Het maakt het ontdekken en implementeren van effectieve oplossingen wel een stuk eenvoudiger. Beter weten in de medische wereld heeft bijna direct gevolgen voor de dagelijkse praktijk, dat is niet het geval bij het doorgronden en oplossen van sociale vraagstukken.

Gelukkig merk ik dat mijn kennis er echt toe doet en dat ik een verschil kan maken

Maar toch kunnen we wel wat leren van de medisch wereld. Het bij elkaar brengen en het doorgronden van een probleem, en het oplossen ervan, is een belangrijk uitgangspunt dat we bij de aanpak van sociale vraagstukken meer zouden kunnen omarmen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al in academische werkplaatsen (zolang de subsidie doorloopt) en in actie-onderzoek. Maar ook daar blijft het risico bestaan van de scheiding tussen kennis produceren en kennis toepassen.

Mijn wending

Al onderzoekend, adviserend en orerend viel mijn oog op de belofte in de pers van Mirjam van Praag, voorzitter van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit. Zij beloofde om in de komende jaren 163 arbeidsplaatsen voor mensen met een beperking te gaan creëren. Als onderzoeker van de VU was mijn eerste reactie: a) waarom weet ik hier niets van? en b) dat gaat nooit lukken.

En toen viel het kwartje. Ik kon als buitenstaander naar mijn organisatie gaan kijken om te zien hoe zij dit varkentje zouden gaan wassen of ik kon mijn eigen kennis gaan inzetten om de doelstelling van de VU te gaan halen.

Inmiddels ben ik geheel in het initiatief van de VU betrokken en kan me al niet meer voorstellen dat ik mijn kennis onbenut zou hebben gelaten. Ik zie nu hoe moeilijk het is om de doelstelling hoog op de prioriteitenlijst van de managers te krijgen en te houden, hoe lastig het is om de medewerkers bij het realiseren van de doelstelling te betrekken en welke organisatorische stappen effectief zijn om daadwerkelijk resultaten te boeken.

En gelukkig merk ik dat mijn kennis er echt toe doet. Dat ik, samen met vele anderen, een verschil kan maken. Dat ik practice what I preach. En het werkt.

Gebruik jouw kennis en positie

Daarom schrijf ik dit artikel. Niet om mezelf op de borst te kloppen. Integendeel. Maar om jou, als lid van het beterwetersgilde, op te roepen om ook in jouw dagelijkse rol als leidinggevende, vrijwilliger, or-lid of collega, je kennis (en positie) te gebruiken. Want, bijvoorbeeld, hoe inclusief, samenwerkingsbereid, werknemersvriendelijk, integraal of klimaatbewust is jouw bedrijf of organisatie, je wijk, jouw vereniging en ga zo maar door? En wat doe jij om met jouw kennis en positie je eigen organisatie bij te staan in een broodnodige verandering? Laten we niet alleen onderzoeken en adviseren, maar laten we ook doen wat we kunnen.

Sluit je aan bij de ‘community of practice what we preach’.

Hans Bosselaar is onderzoeker bij de afdeling Bestuurswetenschap en Politicologie van de Vrije Universiteit.

Reacties op dit artikel (1)

  1. “Wie alleen maar beter weet, maar zich niet verantwoordelijk voelt voor de feitelijke toepassing van de geproduceerde kennis, wordt een betweter.”

    Onderzoek om tot sociale verbetering te komen vergt een andere kijk om onderzoek. Het gaat hierbij om de doelgroep van de sociale problematiek beter bij het onderzoek te betrekken omdat zij de eerste en de beste bron hiervoor zijn. Actie onderzoek maar ook agogisch onderzoek kan hierbij behulpzaam zijn. Het gaat hierbij om kennisverwerving waarbij het object van onderzoek door participatie hierbij vanzelf ook werkt aan de gewenste sociale verandering.
    Er is hierbij dan ook sprake van een verschuivende probleemstelling omdat de verandering perspectieven door het onderzoek zelf ook veranderen.
    De kunst is om de verworven kennis middels de doelgroep dan ook rechtstreeks te gebruiken voor de beoogde sociale verandering.
    Op deze manier maakt je van de doelgroep ook participanten van hun eigen sociale verandering en verbetering.
    Het grote voordeel van deze vorm van onderzoek is dat de participanten de onderzoek resultaten als een eigen product kunnen beschouwen.
    Een gemaakte reportage of onderzoekrapport hoeft dan niet in een bureaulade te verdwijnen omdat het onderzoek zelf al de nodige aanzet tot verandering heeft gebracht.
    Betweters zijn dan alleen degenen die zelf niet aan dit verandering onderzoek hebben meegewerkt.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *