INTERVIEW Talitha Stam: ‘Deze meisjes lopen steeds tegen muren aan’

‘Een onzichtbare en kwetsbare groep’, noemt promovenda Talitha Stam de lager opgeleide, witte meisjes die ze volgde tijdens haar promotieonderzoek. Ze hadden kraamhulp willen worden, of juf. Een startkwalificatie halen ze, maar de toekomst lacht hen niet toe.

In statistieken over voortijdig schoolverlaten of jeugdwerkloosheid zie je ze niet terug. Want ja: ze hebben een startkwalificatie, ze vinden werk. Maar toch belanden ze tussen wal en schip. ‘Een vergeten groep’, noemde het Sociaal en Cultuur Planbureau de categorie autochtone jongeren met lager opgeleide ouders, zo’n 200 duizend in getal.

Promovenda Talitha Stam gebruikt liever het adjectief ‘onzichtbaar’ voor de witte, lageropgeleide meisjes op de grens van volwassenheid die zij volgde tijdens haar promotieonderzoek. ‘Ik wilde laten zien hoe het écht met hen gaat.’

Stam verdedigt vandaag haar proefschrift Wat een meisje wil. Een etnografische studie naar de beroepsaspiraties van ‘witte’ Nederlandse meisjes op multi-etnische vmbo- en mbo-scholen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hierin beschrijft ze hoe de meisjes hun weg vinden van het vmbo naar het mbo. Daar eindigen ze veelal met een diploma op mbo 2-niveau, dat enkel op papier een startkwalificatie voor een financieel onafhankelijk werkend bestaan blijkt.

Stam: ‘Ze gaan enthousiast van start en willen later graag een leuke baan vinden. Als kraamverzorgster bijvoorbeeld, of in het basisonderwijs of het ziekenhuis werken. Geen onrealistische verlangens. Maar dan komen ze erachter dat je daar een opleiding op mbo 3 of -4 niveau voor nodig hebt, en dat dat voor hen niet haalbaar is.’

Gedroomde toekomst spat uit elkaar als kauwgumbel

Hun gedroomde toekomst, stelt Stam, spat als een kauwgumbel uit elkaar. ‘We leven met het idee dat diploma’s stapelen makkelijk is. Maar dat is voor deze groep absoluut niet vanzelfsprekend.’

Het onderzoek vond plaats in het kader van een groot Europees project naar vroegtijdig schoolverlaten. ‘Voor dit onderzoek nam ik vragenlijsten af op ruim 30 verschillende schoollocaties waar dat het meest voorkomt: grootstedelijke vmbo’s en mbo’s in de Randstad. Het viel mij op dat ook de ‘witte’ jongeren van Nederlandse komaf een van de minderheden waren. Dat vond ik interessant en wilde ik meer van weten.’

De focus op meisjes ontstond gaandeweg, toen ze belandde bij de opleiding Helpende in de zorg, waar de schooluitval hoog is én waarop voornamelijk meisjes zitten. ‘Ik ben van huis uit antropologe, ik wilde de meisjes echt op de huid zitten. Ik trok dagelijks met hen op, in en rondom school. Ik zat achterin de klas, hing met ze op het schoolplein, kwam bij hen thuis. Ze waardeerden het dat ik interesse voor hen toonde.’

Heel veel gesprekken gingen helemaal niet over hun toekomstplannen. ‘We hadden het over vriendjes, schoenen, een tv-programma. Als ze niet op school waren, vroeg ik: waar ben je? De schoolvakanties gaven me de ruimte te reflecteren op mijn onderzoeksmateriaal.’

Ouderen- en thuiszorg: richtingen die ze niet op willen

Stam volgde de meisjes ook tijdens hun stage en zocht hen weer op na het behalen van hun diploma. Zelden bleken ze hun dromen in praktijk gebracht te hebben. ‘Tijdens hun opleiding lopen de meisjes stage in de ouderen- of thuiszorg. Dat zijn richtingen die ze eigenlijk helemaal niet op willen. Maar iedereen zegt: je kunt altijd nodig doorstromen.’

In de praktijk komt daar echter zelden iets van terecht, ondervond Stam. Enerzijds is het een kwestie van mogelijkheden. ‘Jongeren met een migrantenachtergrond worden aanvankelijk vaak onderschat. Deze meisjes niet. Voor een groot deel is mbo-2-niveau dan ook hun plafond.’

Maar er speelt meer. Omdat mbo-2-niveau geldt als startkwalificatie, wordt doorleren op mbo-3-niveau niet langer vergoed. ‘Dan gaat het geld kosten, en dat hebben deze meisjes en hun ouders vaak niet.’ Een van de belangrijkste taken van de ROC’s is dat ze jongeren helpen aan een startkwalificatie. Het aantal voortijdig schoolverlaters – dus zonder startkwalificatie – is mede hierdoor fors teruggedrongen. ‘Als deze meisjes met een startkwalificatie van school gaan, worden ze gefeliciteerd. Terwijl ze dan opgeleid blijken te zijn voor banen die ze niet willen en die er nauwelijks zijn.’

Stam zag waar de meisjes vervolgens in terecht komen: nulurencontracten, tijdelijke baantjes, soms zelfs meer dan één. Doordat ze wel meer dan 16 uur per week werken, belanden ze niet in de jeugdwerkloosheidcijfers. ‘Maar daarmee word je met de salarissen in dit type banen nooit financieel onafhankelijk. Zo belanden ze zelfs met een startkwalificatie tussen wal en schip.’

We moeten niet blindstaren op startkwalificatie MBO2

Daarom, zegt Stam, moeten we ons niet blindstaren op de startkwalificatie. ‘Ik zeg niet dat we de definitie moeten afschaffen. Misschien sluit de startkwalificatie op mbo 2-niveau in de techniek wel beter aan op de arbeidsmarkt, dat heb ik niet onderzocht. In de zorgsector blijkt het echter lastig te zijn om een goede start te maken op de arbeidsmarkt met enkel een mbo-2 diploma.

Dat haar onderzoek een delicate maatschappelijke kwestie aankaart, ondervond Stam al aan de reacties. Amper twee uur na het versturen van het persbericht hing de Telegraaf aan de telefoon met een interviewverzoek. Die publicatie werd weer opgepikt door Leefbaar Rotterdam, dat het proefschrift agendeerde in de gemeenteraad. ‘Dat is het beste wat je als wetenschapper kunt overkomen, dat jouw onderzoek wordt opgepakt door de mensen die echt een verandering teweeg kunnen brengen.’

Ook zorg- en opleidingsinstellingen hebben haar naar aanleiding van de publiciteit al benaderd. ‘Dit stemt mij hoopvol. Een grote groep jonge meiden staat te popelen. Laten we hun talenten niet verloren laten gaan.’

Jurre van den Berg is redacteur van socialevraagstukken.nl en van de Volkskrant.

Talitha Stam is verbonden aan de Erasmus School of Social and Behavioural Scienes aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vandaag hoopt ze te promoveren op het proefschrift Wat een meisje wil. Een etnografische studie naar de beroepsaspiraties van ‘witte’ Nederlandse meisjes op multi-etnische vmbo- en mbo-scholen.

Credit afbeelding: Hedy Tjin