COLUMN Waarom economen gratis haten

Voor 8 euro naar Barcelona vliegen, overal gratis internet, gratis sociale media of gratis apps. Het kan niet op. In economenland is er de uitdrukking “there ain’t no such thing as a free lunch”, bekend van Nobelprijswinnaar Milton Friedman (die het leende van een roman). Als iets gratis is, betekent dat meestal dat er een addertje onder het gras zit.

Het probleem van ‘gratis maar niet echt’ is dat het gedragseffecten genereert die lang niet altijd maatschappelijk gewenst zijn. Wanneer eet u meer: thuis bij het ontbijt of in een hotel bij een buffet? Eerlijk zeggen. Het gratis bij dat buffet bleek overigens een illusie want de prijs is gebaseerd op de gemiddelde consumptie. En hebt u zich een keer keurig ingehouden, dan betaalt u voor Gijs Gans die op het buffet losgaat.

Als mensen denken dat iets gratis is, dan consumeren ze er vaak teveel van. En anders raken ze wel teleurgesteld als de rekening later komt. Economen wantrouwen daarom alles wat gratis is.  Probleem is dat het spreekwoordelijke addertje soms goed gecamoufleerd is. Tijd voor een overzicht.

Quartier Latin: Je betaalt zelf maar dat heb je even niet door

In Quartier Latin in Parijs heb je een straatje met een hele trits restaurants met bizarre dumpprijzen. Driegangenmenu voor 12 euro! En de buurman doet het voor 11,50 met echte foie gras!! Lokobers staan klaar om je naar binnen te slijmen. En het werkt ook nog, want anders bestonden die straatjes niet (en Parijs is beslist geen unicum in de wereld). Hebzucht is een niet te onderschatten factor en de markt speelt daar gretig op in. Natuurlijk kun je op je vingers natellen dat je foie gras gemarineerde uilenkots blijkt te zijn of je met de drankjes gepiepeld wordt, maar dat weerhoudt mensen niet uitbundig gebruik te maken van deze diensten.

De variaties op dit thema zijn schier oneindig. Zogenaamd gratis telefoons met dure abonnementen, kleine lettertjes in contracten of gratis software met gedwongen updates, de Trojaanse paarden galopperen even vrolijk als onvermijdelijk achter gratis aan. Zelfs bij de meest onschuldige varianten (een aanbieding, of 3 voor de prijs van 2) betaalt de consument uiteindelijk zelf de prijs.

Hoewel deze variant van gratis het meest herkenbaar is, is de casus analytisch vaak helder. Of de consumenten hadden zelf beter moeten opletten (welke gek denkt voor 12 euro een fatsoenlijk driegangenmenu te kunnen verorberen in het centrum van Parijs) of er is sprake van misleiding en dan rest er (afhankelijk van de ernst) de weg naar de rechter, de Autoriteit Consument en Markt, consumentenprogramma’s of de Consumentenbond.

Facebook: De andere kant van de markt betaalt

Subtieler is het gratis van de Facebooks van deze wereld. Online platforms bieden een heel scala van diensten gratis aan. Een wereld zonder Google Search is bijna niet meer voor te stellen en er zijn doelgroepen die zonder Facebook sociaal of commercieel niet meedoen. En het kost allemaal niets.

Het subtiele is dat consumenten niet zelf betalen via de vuige trucjes van hierboven, maar dat het verkeer dat gegenereerd wordt via de platforms omgezet kan worden in reclame. Consumenten betalen dan wel, maar met hun tijd (“eyeballs”) en dat voelt niet als betalen, zeker omdat materieel een ander (de bedrijven die op Facebook of Google reclame aanbieden) de rekening betalen en daarmee de platforms in de lucht houden.

A priori is er niets mis met deze tweezijdige markten. Juist door de combinatie van advertentie en gratis kunnen forse investeringen bekostigd worden die deze platforms steeds slimmer maken. Het gaat daarom te ver te beweren dat economen deze vorm ook haten, maar het leidt wel tot complicaties en verleidingen.

Zo is de genoemde scheiding tussen gratis en advertentie in de praktijk niet zo scherp als het lijkt. Ook platforms worden regelmatig beticht van vormen van misleiding (denk aan de saga met Facebook en Cambridge Analytica) en consumenten betalen wel degelijk soms een prijs in de vorm van een inbreuk op hun privacy en dat is lang niet altijd volledig vrijwillig of aan iedereen bekend.

Het complexe van dit gratis is dat het niet evident is wat er aan te doen. Tegenover genoemde nadelen staan de voordelen van de diensten die de platforms aanbieden. Lompe overtredingen van de privacy- consumenten- of mededingingswet zijn uiteraard strafbaar (en leiden soms tot forse boetes zoals bij Google, Facebook of Microsoft), maar het blijkt lang niet altijd gemakkelijk om te bepalen wat wijsheid is in deze voor justitie en toezichthouders relatief nieuwe sector. En zolang de online platforms binnen de lijntjes kleuren, past bij deze vorm van gratis geen haat.

Ryanair: Iemand die er niets mee te maken heeft betaalt

Onlangs staakten de piloten van Ryanair omdat dit bedrijf weigerde gehoor te geven aan vrij normaal ogende wensen op het gebied van arbeidsvoorwaarden van het personeel. Het businessmodel van Ryanair schuurt. Personeel wordt behoorlijk uitgebeend, vakbonden worden op afstand gehouden en consumenten krijgen met vele vormen van pesterijen te maken die moeten compenseren voor het ‘gratis’.

De pesterijen vergeten we even want die hebben we hierboven al behandeld. Kennelijk vinden mensen het leuk voor werkelijk alles apart af te rekenen en eindeloos te moeten wachten op vertraagde vluchten alleen omdat het zo lekker ‘goedkoop’ is. En had ik het al over staanplaatsen gehad?

De interessante casus is de staking van de piloten in verschillende Europese landen. Die staking (uiteraard precies in de zomerpiektijd) legt goed bloot wat er soms mis is met gratis.

Ik gun het de individuele gedupeerde familie die zich zo had verheugd op de all-inclusive op Corfu niet, maar het is soms wel nodig om consumenten te wijzen op de gevolgen van hun doorgeslagen consumentisme. En via het consumentenleed kan het vervolgens Ryanair duidelijk worden dat het telkens de grenzen van het betamelijke opzoeken ook een prijs heeft.

Die anderhalve euro voor het vliegticket kan immers alleen uit als er elders in de keten een prijs betaald wordt. De betalers (personeel met een zwakke bescherming) hebben vaak een slechte onderhandelingspositie, anders bestond het businessmodel van Ryanair niet. Het is daarom een goede zaak dat wanneer de gelegenheid zich voordoet (de piloten hadden nu juist een hele goede onderhandelingspositie) de ogen van consumenten even geopend worden in de hoop dat niet alleen de (niet zielige) piloten goed bediend worden maar ook het grondpersoneel. Zo kan de markt (via stemmen met de voeten) - geholpen door media-aandacht - dit probleem oplossen.

CO2: We betalen allemaal

Goedkope vluchten zijn niet alleen maar een ramp. De low-cost-carriers vervullen een hele nuttige rol op het gebied van concurrentie in de luchtvaartsector. Maar naast de genoemde problemen met Ryanair is er nog een veel groter probleem dat beslist niet alleen voor prijsvechters geldt maar voor alle vluchttarieven. De milieueffecten van vliegen (C02, geluidoverlast) worden op geen enkele redelijke wijze verdisconteerd in de prijs. Hier is benaderd wat de verschillen tussen trein- en vliegtickets zijn als je compenseert voor CO2. Bijvoorbeeld, een vliegticket Parijs-Barcelona van 20 euro kost in werkelijkheid 140 euro, terwijl de treinprijzen juist goedkoper worden. En onze kinderen maar betalen.

Bij gratis moet een belletje gaan rinkelen

Economen haten gratis omdat de maatschappelijke kosten vaak verborgen blijven. Consumenten kunnen zelf beter opletten, toezichthouders komen in beeld als de trucjes gemener worden of de mededingingswet wordt overtreden, vakbonden beschermen arbeidsvoorwaarden en de overheid het milieu. Bij elke gratis moeten we denken wie er werkelijk betaalt. Mahatma Gandhi zei al: “There is sufficiency for man’s need, not for man’s greed.”  Het lijkt wel een econoom, die Gandhi.

Marcel Canoy is distinguished lecturer Erasmus School of Accounting and Assurance, en columnist voor www.socialevraagstukken.nl.

Foto: Mark Hillary (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2538 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Bijna gratis of goedkoop is vaak misleidend en verhullend omdat de prijs de moet worden betaald niet de werkelijke (maatschappelijke) prijs is die moet worden betaald.
    Zo wordt de ‘kiloknaller’ prijs bij de slager bereikt door Europese landbouwsubsidies en het pak melk in de supermarkt blijkt door subsidies in werkelijkheid drie keer zo veel te kosten.
    Het vervuilen van het milieu om deze producten te fabriceren wordt dan nog niet eens meegerekend.
    Maar ook de prijs die je voor een koophuis moet betalen is misleidend omdat je middels de hypotheekrente aftrek een voordeel denkt te (moeten?) halen die je in feite door de hoge belastingtarieven al lang hebt betaald. Een sigaar uit eigen doos zogezegd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.