Er zijn slimme en minder slimme manieren om dit ingewikkelde probleem aan te pakken. Allereerst is het belangrijk dat het niet alleen om beperken gaat, maar vooral ook om goed managen. Als mensen uit het buitenland zich in ons land komen vestigen – hoeveel het er ook zijn - willen we in het belang van alle partijen het liefst dat ze werk hebben, goed integreren, menswaardig behandeld worden en geen overlast veroorzaken.
Het is effectiever en rechtvaardiger om streng te handhaven op misstanden bij werkgevers
In dit verband werkt antimigratieretoriek contraproductief - ongeacht de politieke voorkeur. Asielzoekers demoniseren maakt opvang van alle asielzoekers moeilijker en maakt mensen onnodig bang. Zo vond Caroline van der Plas van BBB de spreidingswet een slecht idee omdat ‘heel Nederland dan op Ter Apel zou gaan lijken’, terwijl het doel van de wet is dat niets op Ter Apel gaat lijken, zelfs Ter Apel niet. Ook mensen met een migratieachtergrond discrimineren, maakt integratie moeilijker en wakkert radicalisme aan. Wat zijn dan slimmere manieren? Ik geef een top vijf.
1. Arbeidsinspectie
De berichtgeving over arbeidsmigranten stemt soms somber. Het is een droevig rijtje in pakweg de Boterstraat in Oss: dronken, wildplassende arbeidsmigranten zorgen voor troep, ruzies, geluidsoverlast en andere overlast. In naargeestige vakantieparken is het beeld niet veel rooskleuriger. In plaats van de vinger te wijzen naar ‘pissende en kotsende’ arbeidsmigranten is het effectiever en rechtvaardiger om streng te handhaven op misstanden bij werkgevers. Die zorgen er immers voor dat deze mensen op erbarmelijke wijze gehuisvest worden en niet zelden zwaar onderbetaald zijn. Curieus dat uitgerekend de VVD heeft bezuinigd op de Arbeidsinspectie. Dezelfde inspectie die zelden optreedt tegen de talrijke malafide uitzendbureaus die ons land rijk arm is.
2. Studenten
Internationale studenten zijn belangrijk voor de dynamiek bij universiteiten. Ik kan dat weten, want in mijn tijd gingen studenten weinig naar het buitenland en waren de meeste promovendi en docenten Nederlands. Dat leidde niet zelden tot begripsvernauwing, vriendjespolitiek en navelstaarderij, wat haaks staat op vooruitgang in de wetenschap. Prima dat mede door Europese inbreng daar verandering in is gekomen.
Het is niet ingewikkeld om quota in te stellen, vooral voor studenten buiten de EU
Maar er zijn grenzen en die zijn duidelijk bereikt. Om de gewenste dynamiek te bereiken, zijn niet zoveel buitenlandse studenten nodig als dat er nu zijn. Leuk dat het een cash cow is voor universiteiten, maar de nadelige gevolgen voor de huizenmarkt wegen daar niet tegenop. Het is niet ingewikkeld om quota in te stellen, vooral voor studenten buiten de EU. Dan kunnen we het stelsel laten zoals het is, maar wel de stromen managen.
3. Land- en tuinbouw
Veel arbeidsmigranten zijn werkzaam in de land- en tuinbouw. Nu is het toch al verstandig de opmerkelijke situatie te veranderen dat Nederland het grootste exportland van de wereld is (na de VS) als het gaat om landbouwproducten. Voor zover dat hoogwaardige producten zijn (zoals rozen) is daar veel economische logica voor. De bulk wordt elders geproduceerd en de hoogwaardige producten in Nederland. Maar voor veel andere producten geldt dat niet en dan wegen de voordelen niet op tegen de nadelen op het gebied van ruimtebeslag, klimaat en milieu, alsook op het gebied van arbeidsmigratie.
4. Bullshitjobs
Ook buiten de land- en tuinbouw werken arbeidsmigranten in sectoren waarvan je in een aantal gevallen kunt afvragen wat we daar nu mee opschieten als land. De bedrijven in die sectoren zullen moord en brand schreeuwen als je hun arbeidspotentieel decimeert, maar de economie werkt dan zoals het moet.
Als de mogelijkheden opdrogen om via dubieuze handelswijzen (Arbeidsinspectie) of diensten met een lage toegevoegde waarde (bullshitjobs) winst te maken, verschuift de economie vanzelf in de richting die je wilt: naar producten en diensten met meer toegevoegde waarde. De transitie zal links en rechts een beetje pijn doen, maar dat heb ik er wel voor over.
5. Gestuurde toelating
Blijven over de sectoren waar we juist wel arbeidsmigranten nodig hebben. Zoals ook bepleit door de Adviesraad Migratie, een onafhankelijk adviescollege voor de overheid, is het zeer onverstandig om arbeidsmigranten uit die sectoren te weren. Daarin kan een land best selectief zijn.
Werkgevers in EU-lidstaten kunnen kandidaten selecteren uit een EU-brede pool, toelating gebeurt volgens nationale criteria
In een rapport van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks staan bruikbare ideeën op dit terrein. Maak een EU-brede pool: werkgevers in EU-lidstaten kunnen kandidaten selecteren uit deze pool en toelating vindt plaats op basis van nationale criteria. Voor migranten biedt het systeem ook voordelen, omdat snel duidelijk wordt of, en zo ja waar, zij kans maken op werk. Elk land heeft controle op hoeveelheden arbeidsmigranten en de sectoren waar ze komen te werken, zodat je niet verrast wordt.
Links en rechts verbinden
Als je constructief beleid uitvoert om arbeidsmigratie te managen, dan zijn er veel winnaars. Ga maar na: beter ruimtegebruik, minder druk op de woningmarkt en minder milieuschade. De economie floreert doordat schaarse middelen richting diensten met hogere toegevoegde waarde worden gestuurd. De maatschappij vaart er wel bij door minder overlast en een betere publieke perceptie over migratie. De arbeidsmigranten winnen ook doordat ze minder uitgebuit worden en er perspectief blijft via de banenpool. De verliezen zijn zeer beperkt. Wat transitieproblemen voor diensten met lage toegevoegde waarde en dat is het dan wel.
Links wint met menswaardigheid en solidariteit en rechts wint met veiligheid en reductie van migratiestromen
Dit zijn oplossingen die links en rechts kunnen verbinden. Links wint met menswaardigheid en solidariteit en rechts wint met veiligheid en reductie van migratiestromen. Onbegrijpelijk dat het kabinet over dit onderwerp gevallen is met de oplossing voor het oprapen.
Marcel Canoy is hoogleraar Gezondheidseconomie en Dementie aan de Vrije Universiteit (VU) en adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).