Jongeren met een handicap zijn extra kwetsbaar voor cyberpesten

Jongeren met een licht verstandelijke beperking zijn extra kwetsbaar voor cyberpesten. Zij zijn door hun beperking minder goed in staat om ironie en grappen te begrijpen en makkelijker te beïnvloeden. Sociale professionals voelen zich onvoldoende toegerust om hen hierin te ondersteunen.

De leefwereld van kinderen en jongeren is tegenwoordig nauw verweven met het internet. Hun ervaringen in de online wereld verdienen daarom nadrukkelijk de aandacht van de volwassenen die hun ontwikkeling begeleiden. Ook jongerenwerkers en jeugdzorgprofessionals zijn zich bewust van het toenemende belang van sociale media en digitale technologie voor de identiteitsontwikkeling van kinderen en adolescenten, ook van jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) en gedragsproblematiek. Zij hebben daarom veel vragen over het gebruik van social media en in het bijzonder cyberpesten.

Te weinig aandacht voor digitaal mediagebruik door lvb’ers

Cyberpesten is onder kinderen en jongeren een toenemend probleem aan het worden. De meeste studies over cyberpesten richten zich op adolescenten in het reguliere onderwijs. Er is nog te weinig aandacht voor het gebruik van digitale media bij jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) en (ernstige) gedragsproblematiek. Zij hebben een andere begeleiding nodig bij het omgaan met cyberpesten dan hun leeftijdgenoten.

Ze lopen meer risico

Online-pesten of cyberpesten is veelal anoniem en veelvuldig herhaald, opzettelijk agressief gedrag via social media waarbij sprake is van een machtsverschil tussen dader en slachtoffer. Het vindt meestal binnen vertrouwde sociale settings plaats. Voor jongeren is dit dikwijls de school. Verschillende factoren verhogen de kans op cyberpesten aanzienlijk, zoals lang en vaak gebruik van social media en internet in het algemeen; gebruik van webcams; delen van toegangscodes met peers; ervaring met agressie in andere sociale contexten; gebrek aan regels en controle voor internetgebruik thuis en op school en peer influence.

Kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblematiek lopen echter een nog groter risico dan hun leeftijdsgenoten om betrokken te raken bij pesten in de online-wereld (Pijpers et al., 2014; Pijpers, 2017; Vergeer & Nikken, 2015). Hun omgang met zichzelf en de wereld om hen heen wijkt af van wat van jongeren met dezelfde leeftijd sociaal en maatschappelijk verwacht mag worden.

Lvb’ers zijn – ook online – makkelijker te beïnvloeden

Licht verstandelijk beperkte jongeren hebben moeite met communicatie: met de gesproken en geschreven taal en met het interpreteren van beelden. Daardoor zijn ze minder in staat om grappen en ironie te begrijpen.

Hun beperkingen op het gebied van abstract denken verhogen tevens het gevaar om ook online gemakkelijker beïnvloed te worden. Dit maakt hen vatbaarder voor manipulatie. Velen hebben een verminderd besef van normen en waarden waardoor ze ook in de reële wereld vaker met agressiviteit en geweld te maken hebben (Pijpers, 2017; De Groot, 2018).

Professionals zien steeds meer cyberpesten

Uit ons onderzoek naar cyberpesten bij Duitse en Nederlandse jongeren met een licht verstandelijke beperking of gedragsproblemen en hun begeleiders in het speciaal onderwijs kwam naar voren dat professionals vaker en meer verschillende vormen van cyberpesten zien: hatespeech, sexting, verspreiden van valse geruchten, versturen van gênante foto’s, identiteitsmisbruik en bedreiging.

De professionals moeten hier wel op reageren omdat het gedrag van de jongeren in de reële sociale context van onderwijs en leefgroep erdoor beïnvloed wordt. De jongeren worden angstig doordat anderen bijvoorbeeld films of foto´s van hen verspreiden, trekken zich terug of verzuimen van school omdat ze zich buitengesloten, belaagd of bedreigd voelen.

Ouders weten niet hoe ze hun gepeste kind kunnen helpen

Verder merkten de professionals dat veel ouders nog steeds onwetend zijn over social media, waardoor ze niet in staat zijn om adequaat op het pestgedrag te reageren. Dit kan de problemen van hun kind in de online wereld verergeren. Soms is er sprake van een intergenerationele overdracht. Ouders die ooit zelf in hun jeugd zijn gepest, willen voorkomen dat hun kind hetzelfde overkomt, maar weten niet hoe.

Sommigen geven hun kind de schuld en pakken de smartphone van hem of haar af. Andere ouders nemen het conflict over. Zij reageren in plaats van hun kind op de online-berichten van de pester, met het gevolg dat ook de families van dader en slachtoffer bij het pestgedrag betrokken raken.

Lesmateriaal aanpassen: minder tekst, meer plaatjes

Maar weinig professionals in ons onderzoek voelen zich voldoende voorbereid en toegerust om de jongeren met een lvb over cyberpesten te informeren en ondersteunen. Zowel in Nederland als net over de grens in Duitsland vinden professionals dat het tot nu toe ontwikkelde les- en trainingsmateriaal niet geschikt is voor adolescenten met een lvb. Als ze bestaand materiaal willen gebruiken, moeten ze dit nu nog eerst zelf aanpassen en bewerken.

Er moeten daarom andere informatiematerialen komen voor deze jongeren, zo min mogelijk tekstgericht en zo visueel mogelijk vormgegeven. Want alleen dan kunnen zij de informatie begrijpen en toepassen. De professionals hebben daarnaast behoefte aan meer trainingen over mediawijsheid, social media en cyberpesten bij jongeren met een lvb en vinden dat er in het speciaal onderwijs meer tijd en ruimte voor vrijgemaakt moet worden. Dit is gezien de specifieke ontwikkelingsbehoeften van jongeren met een lvb geen overbodige luxe.

Ines Schell-Kiehl en Nicole Ketelaar werken als onderzoekers bij het lectoraat Social Work van Saxion University of Applied Sciences en zijn verbonden aan de Academie Mens & Maatschappij. Jack de Swart is lector Social Work bij Saxion.

Foto: The home of Fixers on Flickr (Flickr Creative Commmons)