Voorkeuren voor gezond voedsel kun je trainen

Veel mensen willen best gezonder eten, maar vinden dit, om een understatement te gebruiken, erg lastig. Vanuit psychologisch perspectief is dit niet zo vreemd: we prefereren voedsel dat ons ‘beloont’. Maar het kan ongezond zijn om belonende producten vaak te kiezen. Kiezen voor gezonder voedsel valt wel aan te leren, binnenkort misschien wel met een app.

Voorkeuren voor voedsel worden aangeleerd, waarbij voedsel dat gekoppeld wordt aan beloningssignalen onze voorkeur geniet (Rangel, 2013). Suiker bijvoorbeeld activeert het beloningssysteem in ons brein, waardoor we hoogcalorische producten met suiker en de keuze hiervoor koppelen aan beloning. Daarnaast is het in onze cultuur gebruikelijk om leuke gebeurtenissen zoals feestjes, vakanties of een goed rapport op te luisteren met taart, cola of chips in plaats van met wortels, aubergines en zeewier. Als we dat maar vaak genoeg herhalen krijgen we vanzelf een associatie tussen ‘iets leuks’ en de hoogcalorische producten.

Hoogcalorisch voedsel is overal

Wanneer de koppeling tussen een product en een beloningssignaal eenmaal is aangeleerd, trekt dit product meer aandacht en is het zien ervan al voldoende om het beloningssysteem in ons brein te activeren. We kiezen er ook eerder voor. Door hun alom zichtbare aanwezigheid worden hoogcalorische voedselproducten goed verkocht. Initiatieven om hun zichtbaarheid te verminderen zullen daardoor denk ik niet gemakkelijk breed worden geïmplementeerd zonder strenge regels. En het invoeren van die strenge regels zie ik eveneens niet zo snel gebeuren, nog afgezien van de vraag of dat wenselijk is. Op het gebied van een zogenaamde gezonde schoolomgeving worden wel wat stappen in die richting gemaakt.

Twix of komkommer?

Hoe kunnen voedselkeuzes dan het best worden veranderd? Ik neem het verhogen van keuzes voor groenten als voorbeeld, omdat groenteconsumptie wordt gezien als relatief gezond en duurzaam (Tilman & Clark, 2014), terwijl veel mensen volgens de richtlijnen niet genoeg groenten eten. Ik schrijf worden gezien omdat ik een psycholoog gespecialiseerd in gedragsverandering ben en geen expert op het gebied van voeding.

Onderzoek laat zien dat het vergroten van kennis over het belang van voldoende groenten eten niet genoeg is om de groenteconsumptie te verhogen (Wood & Neal, 2016), evenals het maken van een plan om af te vallen, minder te snoepen of gezonder te gaan eten. Wel is het een feit dat hoogopgeleide mensen meer groenten eten dan laagopgeleide mensen, maar het is dus de vraag in hoeverre dit een effect van kennis is (Geurts et al., 2013).

Er is wat onderzoek naar het effect van het zichtbaar presenteren van gezonde producten om consumptie ervan te stimuleren, de zogenaamde nudging benadering (Kroese et al., 2016). Het zichtbaar maken van komkommers maakt ze echter niet automatisch aantrekkelijk. Wat werkt met Twix om consumptie te stimuleren – zichtbaar presenteren – werkt niet in dezelfde mate voor komkommers, omdat die vaak minder belonend zijn (behalve als je erge dorst hebt). Om het sterk aangeleerde bij de kassa kiezen voor een Twix als snack af te leren is meer nodig dan een bakje komkommers voor de Twix plaatsen. Het eind van het liedje is dat geleerde keuzes niet worden doorbroken en er hoogstens net iets meer laagcalorische producten worden verkocht.

Goed rapport, hier heb je een wortel!

Een alternatief is om leermechanismen in te zetten om mensen vaker voor groenten te laten kiezen. Van de intrinsieke belonende eigenschappen zoals suiker moeten groenten het niet hebben. Wel kunnen we beginnen om leuke gebeurtenissen te gaan koppelen aan groenten. Goed rapport, hier heb je een wortel! Feestje, zet de broccoli maar op tafel! Alhoewel ik denk dat dit in theorie kan werken (Birch, 1999), lijkt me zo’n totale cultuuromslag een erg ambitieus plan. Een schoolcontext is hiervoor wellicht geschikt, maar leraren hebben waarschijnlijk al wel genoeg andere dingen te doen.

Als je zelf kinderen hebt, lijkt het een goed idee om hen al vroeg regelmatig bloot te stellen aan de smaak van groenten, het goede voorbeeld te geven en hen op een positieve manier groenten te laten proeven (met een glimlach en veel gerichte aandacht bijvoorbeeld). Dat laatste is overigens nog een hele uitdaging (in ieder geval voor mij).

Daarnaast kunnen we groenten op verschillende manieren gaan koppelen aan beloningssignalen, bijvoorbeeld door ze aantrekkelijk te verpakken met positieve afbeeldingen (De Droog, 2010), met een mooie reclamecampagne of met zegeltjesacties bij groenten. Dit soort initiatieven is echter erg afhankelijk van commerciële partijen. Als consument kun je alleen maar afwachten totdat dit ooit gaat gebeuren. En voor zover ik weet zijn de reclamebudgetten van groenteproducenten nou niet om over naar huis te schrijven.

Met een app bepaalt de consument zelf

Nieuwe voedselkeuzes aanleren kan ook met technologie. Recent onderzoek in ons psychologisch laboratorium suggereert dat je voorkeuren voor groenten kunt trainen met een computerapplicatie (Chen et al., 2016; Veling et al., 2017). Bij het verschijnen van groenten op het beeldscherm moet men in deze app snel op de spatiebalk van het toetsenbord drukken, bij hoogcalorische producten moet men juist niet reageren. De impuls om groenten te kiezen wordt zo sterker. De eerste (nog ongepubliceerde) onderzoeksresultaten wijzen erop dat mensen vervolgens inderdaad vaker groenten boven hoogcalorisch voedsel kiezen. Interessant aan deze benadering is het gemak waarmee je de app bij de consumenten kan brengen. Zij hebben hiermee een middel waarmee ze hun voorkeuren kunnen gaan trainen als ze dat willen en zijn daarbij niet afhankelijk van initiatieven van de voedselindustrie, overheid of verkooppunten.

Er is nog een weg te gaan wat betreft het begrijpen hoe voedselkeuzes het beste kunnen worden veranderd. Een psychologische theorie-gestuurde benadering waarbij consumenten zelf hun voorkeuren kunnen gaan veranderen zonder afhankelijk te zijn van derden, lijkt me een vruchtbare weg voorwaarts.

Harm Veling is universitair docent bij de Radboud Universiteit.

Foto: woodleywonderworks (Flickr Creative Commons)