Vrouwelijke seksualiteit is nog steeds strijdtoneel

Vrouwen hebben in seksualiteit onverkort te kampen met rigide normen en restrictie. Onenigheid aan het feministisch front helpt de boel ook niet vooruit. Ine Vanwesenbeeck pleit voor waardering van seksuele diversiteit en een balans tussen erkenning van de kwetsbaarheid én de agency van vrouwen.

Nature loves variety, society hates it’, stelt de Hawaïaanse seksuoloog Milton Diamond treffend. Normativiteit op het seksuele vlak is hardnekkig en tiert welig. De meest prangende vraag over seks bij jongeren is: wat is normaal? Het boegbeeld van normaal en natuurlijk seksueel gedrag blijft de heteroseksuele geslachtsgemeenschap, bij voorkeur monogaam en voor velen huwelijks. Mannelijke en vrouwelijke homoseks, promiscuïteit en consensual non monogamy, kinky seks en seks tegen betaling kunnen aanhoudend op maatschappelijke afkeuring en sociaal stigma rekenen.

Ook hardnekkig is de rigiditeit in het denken over vrouwen en mannen in seks.[i] Seksualiteit blijft in de ogen van velen een mannelijke drift die voor vrouwen (tenzij gesanctioneerd door liefde of voorplanting) onveilige en beschadigende kanten kent. Mannen winnen aan waarde bij seks, vrouwen worden er minder waard door. De vrouwelijke seksualiteit blijft gekenmerkt door grote ambivalentie: vrouwen moeten sexy zijn maar niet (al te) seksueel. De grens tussen betamelijkheid en onbetamelijkheid blijft voor vrouwen uitermate kritiek.

Beperkingen op seksueel gedrag uit angst voor chaos en anarchie

Taboeïsering, regulering en repressie van seksualiteit zijn van alle tijden, zij het met wisselende intensiteit. Ter bescherming van de (patriarchale) status quo en de nationale identiteit, hebben staten door de eeuwen heen verwantschapsregels en bevolkingspolitiek (in)gevoerd, bijvoorbeeld bestaande uit wettelijke beperkingen op relatievorming, seksueel gedrag, anticonceptie en abortus. Homoseksuelen en vrouwen worden hierbij steevast het zwaarst getroffen. De meeste religies, niet in laatste instantie de (gepolitiseerde) christelijke, spelen een cruciale rol in seksnegativiteit en een (misogyne) beperking op vooral de vrouwelijke seksualiteit.

In het algemeen wordt aangenomen dat zowel confessionele als seculiere machthebbers gendertypische huwelijkse heteroseks tot norm verheffen uit angst voor sociale chaos en anarchie. Met het gezin als veronderstelde hoeksteen van een geordende samenleving vormen andere seksualiteiten een bedreiging. Sociale instabiliteit, onzekere tijden en verschuivende verhoudingen leiden vaak tot ‘morele paniek’ en een aanscherping van ‘traditionele’ normen en dienovereenkomstige beperkingen door overheden.

Zo worden ook momenteel in sommige landen de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen en seksuele minderheden opnieuw beknot in (populistische) reactie op (angst voor) verlies van nationale identiteit en toegenomen migratie en vrouwenmacht.[ii]

Feministische controversen belemmeren vooruitgang

Een vooruitgangfrustrerende factor van belang is daarnaast de onenigheid en controverse rond seksualiteit in het feminisme, waarbij radicale (slachtoffer) en liberale (power) feministen tegenover elkaar staan. De radicalen beschouwen heteroseks als fundamenteel gevaarlijk en risicovol. Ze bezien vrouwen vooral als slachtoffers en vinden bescherming cruciaal. De liberalen daarentegen zien heteroseksualiteit als uitkomst van ongelijkheid en vrouwen primair als mondig. Ze bepleiten meer aandacht voor seksueel plezier en stellen emancipatie centraal.

De controverse toont zich het scherpst op de thema’s pornografie en prostitutie, op de commerciële representatie of inzet van (vrouwen)lichamen. Terwijl de analyse van radicale feministen principiële objectivering en slachtofferdom van sekswerkers postuleert, benadrukt het liberale kamp hun logica, hun subjectiviteit én hun mensenrechten.

De notoir veroordelende Sex Worker Exclusionary Radical Feminists (SWERFs) vinden dat sekswerkers medeschuldig zijn aan het patriarchaat en sowieso geen enkel recht kunnen laten gelden. Als de aanklacht tegen objectivering dusdanige ontpersoonlijking, uitsluiting en discriminatie inhoudt, zijn solidariteit en emancipatie natuurlijk ver te zoeken.

Discussie op vele fronten: van pitspoezen tot sexy kleding op school

Ook op andere thema’s steken spanningen tussen radicaal en liberaal feministische stellingen, tussen de nadruk op vrouwen als willoos slachtoffer versus handelend subject, steevast de kop op. Dat geldt voor discussies over de maatregelen tegen seksueel geweld op de Amerikaanse campussen onder de vlag van ‘Title IX’, over het dragen van sexy kledij op school, over de negatieve invloed van sociale media en over het afschaffen van pitspoezen.

We zien de tegenstellingen ook in de #MeToo discussies, waar iedereen het er eigenlijk wel over eens is dat een structurele verandering in de seksuele verhoudingen uitermate wenselijk is. Toch is ook hier sprake van controverse en strijd over (over)generalisering en (over)stereotypering van zowel vrouwen als mannen, preventieve aandacht voor potentiele slachtoffers of juist daders, het (on)nut van ‘simpele’ wettelijke maatregelen, en principiële positieve dan wel negatieve evaluaties van (hetero)seksualiteit.

Zoeken naar balans is productiever dan rigide oordelen

In het algemeen kan eenzijdige nadruk op de kwalijke effecten van seksualisering van vrouwen en meisjes normbevestigend werken, seksnegativiteit stimuleren en seksuele exploratie en emancipatie bemoeilijken. Een rigide onderscheid tussen subject- en objectposities – en een dienovereenkomstig rigide beoordeling ervan als goed of slecht – schiet tekort in het doorgronden van complexe seksuele dynamiek.

Het is productiever om objectivering alleen als schadelijk te benoemen als het de totale persoon betreft, tegelijkertijd subjectiviteit ontkent, disrespectvol is, ongewenst is of aanleiding geeft tot negatief en agressief gedrag. Laten we variatie en diversiteit op dit vlak waarderen en koesteren. Seksuele identiteiten, ervaringen en praktijken verschillen. De ene seks is de andere niet.

Het is ook productiever om een goede balans te vinden tussen bescherming en vrijheid, tussen aandacht voor risico en voor plezier, tussen erkenning van de kwetsbaarheid én van de agency van vrouwen. Zelfs als er sprake is van slachtofferdom is er ook sprake van een handelend subject. Ontkenning daarvan staat haaks op emancipatiedoelen.

Ine Vanwesenbeeck is verbonden aan expertisecentrum Rutgers en Universiteit Utrecht.

 

Noten:

[i] Zie ook Vanwesenbeeck, Ine (2020). Sociale perspectieven op gender en seks: verworvenheden en uitdagingen. Tijdschrift voor Seksuologie, 44, 58-67.

[ii] Zie bijvoorbeeld de Swaan, Abram (2019). Tegen de vrouwen. De wereldwijde strijd van rechtsisten en jihadisten tegen de emancipatie. Amsterdam: Prometheus.

 

Foto: Sean Rainer (Flickr Creative Commons)