Van veel ouderen is het de wens om in de wijk te blijven wonen. Om dit te kunnen doen moet de zorg anders, minder formeel worden ingericht. Ofwel, buurten en gemeenschappen moeten zorgzamer worden. Over lokale zorgzaamheid is ook hier al het nodige gezegd, maar hoe kun je de totstandkoming ervan bevorderen?
Ontwikkelingsmodel
Naast voorbeelden van geslaagde pogingen tot het ontwikkelen van lokale zorgzaamheid, bijvoorbeeld Austerlitz Zorgt, zijn er minstens zoveel voorbeelden van initiatieven die blijven steken in het drinken van een kopje koffie in een vooral lege zaal. Oftewel: waar blijft de gemeenschap dan?
Niet iedereen heeft hetzelfde beeld over gemeenschap of community
In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap & Sport onderzoeken de Werkplaatsen Sociaal Domein hoe je de ontwikkeling van zorgzame buurten en gemeenschappen kunt ondersteunen. Binnen die opdracht ontwikkelde het lectoraat Empowerment & Professionalisering van Hogeschool Inholland een model om überhaupt gemeenschappen te analyseren.
Dat is nodig, omdat lang niet iedereen hetzelfde bedoelt. Niet iedereen heeft hetzelfde beeld over gemeenschap of community. Ook weten professionals en bewoners niet per se hoe ze aan een gemeenschap kunnen bouwen en welke elementen daarbij belangrijk zijn.
Kernelementen
Ons model is gebaseerd op een groot aantal definities van gemeenschap. Uit onze analyse hebben we daaruit drie kernelementen gehaald, waaraan we een actiecomponent hebben toegevoegd.
De drie kernelementen die we hebben gedefinieerd, zijn: het collectief, de betekenisgeving en de (inter)actie.
Een gemeenschap is een groep mensen (het collectief) dat een gedeelde interesse of overeenkomst deelt die voor alle leden van het collectief van waarde is (betekenisgeving), en interacties of gezamenlijke activiteiten organiseert (inter)actie. (Brinkhuijsen, Maginzali & Purmer, 2024). De drie elementen verhouden zich tot elkaar in een specifieke context.
Schipperen
Om invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkeling van een gemeenschap is het schipperen tussen de verschillende onderdelen of aspecten ervan. We gebruiken bewust het woord schipperen, omdat het altijd gaat om handelen naar omstandigheden, en er tussen gemeenschappen grote verschillen bestaan.
Ook bij de betekenisgeving wordt geschipperd
Zo kan het nodig zijn om in de groep te schipperen naar mate van verbondenheid. Is de groep - het collectief - losjes of juist heel krachtig verbonden. Is ze verbonden aan een locatie of meer thematisch en is de groep homogeen of divers?
Ook bij betekenisgeving wordt geschipperd: ze kan variëren van diepgaand tot oppervlakkig. Daarnaast kan de betekenis extern worden afgedwongen of van binnenuit komen, en gericht zijn op vertragen of versnellen.
In de interactie is het schipperen tussen spontaan of gepland, gericht op het individu of op het collectief. De vormgeving ervan kan polyvocaal (meerstemmig) of vanuit één kern (monocentrisch) plaatsvinden.
Startpunt
Ons model is op kleine schaal getoetst, om meer houvast te krijgen op het brede begrip gemeenschap. Het biedt sociaal professionals een startpunt om met elkaar in gesprek te gaan en de focus van hun handelen te onderbouwen. Op welke pijler moet je inzetten en wat zijn de mogelijkheden om de gemeenschap te versterken? Met ons model kun je laten zien wat werkt, maar ook waarom het elders helemaal niet werkt en wat daar eventueel aan te doen valt.
De belangrijkste factor voor succes is de behoefte van mensen zelf
Aandacht voor de drie beschreven elementen blijkt de kans op een kwalitatieve ontwikkeling van de gemeenschap te vergroten. Het model biedt tevens handvatten om te begrijpen waarom de gewenste ontwikkeling naar meer zorgzaamheid al dan niet van de grond komt.
De belangrijkste factor voor succes is de behoefte van mensen zelf. Succes kan niet van bovenaf worden afgedwongen. Gemeenschappen van onderop zijn vaak gericht op kansen, gemeenschappen gestimuleerd vanuit gemeenten en organisaties daarentegen zijn vaak gericht op problemen. Een ander verschil, bepalend voor de kwaliteit en continuïteit van de zorgzaamheid, is dat bewoners in de gemeenschappen blijven en de sociaal werkers en andere professionals vaak komen en gaan.
Verdere ontwikkeling
In onze ervaring werkt het model goed in een campusproject rondom studentenwelzijn. De drie elementen – collectief, betekenisgeving en (inter)actie – geven naar onze bevindingen een impuls aan de ‘huiskamer van de hogeschool.’ Een plek waar studenten in een ontspannen omgeving, laagdrempelige toegang hebben tot voor hun relevante hulpbronnen. Ook draagt het model bij aan een samenwerkingsproject tussen verschillende gemeenten. Door regionale samenwerking is de kans op een gezamenlijk inkoop van specialistische hulp en aanbod van regionaal vervoer mogelijk geworden.
De komende periode willen we het model verder ontwikkelen. Onze veronderstelling is dat het zowel beleidsmakers als sociaalprofessionals kan helpen bij het ondersteunen en analyseren van gemeenschappen als oplossing voor de grote maatschappelijke vraagstukken.
We hopen met ons model de hernieuwde interesse in zorgzame buurten en gemeenschappen op gang te houden, zodat formele en informele zorg lokaal vanzelfsprekender bij elkaar komen. We zijn benieuwd of het ook werkt in jouw praktijk!
Huub Purmer en Maisha van Pinxteren zijn beiden docent-onderzoeker van het lectoraat Empowerment & Professionalisering aan Hogeschool Inholland.
Foto: Nanda Sluijsmans (Flickr Creative Commons)