COLUMN Doe eens lief

Het zijn donkere tijden en dan heb ik het niet eens over de korte dagen en de lange schaduwen – àls de zon zich al laat zien.

Het zijn donkere tijden voor mensen die hoopten dat het verstand zou zegevieren in Groot-Brittannië, voor mensen die dachten dat de oranje cavia in de Verenigde Staten niet eens aan de macht zou kunnen komen – laat staan blijven. Voor mensen die hoopten op rechtvaardigheid voor iedereen die iets meer pigment in de huid heeft dan de witte machthebbers, mensen die geloofden dat de emancipatie en gelijke behandeling van vrouwen en minderheden voltooid zou zijn, mensen die geloofden in gelijkheid en grondrechten voor iedereen.

Het zijn donkere tijden voor mensen die hoopten dat er geluisterd zou worden naar wetenschappers in deze klimaatcrisis, die vertrouwden op overheden die de bevolking moesten beschermen tegen vervuilende bedrijven, tegen met glyfosaat vergiftigde bodems, tegen overlast en fijnstof van vliegtuigen, tegen woekeraars op de huizenmarkt, tegen torenhoge ziektekosten, tegen geweld op straat, tegen onterechte belastingaanslagen, tegen groeiende ongelijkheid, tegen armoede en dakloosheid.

Er zijn mensen die denken dat ongelijkheid, haat, geweld en uitbuiting van alle tijden zijn, onvermijdelijk, noodzakelijk zelfs. Dat we er maar mee moeten dealen. Er zijn mensen die geloven dat anderen, die niet tegen pijn en onrecht opgewassen zijn en het wagen daar iets van te laten merken watjes of sneeuwvlokjes zijn. Er zijn mensen die geloven in Eigen Verantwoordelijkheid – vooral van anderen, van mensen die het minder getroffen hebben en hun lot aan zichzelf te danken hebben. Hadden ze maar positiever moeten denken, harder moeten werken, meer naar de sportschool moeten gaan, gezondere keuzes moeten maken, hadden hun ouders maar geen kinderen moeten maken.

Doe ‘s lief

Er zijn mensen die zijn gaan geloven dat (altijd) andere mensen slecht, gemeen en onbetrouwbaar zijn. Dat ze liever lui dan moe zijn, liever hun handje ophouden dan eens flink de schouders eronder, liever in een uitkering of in de schuldsanering dan verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven en gewoon hard werken net zoals iedereen. Die geloven dat je moet vechten voor je plaats in deze wereld en dat je iedereen moet haten die ‘zomaar’ iets gratis krijgt: hulp, een woning, kwijtschelding van schulden of een plek om je auto te parkeren als je een invalidenparkeerkaart hebt.

En er zijn ook mensen die geloven dat de onderlinge haat en het wantrouwen een kwestie van opvoeden is, wat je kunt oplossen met een SIRE-campagne onder de kreet ‘doe ’s lief’: schelden met ‘kanker’?  Doeslief! De caissière negeren? Doeslief! Scheidsrechters uitschelden? Doeslief! Maar uiteindelijk kijken we op deze manier alleen maar nog wantrouwender naar elkaar. Want het gedrag dat je op deze manier (van SIRE) moet afkeuren is immers geen mogelijke uiting van stress, angst en overlading, maar het zoveelste bewijs dat mensen niet deugen.

Zo wantrouwen we elkaar of vechten we elkaar de tent uit, worden steeds meer mensen ziek van stress, van armoede en vervuiling, van pech en het ontbreken van een door privileges vanzelfsprekend vangnet. Zo groeit de kloof tussen degenen die nog wel aan de goeie kant van bestaanszekerheid zitten en degenen die daar allang niet meer aan durven te denken.

De overheden die zouden moeten zorgdragen voor grondrechten en fatsoenlijk bestuur worden zoetjesaan overgenomen door clowns en grijnzende bordkartonnen reclamejongens in dienst van het grote kapitaal. In alle landen en verkiezingen komen populistische, racistische partijen in zorgwekkend tempo aan de macht en wordt aan grote groepen mensen hun grondrechten ontzegd. Some are more equal than others.

En er is een meisje met vlechtjes voor nodig om duidelijk te maken dat regeringen helemaal geen zin hebben om te luisteren naar tienduizend klimaatwetenschappers. Miljoenen mensen gaan wereldwijd de straat op voor rechtvaardigheid en een gezonde toekomst voor onze kinderen, maar de premier praat liever met een handvol gele hesjes.

We hebben elkaar nodig

Het is nog maar de vraag of ongelijkheid van alle tijden is, of onvermijdelijk. Waar mensen met elkaar leefden, in de vele honderdduizenden jaren vóór de landbouwrevolutie, hadden ze vooral elkáár nodig. De aanwijzingen voor deze evolutiebiologische grondslag liggen diep in ons brein én ons lichaam verankerd.

Waar saamhorigheid, liefde, vriendschap, begrip, respect, gelijkheid, harmonie, verbinding en vertrouwen geassocieerd zijn met welbevinden en gezondheid, zijn haat, wantrouwen, agressie, angst, gewelddadigheid, vijandigheid, pesten, uitbuiting en uitsluiting, gemeenheid, conflict en eenzaamheid juist gerelateerd aan ongelukkigheid en ziekte. Natuurlijk, we kunnen best kortstondig op de vlucht of in gevecht, maar langdurige stress ondermijnt lichaam en geest. We zijn niet gemaakt voor ongelijkheid. We zijn niet gemaakt om voortdurend met iedereen te concurreren. We zijn niet gemaakt om er alleen voor te staan.

Langdurige stress ondermijnt zo ook onze samenleving. In plaats van op zoek te gaan naar de broodnodige verbinding en gemeenschappelijkheid, groeit het wantrouwen. Gevoelens van onveiligheid in een groep maken dat mensen gaan zoeken naar een zondebok. Zo wordt de schuld buiten de groep gelegd en wordt de saamhorigheid binnen de groep versterkt. Sommige mensen denken dat dit heel natuurlijk en prima is.

Nog afgezien van het leed van degenen die uitgesloten zijn, voor de groep zelf is het ook nadelig. Om de uitsluiting te handhaven moeten namelijk de heel hardnekkige -want natuurlijke - gevoelens van empathie voor het slachtoffer (of de slachtoffers) steeds opnieuw uitgewist en weggemasseerd worden. Ongelijkheid behoeft een ‘rechtvaardiging’ en uitsluiting behoeft steeds hernieuwde haatgevoelens. En daarmee is het slechts een schijnoplossing; de onveiligheid blijft en daarmee de ziekmakende onderliggende spanningen en haatgevoelens.

Het succes van populistische partijen is geen teken van slechtheid van de mens, maar van falend leiderschap en een falende overheid. Het is een gevolg van jarenlang afbraakbeleid. Mensen zoeken verlossing in de belofte als uitverkoren volk te ontkomen aan vernedering of vernietiging.

What this world needs now (is love, sweet love)

Een samenleving vorm je niet in je eentje. Een samenleving vorm je ook niet door onrecht, uitsluiting en wantrouwen, of door steeds meer mensen over het randje te kieperen. Er zit niets anders op dan het met elkaar te rooien. We hebben elkaar nodig, ook de zieken, de zwakken, de verbitterden en de hoopvollen, de meelopers en de aanvoerders, de conformisten en de vernieuwers, de buitenbeentjes, dromers, filosofen. We hebben niets te verliezen en we hebben alles te verliezen.

In een mensheid die elkaar de tent uitvecht is geloof in het goede een daad van verzet. In een wereld die langzaam maar zeker ten onder dreigt te gaan, is hoop een vorm van protest. In een samenleving vol haat is liefde voor de ander een radicale daad. Daarom: vergeef, troost, help zonder te vragen, geef zonder te verwachten, heb lief zonder oordeel. Wees kritisch naar machthebbers en liefdevol naar de machtelozen.

Laten we radicaal zijn deze kerst. We hebben het keihard nodig.

Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog.

 

Foto: Ann Larie Valentine (Flickr Creative Commons)